Artrodese (gewrichtsfusie): redenen, procedure

Wat is artrodese?

Artrodese is het opzettelijk operatief verstijven van een gewricht. De meest voorkomende reden voor de operatie is vergevorderde artrose (“gewrichtsslijtage”). Door de vernietiging van de gewrichtsoppervlakken wordt het aangetaste gewricht steeds onstabieler en pijnlijker.

Het doel van artrodese is dus het verlichten van pijn en het bereiken van een blijvend hoog draagvermogen van het gewricht. Hiervoor wordt echter de normale gewrichtsfunctie verlaten. Ook een artrodese is niet meer ongedaan te maken.

Wanneer wordt een artrodese uitgevoerd?

Veel voorkomende redenen voor een artrodese zijn:

  • gevorderde artrose van kleine gewrichten (vingers, pols, tenen en enkel)
  • losraken van kunstgewrichten zonder de mogelijkheid van vervanging
  • chronische instabiliteit van een gewricht als gevolg van spierverlamming
  • gewrichtsvernietiging bij reumatoïde artritis (“gewrichtsreuma”)

Artrodese wordt zelden uitgevoerd op de grote gewrichten, zoals het heupgewricht. In dit geval wordt geprobeerd de mobiliteit van de patiënt zo lang mogelijk in stand te houden door middel van een kunstgewricht.

Wat gebeurt er tijdens een artrodese?

Voor het uitvoeren van een artrodese zijn er twee anesthesieprocedures beschikbaar: algemene anesthesie en spinale anesthesie.

Bij algemene anesthesie brengt de anesthesioloog de patiënt in een diepe slaap en dient hij pijnstillers en spierverslappers toe. Bij spinale anesthesie worden de pijngeleidende zenuwbanen in het ruggenmerg uitgeschakeld door gerichte injecties van verdovingsmiddelen, maar de patiënt blijft tijdens de procedure bij bewustzijn en krijgt alleen kalmerende medicatie.

Voor een enkeloperatie kan een lokaal zenuwblokkade, samen met een milde algemene verdoving, voldoende zijn. De zenuwblokkade duurt meer dan 20 uur, waardoor de patiënt na de operatie enkele uren vrijwel pijnvrij is.

Als de gekozen anesthesie effectief is, wordt de huid op de plaats van de procedure grondig gedesinfecteerd. Bovendien zijn de lichaamsdelen rondom bedekt met steriele doeken. Dan kan de eigenlijke procedure van start gaan.

Artrodese: basisprincipes van de chirurgische procedure

Bij een artrodese krijgt de chirurg eerst toegang tot het gewricht: daartoe snijdt hij de huid, het onderhuidse vetweefsel en de spieren door en opent het gewricht door het gewrichtskapsel open te snijden.

Hiervoor plaatst hij bijvoorbeeld schroeven of metalen platen en soms eigen botchips (bijvoorbeeld van de iliacale top). Zodra de botten stevig met elkaar zijn verbonden, hecht de chirurg het gewrichtskapsel, het onderhuidse vet en de huid met een hechting.

Voorbeeld: Drievoudige artrodese

Bij deze operatie worden het onderste enkelgewricht in de voet en de twee aangrenzende gewrichten erboven en eronder verstijfd.

Om dit te doen, verwijdert de chirurg eerst het gewrichtskraakbeen van het onderste enkelgewricht en de twee aangrenzende gewrichten. Hij verbindt de nu blootliggende voegvlakken met twee tot vier sterke schroeven. Op röntgenbeelden wordt de juiste positie van de schroeven gecontroleerd. Na de drievoudige artrodese sluit de chirurg de wond met een hechting en brengt een elastisch verband aan.

Als gevolg van de genezingsprocessen op het bot en de spanning die door de schroeven wordt opgebouwd, worden drie botten die individueel ten opzichte van elkaar kunnen bewegen, in zekere zin in de loop van de tijd ‘één bot’.

Wat zijn de risico’s van artrodese?

Chirurgische gewrichtsfusie brengt bijzondere risico's met zich mee:

  • vorming van een vals gewricht (pseudartrose)
  • chronische pijn
  • Beperking van beweging
  • Gevoeligheidsstoornissen
  • materiële onverenigbaarheden
  • lichte verkorting van de geopereerde arm of been

Bovendien zijn er, zoals bij elke operatie, algemene chirurgische risico’s verbonden aan artrodese:

  • Bloedingen tijdens of na de operatie
  • Vorming van een hematoom, dat mogelijk tijdens een andere operatie moet worden verwijderd
  • infecties
  • esthetisch onbevredigende littekens
  • allergische reacties op gebruikte materialen (pleisters, latex, medicijnen)
  • anesthesie-incidenten

Waar moet ik op letten na een artrodese?

Na de operatie is een aanzienlijke pijn normaal. Uw arts zal u een pijnstillend medicijn voorschrijven dat u, indien nodig, kunt innemen nadat u uit het ziekenhuis bent ontslagen.

Hechtingen worden doorgaans op de tiende tot twaalfde dag na de artrodese verwijderd. Zorg er tot die tijd voor dat de operatiewond niet nat of vuil wordt. U mag alleen douchen terwijl u het wondgebied uit de weg laat. Als alternatief kunt u ook een speciale douchepleister gebruiken.

Stress na artrodese

Na een artrodese moet u het aangetaste lichaamsdeel eerst rustig aan doen totdat het bot genezen is. Afhankelijk van op welk gewricht de artrodese is uitgevoerd, kan dit drie tot vier maanden duren. Bespreek met uw arts hoeveel gewicht u tot die tijd op het geopereerde gewricht mag plaatsen.

Welk hulpmiddel voor u persoonlijk geschikt is, hangt af van de onderliggende ziekte, de toestand van het bot en de lokalisatie van de artrodese.