Medische geschiedenis (ziektegeschiedenis) vormt een belangrijk onderdeel bij de diagnose van tong coating. Familiegeschiedenis
Sociale Geschiedenis
- Zijn er aanwijzingen voor psychosociale stress of overbelasting als gevolg van uw gezinssituatie?
Actueel medische geschiedenis/ systemische geschiedenis (somatische en psychische klachten).
- Heeft u een tongcoating?
- Heeft u een verkleuring van de tong?
- Heeft u een verbranding van de tong?
- Hoe lang zijn deze symptomen aanwezig?
Vegetatieve anamnese inclusief voedingsanamnese.
- Rook je? Zo ja, hoeveel sigaretten, sigaren of pijpen per dag?
- Drink je alcohol? Zo ja, welke drank (en) en hoeveel glazen per dag?
- Gebruikt u drugs? Zo ja, welke medicijnen en hoe vaak per dag of per week?
Zelfgeschiedenis inclusief medicatiegeschiedenis.
- Reeds bestaande voorwaarden (bloedarmoede (bloedarmoede), auto-immuunziekten, huid ziekten (bijv. mycosen (schimmelinfecties)) - ook elders: bijv. vaginale schimmel, voetschimmel, enzovoort.), immunodeficiency, infectieziekten, lever ziekte, maag ziekte, mondholte ziekte, stofwisselingsziekten (bijv. suikerziekte mellitus)).
- Operations
- Allergieën
- Stralingstherapie naar het hoofd?
Medicatiegeschiedenis
Medicijnen die verkleuring van de tong kunnen veroorzaken.
- Langdurige toediening van antibiotica
- Mond spoelen met chloorhexidine (antiseptisch middel dat voornamelijk in de tandheelkunde wordt gebruikt).
Medicijnen die xerostomie kunnen veroorzaken (droog mond).
- ACE-remmers (benazepril, captopril, cilazapril, enalapril, fosinopril, imidapril, lisinopril, moexipril, perindopril, quinapril, ramipril, spiraalpril, trandolapril, zofenopril).
- Alfa-2-agonisten (apraclonidine, brimonidine, clonidine).
- Alfa-1-receptorblokkers (bunazosine, doxazosine, prazosine, terazosine).
- Anorectische (sibutramine).
- Anti-allergisch (H1-antihistaminica)
- Anticholinergica (ipratropiumbromide) [via perifere receptorblokkade]; aclidinium, biperideen, darifenacine, glycopyrronium, metixeen, methantheliniumbromide, oxybutynine, fenoxybenzamine, propiverine, scopolamine, solifenacine, tiotropium, tolterodine, trihexyfenidyl, trospiumchloride, umeclidinium
- Methantheliniumbromide
- Zie ook onder “Anticholinerge effecten door drugs" indien toepasselijk.
- Antidepressiva [via centrale receptorblokkade].
- Noradrenerg en specifiek serotonerg antidepressiva (NaSSA) - mirtazapine.
- Selectief noradrenaline heropnameremmers (NARI) - reboxetine, viloxazine.
- Selectief serotonine-noradrenaline heropnameremmers (SSNRI) - duloxetine, venlafaxine.
- Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI) - trazodon
- Tricyclisch antidepressiva (TCA's) - amitriptyline, butriptyline, cianopramine, clomipramine, desipramine, doxepine, imipramineiprindole, melitrace, nortriptyline, opipramol, protriptyline, trimipramine).
- Anti-emetica (dimenhydrinaat, scopolamine).
- Anti-epileptica (gabapentine)
- antihistaminica (clemastine, dimetindeen, ketotifen).
- Antiparkinsongeneesmiddelen
- Anticholinergica (nachtschade heel extract, benzatropine, biperiden, bornaprine, metixen, pridinol, procyclidine, scopolaminetrihexyfenidyl).
- Dopaminerge stoffen (amantadine, apomorfine, bromocriptine, cabergolinealfa-dihydro-ergocryptine, levodopa, lisuride, memantine, pergolide, pramipexol, ropinirol).
- Antipsychotica (neuroleptica).
- Conventionele (klassieke) antipsychotica (neuroleptica).
- Fenothiazine-type drugs (levomepromazine, triflupromazine).
- Conventionele (klassieke) antipsychotica (neuroleptica).
- Antisympathotonica (α-methyldopa).
- anxiolytica (azapiron, hydroxyzine).
- SS-3-mimetisch (mirabegron)
- Bètablokker (metoprolol)
- Bronchodilatoren (β2-mimetica) - sulbutamol, terbutaline).
- Carboanhydraseremmers, lokaal (brinzolamide, dorzolamide).
- diuretica
- Ringleiding diuretica (azosemide, bumetanide, etacrynzuur, etozoline, furosemide, pyretanide, torasemide).
- Thiazide diuretica (benzthiazide, chloorthiazide, hydrochloorthiazide (HCT), hydroflumethiazide, methyclothiazide, polythiazide, trichloormethiazide).
- dopamine agonisten (bromocriptine, cabergoline, lisuride).
- dopamine antagonisten (butyrofenonen: haloperidol).
- Drugs (amfetaminen, tetrahydrocannabinol).
- slaapmiddelen
- Magnesiumsulfaat
- Narcotica, centraal werkende analgetica.
- Opioïde antagonisten (nalmefeen, naltrexon).
- Parasympathicolytica (atropine).
- Perchloraten (perchloraat)
- Psychotrope stoffen zoals modafinil
- sedativa
- Spasmolytica (butylscopolamine)
- Sympathicomimetica
- indirect sympathicomimetica (amfetaminen).
- Cytostatica
Geneesmiddelen die verbranding van de mond kunnen veroorzaken
- mondspoelingen
- Reserpine
Medicijnen die kunnen leiden tot mycose (schimmelziekte) van de mondholte
- antibiotica
- Astma-sprays die cortison bevatten