Anatomie | Fascias

Anatomie

Oppervlakkige fasciae bevinden zich direct onder de huid en onderhuids en zijn zeer elastisch en kunnen lichaamsvet opnemen (in geval van gewichtstoename of zwangerschap). Diepe fasciae liggen onder een verdere vetlaag, ze zijn minder elastisch en hebben een lagere bloed leveren dan oppervlakkige fasciae en zijn verantwoordelijk voor de overdracht van pijn. Myofibroblasten zijn een belangrijk onderdeel van diepe fascia.

Deze zijn bijzonder bindweefsel cellen die lijken op de spiercellen van gladde spieren produceren collageen en kunnen reageren op mechanische of chemische prikkels met contractie en ontspanning. De stijfheid van de diepe fascia hangt waarschijnlijk af van de dichtheid van de myofibroblasten. Een extreem hoog percentage myofibroblasten wordt bijvoorbeeld aangetroffen bij de ziekte van Dupuytren (een ziekte waarbij de flexor pezen van de vingers worden dikker en stijver, gepaard gaande met ernstige bewegingsbeperkingen).

Een speciaal geval zijn de orgaanfasciae, die de organen omhullen. Ze zijn minder elastisch en zorgen voor de ondersteunende functie en borging van de organen. Als de spanning van de orgaanfascia te los is, leidt dit tot een orgaanverzakking; als de spanning te strak is, worden de organen aangetast in hun noodzakelijke glijvermogen.

Taken

  • Verbinding: in de breedste zin vormen fasciae de verbinding van alle lichaamssystemen van spieren, pezen, ligamenten, botten, gewrichten, zenuwen, vasculaire systeem en het hormonale systeem. Ze weven een heel lichaamsnetwerk met een rastervormige structuur dat geen begin en geen einde heeft. Dit verbindingsweefsel zorgt ervoor dat de verschillende structuren van ons lichaam bij elkaar worden gebracht en, net als in elkaar grijpende tandwielen, ook als een geheel systeem functioneren, mits er geen verstoring is.
  • Ondersteunende functie: als ons lichaam niet zou worden ondersteund en vastgehouden door fasciae, zou het instorten, aangezien de botten zijn slechts de basisstructuur.

    Fasciae verbinden alle weefsels met elkaar, maar veroorzaken tegelijkertijd ook de onderlinge afbakening van aangrenzende spieren en organen van elkaar en dienen zo om de verschillende weefsels tegen elkaar te laten glijden. Door hun 3D-elasticiteit zijn fasciae extreem flexibel en kunnen ze zich daarom aanpassen aan een breed scala aan belastingen.

  • Als passieve structuur geeft de fascia de spier steun tijdens contractie. Het kan bij zware belasting dichter worden en dient zo als bescherming voor de spieren.

    Omdat de bindweefsel grijpt in bij de spieroverdracht van kracht, de kracht die door de spieren wordt uitgeoefend begint bij de pees (overgang van de spier naar het bot), zodat de kracht niet verloren gaat in het aangrenzende weefsel.

  • Beschermende functie: The bindweefsel netwerk beschermt ons lichaam tegen verwondingen veroorzaakt door externe spanningen en binnendringende vreemde lichamen en werkt als een elastiek schokken absorber om bewegingen te dempen.
  • Na de huid is het raster van fasciae het grootste sensorische orgaan van ons lichaam. De dichtheid van sensoren (receptoren) in de fascia is 10 keer hoger dan in de spieren. Door de hoge dichtheid van receptoren vormt het fascienetwerk een groot sensorisch orgaan dat de kleinste veranderingen in spanning, druk, pijn en temperatuur en verzendt de verkregen informatie naar de hersenen.

    De constante berichten van de receptoren die in het bindweefsel aanwezig zijn, helpen ons om een ​​goede lichaamswaarneming te bereiken, waardoor we de positie van alle delen van het lichaam in de ruimte zonder oogcontrole kunnen waarnemen en deze indien nodig kunnen wijzigen en aanpassen. De grote dorsale fascia bevat een bijzonder groot aantal pijn receptoren die zich uitstrekken van de nek aan de achterkant van de hoofd.

  • Transport: alle componenten van het bindweefsel drijven in een stroperige, 70% waterhoudende basisstof, de matrix. De volledige massaoverdracht vindt plaats in deze vochtige omgeving.

    Fasciae vullen weefsels die kunnen worden opgeslagen bloed en water en dienen als doorgangen voor bloed, lymfevloeistof en zenuwen. Tijdens beweging reageert het bindweefsel als een spons, die tijdens de ontlastingsfase wordt uitgeperst en weer wordt opgenomen. Doorslaggevend in dit proces is het opnieuw vullen van het weefsel met vloeistof.

    Voedingsstoffen worden via het bindweefsel getransporteerd en gedistribueerd naar de plek waar ze nodig zijn. Door de uitwisseling met het veneuze en lymfestelsel worden afvalstoffen weer afgevoerd. Als het transport van stoffen in de bindweefselmatrix wordt verstoord door ziekte of gebrek aan lichaamsbeweging, wordt het weefsel dikker en worden 'afvalproducten' verzameld.

  • In de bindweefselmatrix vindt een continue hermodellering plaats door de fibroblasten.

    Fibroblasten produceren constant nieuwe collageen en elastische vezels die uitgroeien tot stevig bindweefsel, bijvoorbeeld trekgewrichtsbanden of los vulweefsel tussen de organen in de buikholte, terwijl oude versleten structuren weer worden afgebroken.

  • Genezing: Wanneer de fibroblasten beschadigd weefsel ontmoeten, reageren ze met een overproductie van collageen vezels en kan zo de wond sluiten. Nadat het werk is gedaan, sterven deze cellen af. Als het genezingsproces echter wordt verstoord, bijvoorbeeld door een ontsteking, of als een deel van het lichaam permanent wordt overbelast, produceren de fibroblasten constant meer collageen.

    De vezelkettingen worden geknoopt, klitten en vormen kleine littekens (fibroses), die pijn en bewegingsbeperking veroorzaken (bijv. Pijnlijk schouderstijfheid, bevroren schouder). Overmatige productie van collageen speelt ook een doorslaggevende rol bij de groei en verspreiding van tumoren.

  • Immuunsysteem: In de fascia bevinden zich mobiele cellen van het immuunsysteem (macrofagen), die alles in het bindweefsel resorberen dat geen of een schadelijke functie heeft. Deze omvatten dode cellen, bacteriën, virussen en tumorcellen. Fagocytiserende cellen (scavenger-cellen) zijn in staat ziekteverwekkers via het lymfatische of veneuze systeem te verwijderen en nemen zo een belangrijke functie in de immuunafweer op zich. Mestcellen (mastocyten) zijn bijzonder actief bij het beheersen van ontstekingsprocessen.