Diagnose | Wat is vingerartrose?

Diagnose

Allereerst voert de behandelende arts een eerste gesprek met de betrokkene. De vermoedelijke diagnose bestaat meestal na de melding van de symptomen van de patiënt. Ook is het van belang of familieleden van de betrokkene daar ook last van hebben artrose of reumatische aandoeningen.

Als dit het geval is, kan er een mogelijke indicatie zijn van een familiale aanleg voor de ziekte. Als u in uw beroep veel met uw handen moet werken of onlangs een ernstig ongeval met uw handen heeft gehad, moet u de behandelende arts hiervan op de hoogte stellen. Ongevalgerelateerde schade kan ook bijdragen aan artrose.

Na het eerste consult voert de arts een fysiek onderzoek. Hij kijkt naar de gewrichten van de handen afzonderlijk. Het is meestal mogelijk om knobbeltjes en zwellingen te detecteren zonder de vinger gewrichten.

Vervolgens kijkt de arts naar elk afzonderlijk gewricht en controleert zijn bewegingsbereik, ligamentstabiliteit en druk pijn, zwelling, huidveranderingenroodheid, oververhitting. Om het vermoeden te bevestigen, beveelt de behandelende arts een Röntgenstraal onderzoek. de volgende veranderingen, die typisch zijn voor vinger artrose, kan voorkomen in röntgenfoto's: naast deze beeldvormingsprocedure beschikken artsen over andere diagnostische maatregelen. De ultrageluid onderzoek (echografie) is niet-invasief (dringt niet door in het lichaam), kan snel en gemakkelijk worden uitgevoerd en kan indien nodig gemakkelijk worden herhaald.

Andere beeldvormende maatregelen zijn onder meer magnetische resonantiebeeldvorming (MRI), computertomografie (CT), scintigrafie, gezamenlijk prik met gelijktijdig onderzoek van de synoviale vloeistof (synovia). Bovendien is de bloed van de getroffen persoon kan worden onderzocht. In tegenstelling tot reumatische aandoeningen zijn er geen typische laboratoriumparameters.

Het is echter mogelijk om onderscheid te maken tussen actief en verlopen artrose (gewrichtsdegeneratie). In de actieve vorm zijn ontstekingswaarden in de bloed kan worden verhoogd. Deze omvatten de bloed sedimentatiesnelheid, de witte bloedcellen (leukocyten) en hun subgroepen zoals lymfocyten, monocyten en granulocyten, en het C-reactieve proteïne (CRP).

  • Versmalling van de gewrichtsruimte
  • Stierenhoorn zoals lopers van de botten (osteofyten)
  • Botschade die onder het kraakbeen ligt, dat is opgevuld met ander materiaal (bindweefsel, vocht, littekens) (grindcysten)
  • Compressie van de botlaag die onder de kraakbeen (subchondrale sclerotherapie).

Omdat de oorzaken van het ontstaan ​​van artrose minder vaak worden gevonden op het gebied van slecht genezen eerdere ziekten (zie hierboven), maar vooral op genetisch of hormonaal gebied. Vaak een patiënt die lijdt aan artrose van het einde van de vinger gewricht vertoont ook symptomen in het gebied van het metacarpofalangeale en / of duim zadelgewricht. Daarnaast kan niet worden uitgesloten dat andere lichaamsdelen, zoals de knie en / of heup gewricht of de wervelkolom, worden ook aangetast door de ziekte. Dit moet in elk afzonderlijk geval worden gecontroleerd en uitgesloten. Als er meerdere gewrichten worden beïnvloed door artrose, het wordt POLYartrose genoemd (poly = veel).