Borstademhaling – Eenvoudig uitgelegd

Wat is borstademhaling?

Gezonde mensen ademen zowel door de borst als door de buik. De borstademhaling is verantwoordelijk voor ongeveer een derde van alle ademhalingen en de buikademhaling (diafragmatische ademhaling) voor ongeveer tweederde.

Bij het ademen door de borstkas worden de intercostale spieren gebruikt om in en uit te ademen. Vergeleken met buikademhaling wordt borstademhaling als inspannender beschouwd omdat er meer energie voor nodig is.

Bovendien is de borstademhaling oppervlakkiger, waardoor er minder zuurstof de longen bereikt dan bij diepe buikademhaling.

Hoe werkt ademhaling op de borst?

Simpel gezegd houdt borstademhaling in dat de intercostale spieren worden gespannen wanneer u inademt. Hierdoor worden de ribben naar buiten geduwd. Hierdoor wordt het volume van de borstholte groter. Omdat de longen stevig aan de borstwand zijn bevestigd, moeten ze onvermijdelijk mee uitzetten. Hierdoor ontstaat er een negatieve druk in de longen, waardoor er lucht in de longen stroomt.

Wanneer je uitademt, ontspannen de tussenribspieren zich weer. De borstholte en daarmee de longen krimpen weer. De ingesloten lucht wordt via de luchtwegen naar buiten geduwd – maar nooit volledig. Zelfs bij maximale uitademing blijft er wat lucht in de longen achter. Dit restvolume zorgt ervoor dat de delicate luchtzakjes (longblaasjes) – de plaatsen waar gasuitwisseling plaatsvindt – niet bezwijken.

Wanneer heb je borstademhaling nodig?

Borstademhaling treedt meestal op als u veel fysieke of mentale stress ervaart. Het is dus ook een teken van mogelijke stressvolle situaties. Andere typische triggers voor borstademhaling zijn bijvoorbeeld

  • Zwangerschap: Naarmate de buikomtrek toeneemt, wordt de buikademhaling moeilijk. In een vergevorderde zwangerschap neigen vrouwen daarom vaak naar borstademhaling.
  • Strakke kleding: Als het buikgebied wordt vernauwd door nauwsluitende kleding, wordt de buikademhaling moeilijk – mensen schakelen steeds vaker over op borstademhaling.
  • Dyspneu (kortademigheid): Wanneer kortademigheid optreedt, ademen de getroffenen meer met behulp van borst- en hulpademhaling. In het laatste geval worden de hulpademhalingsspieren gebruikt. Deze omvatten bepaalde keel-, borst- en buikspieren.
  • Na operaties of verwondingen in de buikholte: In dit geval wordt de borstademhaling gebruikt als zachte ademhaling om te voorkomen dat de gevoelige buikholte extra wordt belast.