Medische geschiedenis (ziektegeschiedenis) vormt een belangrijk onderdeel bij de diagnose van xerostomie (droog mond Familiegeschiedenis
Sociale Geschiedenis
- Zijn er aanwijzingen voor psychosociale stress of overbelasting als gevolg van uw gezinssituatie?
Actueel medische geschiedenis/ systemische geschiedenis (somatische en psychische klachten).
- Hoe lang is de droge mond aanwezig?
- Heeft u naast een droge mond nog andere symptomen opgemerkt, zoals een onaangename smaak in uw mond of een slechte adem?
- Welke andere klachten heeft u op het gebied van de mond (bijv. brandend mond en tong), droge slijmvliezen, kauwproblemen (bij het eten van droog voedsel), enz.?
- Heeft u pijn bij het spreken, kauwen en slikken?
- Heeft u last van droge ogen?
- Heeft u andere klachten zoals verlies van eetlust, diarree, keelholteontsteking, enz.?
Vegetatieve anamnese inclusief voedingsanamnese.
- Ademt u door de mond?
- Snurk je?
- Hoeveel vloeistof drinkt u per dag?
- Hebben uw eetgewoonten en stimulerende gewoonten (bijv. Cafeïne en alcoholgebruik) invloed op de speekselproductie?
- Wat is uw dagelijkse urineproductie (laat deze eventueel meten)?
Zelfgeschiedenis incl. medicatiegeschiedenis.
- Reeds bestaande aandoeningen (algemene ziekten; Syndroom van Sjogren).
- Operations
- radiotherapie
- Allergieën
Medicatiegeschiedenis
- ACE-remmers (benazepril, captopril, cilazapril, enalapril, fosinopril, imidapril, lisinopril, moexipril, perindopril, quinapril, ramipril, spiraalpril, trandolapril, zofenopril).
- Alfa-2-agonisten (apraclonidine, brimonidine, clonidine).
- Alfa-1-receptorblokkers (bunazosine, doxazosine, prazosine, terazosine).
- Anorectische (sibutramine).
- Anti-allergisch (H1-antihistaminica)
- Anticholinergica (ipratropiumbromide) [via perifere receptorblokkade]; biperiden, darifenacine, ipratropiumbromide, metixen, methantheliniumbromide, oxybutynine, fenoxybenzamine, propiverine, scopolamine, solifenacine, tiotropium, tolterodine, trihexyfenidyl, trospium chloride).
- Methantheliniumbromide
- Zie ook onder “Anticholinerge effecten door drugs" indien toepasselijk.
- Antidepressiva [via centrale receptorblokkade].
- Noradrenerg en specifiek serotonerg antidepressiva (NaSSA) - mirtazapine.
- Selectief noradrenaline heropnameremmers (NARI) - reboxetine, viloxazine.
- Selectief serotonine-noradrenaline heropnameremmers (SSNRI) - duloxetine, venlafaxine.
- Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI) - trazodon
- Tricyclisch antidepressiva (TCA's) - amitriptyline, butriptyline, cianopramine, clomipramine, desipramine, doxepine, imipramineiprindole, melitrace, nortriptyline, opipramol, protriptyline, trimipramine).
- Anti-emetica (dimenhydrinaat, scopolamine).
- Anti-epileptica (gabapentine)
- antihistaminica (clemastine, dimetindeen, ketotifen).
- Antiparkinsongeneesmiddelen
- Anticholinergica (nachtschade heel extract, benzatropine, biperiden, bornaprine, metixen, pridinol, procyclidine, scopolaminetrihexyfenidyl).
- Dopaminerge stoffen (amantadine, apomorfine, bromocriptine, cabergolinealfa-dihydro-ergocryptine, levodopa, lisuride, memantine, pergolide, pramipexol, ropinirol).
- Antipsychotica (neuroleptica).
- Conventionele (klassieke) antipsychotica (neuroleptica).
- Tricyclisch neuroleptica - fenothiazine-type (levomepromazine, triflupromazine).
- Conventionele (klassieke) antipsychotica (neuroleptica).
- Antisympathotonica (α-methyldopa).
- anxiolytica (azapiron, hydroxyzine).
- SS-3-mimetisch (mirabegron)
- Bètablokker (metoprolol)
- Bronchodilatoren (β2-mimetica) - salbutamol, terbutaline).
- Carboanhydraseremmers, lokaal (brinzolamide, dorzolamide).
- diuretica
- Ringleiding diuretica (azosemide, bumetanide, etacrynzuur, etozoline, furosemide, pyretanide, torasemide).
- Thiazide diuretica (benzthiazide, chloorthiazide, hydrochloorthiazide (HCT), hydroflumethiazide, methyclothiazide, polythiazide, trichloormethiazide).
- dopamine agonisten (bromocriptine, cabergoline, lisuride).
- dopamine antagonisten (butyrofenonen: haloperidol).
- Drugs - amfetaminen (alfa-methylfenethylamine, ook fenylisopropylamine of speed), tetrahydrocannabinol.
- slaapmiddelen
- Magnesiumsulfaat
- Narcotica, centraal werkende analgetica.
- Opioïde antagonisten (nalmefeen, naltrexon).
- Parasympathicolytica (atropine).
- Perchloraten (perchloraat)
- Psychotrope stoffen zoals modafinil
- sedativa
- Spasmolytica (butylscopolamine)
- Sympathicomimetica
- indirect sympathicomimetica (amfetaminen).
- Cytostatica
Milieugeschiedenis
- Droge binnenlucht