diuretica

Synoniemen in bredere zin

plastabletten, uitdrogingsmedicijnen, furosemide, thiaziden

Definitie

Diuretica zijn een groep geneesmiddelen die leiden tot verhoogde urinaire excretie (diurese). Ze worden vaak 'plaspillen' nieren genoemd, omdat ze de uitscheiding van vocht via de nieren verhogen. Ze worden gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk, om vloeistof uit het lichaam te spoelen in het geval van bv. dikke benen (been oedeem) en in gevallen van verminderde hart- functie (hartfalen).

Wanneer worden diuretica voorgeschreven?

Voor de behandeling van hoge bloeddruk (arteriële hypertensie), worden ze altijd in combinatie met andere medicijnen en in een lage dosering gegeven, aangezien de toediening van alleen diuretica slechts een matige verlaging van de bloeddruk veroorzaakt. Vloeistofophoping in het lichaam, ook wel oedeem genoemd, kan optreden tijdens zwangerschap, wanneer de hart- verliest zijn pompfunctie (zwakte van de hartspier/hartfalen) en in nier ziekte. Een belangrijke nier ziekte waarbij waterretentie optreedt, is de nefrotisch syndroom: Patiënten scheiden meer uit eiwitten met hun urine, zijn er minder proteïnen in bloed en er is oedeem, meestal in de benen. Echter, water in de voeten is vaak ook aanwezig.

Onder welke omstandigheden mogen diuretica niet worden ingenomen?

Diuretica mogen niet worden ingenomen als de patiënt weinig vocht in het lichaam heeft. Diuretica mogen ook niet worden gebruikt als bloed zoutgehaltes zijn verhoogd of verlaagd, of moeten onder goede observatie van de patiënt worden gebruikt. Als patiënten vatbaar zijn voor bloed stollingsstoornissen met de vorming van bloedstolsels in de schepen, een zogenaamde trombosedienen geen diuretica te worden ingenomen, aangezien het bloed dikker wordt door de uitscheiding van water en trombose gemakkelijker kan optreden. Diuretica worden niet gegeven in geval van ernstige nier en lever schade.

Werkingsmechanisme van diuretica

De afzonderlijke stofklassen hebben verschillende werkingsplaatsen in de nier, maar ze hebben allemaal gemeen dat hun werking resulteert in een verhoogde uitscheiding van natrium met de urine. Natrium is een bloedzout dat door de nieren uit het bloed wordt gefilterd en met de urine het lichaam kan verlaten. Door de invloed van medicatie kan de natrium in het lichaam neemt af. Daarbij verliest het lichaam ook het opgeslagen water: patiënten moeten vaker naar het toilet, omdat het lichaam samen met het natrium meer water afscheidt. Vanwege de mogelijke bijwerkingen van deze groep geneesmiddelen is het belangrijk om regelmatig bloedzouten te controleren, bloed suiker, bloedlipiden en cholesterol en nierwaarden als een patiënt wordt behandeld met diuretica.