CZS centraal zenuwstelsel

Synoniemen

hersenen, ruggenmerg, hersenvliezen

  • Logisch denken
  • Het eigen bewustzijn
  • Emoties / gevoelens
  • En verschillende leren processen.

Communicatie van zenuwen

Wanneer men spreekt over zenuwcellen die met elkaar communiceren, wordt dit in wezen gedaan door chemische boodschappers (zenders, neurotransmitters) vrij te geven in de buurt van een andere zenuwcel (neuron). Het proces is daarom vergelijkbaar met een eenvoudig gesprek tussen twee mensen. De een giet woorden uit die de ander verwerkt.

Zo'n kleine functionele eenheid wordt een synaps genoemd. De meeste neuronen dragen duizenden van dergelijke informatie-interfaces (synapsen)!

  • Zenuw einde (Axon)
  • Boodschappersubstanties, bijv. Dopamine
  • Ander zenuwuiteinde (dendriet)

De binnenkomende informatie (afference) wordt dus meestal geregeld op boomachtige uitsteeksels van de zenuwcel (dendrieten) en wordt effect via een axon!

Binnen een enkele zenuwcel, de informatie wordt niet verzonden door zenders, maar elektrisch via een stroom (actiepotentiaal). De zenuwcel heeft veel dendrieten, die een soort verbindingskabel zijn naar andere zenuwcellen om met hen te communiceren.

  • Zenuwcel
  • dendrite

Microscopische anatomie

In het CZS wordt een fundamenteel onderscheid gemaakt tussen een grijze weefselsubstantie (Substantia grisea) en een witte weefselsubstantie (Substanzia alba). Deze classificatie verwijst naar het aandeel zenuwcellen op elk punt in het lichaam. De grijze massa bevat de zenuwcellichamen (perikaryas, soma), een schijnbaar verwarde massa zenuwprocessen (neuropil) en vooral astrocyten (bindweefsel cellen), die tot de zogenaamde gliacellen behoren.

Binnen de grijze materie zijn de zenuwextensies (verbindingslijnen) vaak niet omgeven door oligodendrocyten met hun celextensies en zijn ze dus niet gemyeliniseerd (zie myelinisatie, zenuwmantels), dwz ze hebben geen zenuwomhulsel. Aan de andere kant bevat de witte substantie bundels zenuwcelvezels (verbindingslijnen), die meestal gemyeleniseerd worden door oligodendrocyten, dwz ze hebben een erfelijke omhulling. Dit is waar de witte substantie zijn naam kreeg: de myeline schede bevat veel vet, waardoor het een witachtige glans heeft en zich qua kleur onderscheidt van de omliggende weefsels.