Infectieziekten

Hieronder beschrijft "Infectieuze en parasitaire ziekten" ziekten die volgens ICD-10 (A00-B99) in deze categorie worden ingedeeld. De ICD-10 wordt gebruikt voor de internationale statistische classificatie van ziekten en aanverwante zaken Gezondheid Problemen en wordt wereldwijd erkend.

Besmettelijke en parasitaire ziekten

에이즈 heeft tot op heden geen genezing, en tuberculose is wereldwijd in opkomst. De dreiging van infectieziekten kent geen grenzen. Dit is dramatisch aangetoond door de snelle verspreiding van de SARS pathogeen in de afgelopen jaren. Infectieziekten blijven een grote uitdaging vormen voor de gezondheidszorg. Zelfs een "oude bekende", tuberculose - een bacteriële ziekte - maakt momenteel een "stille" comeback. Elk jaar worden meer dan negen miljoen nieuwe besmettingen geteld, en wereldwijd sterven jaarlijks meer dan twee miljoen mensen aan deze besmettelijke ziekte. Infectieziekten worden veroorzaakt door ziekteverwekkers zoals bacteriën, virussen, schimmels of parasieten (bijv. wormen). Een infectieziekte wordt gekenmerkt door pathogeenspecifieke beloop en symptomen. De fysieke voorwaarde van de besmette persoon speelt in deze context ook een rol. Vooral kinderen, zieken en ouderen lopen gevaar. Een infectie hoeft niet altijd leiden ziekte, maar de getroffen persoon is nog steeds besmettelijk. Infectieziekten kunnen gelokaliseerd zijn, dwz de ziekte is beperkt tot bepaalde delen van het lichaam, of gegeneraliseerd, dwz het hele lichaam wordt aangetast. Voor de meeste infectieziekten zijn er pathogeenspecifiek drugs zoals antibiotica (voor bacteriële infecties) en antivirale middelen (voor ziekten veroorzaakt door virussen​ Veel infectieziekten kunnen worden voorkomen door hygiënemaatregelen en last but not least door vaccinatie: Vaccinaties, zoals tegen invloed (griep), bieden bescherming tegen infectieziekten en hun gevreesde complicaties. Vaccinaties voor reisgeneesmiddelen zijn aan te raden wanneer u naar verre landen reist en verminderen het risico op infectie door veel gevreesde infectieziekten. Door preventieve maatregelen kunnen tal van infectieziekten worden voorkomen. Sommige kunnen tegenwoordig ook worden behandeld met farmacotherapie.

Veel voorkomende infectie- en parasitaire ziekten

De belangrijkste risicofactoren voor infectie- en parasitaire ziekten

Gedragsoorzaken

  • Dieet
    • Consumptie van besmet voedsel zoals vlees van pluimvee, kip eieren, rauwe vleesproducten zoals gemalen varkensvlees, rauw melk of rauwmelkse kaas, drinken water.
    • Ondervoeding
  • Consumptie van stimulerende middelen
    • Alcohol gebruik
    • Tabaksconsumptie
  • Psychosociale situatie
    • Spanning
  • Contact met zieke personen
  • Onvoldoende hygiënische omstandigheden
  • Onvoldoende bescherming tegen muggenbeten (malaria)
  • Tatoeages, piercings, doorboren het oorgat.
  • Drug gebruik
  • Naald delen - het delen van naalden en ander injectiemateriaal onder drugsverslaafden.
  • Seksuele overdracht - onbeschermde geslachtsgemeenschap, seksuele contacten in het vakantieland, prostitutie, promiscuïteit (seksuele contacten met relatief vaak wisselende partners).

Ziektegerelateerde oorzaken

  • Alcohol afhankelijkheid
  • Diabetes mellitus - diabetes mellitus type 1, diabetes mellitus type 2
  • Dialysepatiënten
  • Immunodeficiëntie

Geneesmiddel

röntgenstralen

  • Stralingstherapie (radiotherapie, radiatio)

Houd er rekening mee dat de opsomming slechts een uittreksel is van het mogelijke risicofactoren​ Verdere oorzaken zijn te vinden onder de betreffende ziekte.

De belangrijkste diagnostische maatregelen voor infectieziekten en parasitaire ziekten

  • Culturele detectie van de ziekteverwekker incl. resistogram (testen van geschikt antibiotica voor gevoeligheid / weerstand).
  • Microscopisch onderzoek van monsters
  • Serologische detectie van antilichamen tegen de respectievelijke ziekteverwekker.
  • Krukonderzoek voor enteropathogene pathogenen.
  • Abdominale echografie (ultrageluid onderzoek van buikorganen) - als lever or milt betrokkenheid wordt vermoed.
  • Röntgenstraal van de thorax (röntgen thorax / borst).
  • echocardiografie (echo; cardiaal ultrageluid) - als er een vermoeden is van cardiale betrokkenheid.
  • Indien nodig, computertomografie van de schedel (craniale CT, craniale CT of cCT).
  • Indien nodig, magnetische resonantie beeldvorming van de schedel (craniale MRI, craniale MRI of cMRI).

Welke dokter helpt u?

Bij infectie- en parasitaire ziekten is het eerste aanspreekpunt de huisarts, meestal huisarts of internist. Afhankelijk van de ziekte of de ernst ervan, beslist deze persoon of een presentatie aan een specialist of specialist nodig is.