Schouderstijfheid

Synoniemen

  • Schouderfibrose
  • Adhesief subacromiaal syndroom
  • Periarthropathia humeroscapularis adhaesivia (PHS)
  • Stijve schouder

Definitie

Schouderstijfheid is een van de degeneratieve veranderingen van de schoudergewricht. Het gewricht is beperkt in zijn mobiliteit als gevolg van ontsteking en krimp van de gezamenlijke capsule.

Samengevat

De "frozen shoulder" is een bewegingsbeperking van de schoudergewricht door ontsteking van de gezamenlijke capsule, wat krimp van de capsule veroorzaakt. Als het gezamenlijke capsule is gekrompen, de schoudergewricht is beperkt in zijn bewegingsvrijheid. Er zijn verschillende vormen van frozen shoulder.

Pijn is een begeleidend symptoom. Voornamelijk, cortisone behandeling wordt gezocht als therapie. Als het gewricht echter niet op deze behandeling reageert, of als de ziekte de neiging heeft terug te vallen, kan een operatie worden overwogen.

In dit geval wordt het gewrichtskapsel opengesneden. Na een paar weken is het gewricht idealiter weer vrij om te bewegen. Patiënten moeten echter een tijdje voorzichtig blijven tijdens sportactiviteiten. Allereerst moet het gewricht tijdens fysiotherapie worden versterkt en moet een hernieuwde verstijving worden voorkomen. Therapie is vaak moeilijk en moet worden uitgevoerd door artsen die gespecialiseerd zijn in deze ziekte, omdat in veel gevallen een ernstige bewegingsbeperking en pijn kan blijven bestaan.

Oorzaken

Een bevroren schouder is meestal het gevolg van herhaalde onverklaarbare irritatie of ontsteking van de synoviale vloeistof. Het probleem speelt zich af in het gewricht. Er zijn twee vormen van frozen shoulder: het begint met een ontsteking van het gewricht slijmvlies en komt voornamelijk voor bij vrouwen tussen de 40 en 60 jaar.

Omdat dit pijnlijk is, hebben de getroffenen meestal de neiging om voor het gewricht te zorgen en het zo min mogelijk te verplaatsen. Deze besparing draagt ​​bij aan het feit dat het gewricht ontstoken is en leidt tot krimp van het gewrichtskapsel. De beweeglijkheid van het gewricht is nu beperkt.

De stijfheid van de schouder kan spontaan achteruitgaan. Het verloopt meestal in fasen. Een risicofactor is suikerziekte.

Secundaire schouderstijfheid kan optreden als gevolg van langdurige immobilisatie van het gewricht (gipsverband), verwondingen, bijv. schouderdislocatie, slijtage of een verkalkte schouder of operatie. Ontsteking kan ook een mogelijke trigger zijn. Ook hier treedt krimp van het gewrichtskapsel op.

  • Primaire schouderstijfheid: het begint met een ontsteking van het gewricht slijmvlies en komt vooral voor bij vrouwen tussen de 40 en 60 jaar. Omdat dit pijnlijk is, hebben de getroffenen de neiging om het gewricht rustig aan te doen en het zo min mogelijk te bewegen. Deze besparing draagt ​​bij aan het feit dat het gewricht ontstoken is en leidt tot krimp van het gewrichtskapsel.

    De beweeglijkheid van het gewricht is nu beperkt. De stijfheid van de schouder kan spontaan achteruitgaan. Het verloopt meestal in fasen.

    Een risicofactor is suikerziekte.

  • Secundaire schouderstijfheid: Secundaire schouderstijfheid kan optreden als gevolg van langdurige immobilisatie van het gewricht (gipsverband, verband), verwondingen, bijvoorbeeld schouderdislocatie, slijtage of een verkalkte schouder of operatie. Ontsteking kan ook een mogelijke trigger zijn. Ook hier treedt krimp van het gewrichtskapsel op.

Een reden voor het ontstaan ​​van schouderstijfheid is dat er een operatie heeft plaatsgevonden in het schoudergebied.

Dit kan een operatie zijn om de symptomen van schouderpijn (impingement), artrose of gescheurdheid te verminderen pezen (rotator manchet scheuren). Een meer voorkomende reden is ook een operatie voor een breuk van de hoofd of opperarmbeen, bijvoorbeeld na een val. Na de operatie maakt het onderdeel uit van de postoperatieve behandeling dat de arm eerst stil wordt gehouden en in een armspalk of bandage wordt gedragen.

Afhankelijk van de operatie kan dit tussen de 3 en 6 weken geïndiceerd zijn. Het grootste risico bij het immobiliseren van de arm is de ontwikkeling van een frozen shoulder. Het gebrek aan beweging en stretching van het kapsel en ligamenten in de schouder veroorzaakt krimp en verklevingen daarin.

Het is daarom een ​​centrale zorg van de chirurg en fysiotherapeuten na de operatie dat de arm niet langer dan strikt noodzakelijk in het verband wordt gedragen. Door een vroege passieve oefening van de arm door een fysiotherapeut kan de arm worden bewogen zonder het chirurgische resultaat in gevaar te brengen, maar wordt tegelijkertijd het risico op schouderstijfheid verkleind. Als de arm niet voldoende wordt getraind, loopt de patiënt het risico op een stijve schouder. Het is daarom van belang dat patiënten regelmatig en gestructureerd oefeningen doen voor de arm volgens de instructies van hun arts of fysiotherapeut.

Naast schouderoperaties kan ook postoperatieve schouderstijfheid optreden na operaties aan en in de schedel, buik (buik) of thorax (borst). Dit is echter zeer zeldzaam en is niet een van de meest voorkomende complicaties van dergelijke operaties. Schouderstijfheid na een borstoperatie, bijv. Bij borstkanker, wordt ook zelden beschreven. Bij al deze operaties is het echter ook zo dat goede en regelmatig uitgevoerde oefeningen voor de schouder de kans op een stijve schouder sterk verkleinen.