MotionPeristalsis | Dunne darm

MotionPeristaltiek

Na opname in de dunne darm slijmvliesworden de voedingsstoffen in de bloedbaan gebracht. Via het vasculaire netwerk (haarvaten) in de villi van de dunne darmworden de suikers, de aminozuren (van peptiden) en de vetzuren met korte tot middellange ketens opgenomen in de bloed schepen en worden doorgegeven aan de lever via het portaal ader. De vetzuren met lange ketens, de cholesterol ethers en fosfilipiden, worden opgenomen in grote eiwit-vetmoleculen (chylomicronen) en worden via het lymfevat in de villi van de dunne darm, aanvankelijk voorbij de lever in de bloedbaan.

De darm is ook belangrijk voor de opname van water. In totaal wordt op één dag ongeveer 9 liter vocht opgenomen. Ongeveer 1.5 liter hiervan komt uit de vloeistof die je drinkt en de rest bestaat uit de vloeistoffen (afscheidingen) die het maagdarmkanaal aanmaakt.

Deze omvatten speeksel, maagsap, dunne darm sap, pancreassap en gal. Na opname in het slijmvlies van de dunne darm komen de voedingsstoffen in de bloedbaan terecht. Via het vasculaire netwerk (capillairen) in de villi van de dunne darm worden de suikers, de aminozuren (uit peptiden) en de korte tot middellange vetzuren opgenomen in de bloed schepen en doorgegeven aan de lever via het portaal ader.

De vetzuren met lange ketens, de cholesterol ethers en fosfilipiden, worden opgenomen in grote eiwit-vetmoleculen (chylomicronen) en worden via het lymfevat in de villi van de dunne darm getransporteerd, eerst langs de lever naar de bloedbaan. De darm is ook belangrijk voor de opname van water. In totaal wordt op één dag ongeveer 9 liter vocht opgenomen. Ongeveer 1.5 liter hiervan komt uit de vloeistof die je drinkt en de rest bestaat uit de vloeistoffen (afscheidingen) die het maagdarmkanaal aanmaakt. Waaronder speeksel, maagsap, dunne-darmsap, pancreassap en gal.

Pijn in de dunne darm

Pijn in de dunne darm is niet eenvoudig te definiëren. Er zijn veel verschillende klinische beelden die kunnen veroorzaken pijn in de dunne darm. Het spectrum varieert hier van eenvoudig constipatie of gastro-intestinale ontsteking tot meer ernstige chronische ontsteking, darmzweren of mesenteriaal infarct.

Veel van deze ziekten veroorzaken ook relatief onspecifiek pijn in de onderbuik, die enerzijds niet gemakkelijk van elkaar te onderscheiden zijn en anderzijds ook lijken op pijnpatronen van andere zieke organen zoals de alvleesklier, galblaas, buikvlies or dikke darm. Pijn in de dunne darm manifesteert zich met verschillende "pijnkwaliteiten", afhankelijk van het klinische beeld. Deze variëren van koliekachtige (sterke, golfachtige) pijn in de dunne darmblokkade (illeus) tot doffe, langdurige pijn en acute, stekende pijn. pijn in een zweer of acute ontsteking. In principe geldt: hoe acuter en heviger de pijn, hoe ernstiger de ziekte.

Er moet ook rekening mee worden gehouden of er naast de pijn een zogenaamde verdedigingsspanning optreedt, wat in dit geval een reflecterende en slechts gedeeltelijk willekeurige verharding van de buikwand betekent die kan worden geactiveerd door aanraking. Pijn in de dunne darm moet altijd worden gezien in de context van reeds bekende reeds bestaande aandoeningen. Bijvoorbeeld pijn bij acute ontsteking van de dunne darm na gastro-intestinaal virussen or voedselvergiftiging kan "normaal" zijn zolang het niet langer duurt dan vier dagen.

Aan de andere kant, een mesenterium slagader infarct met daaropvolgende verminderd bloed de toevoer naar het aangetaste deel van de dunne darm manifesteert zich bijvoorbeeld met korte, hevige pijn die dan verbetert en bijna verdwijnt terwijl de ziekte bedreigende vormen aanneemt. De ontstekingsziekte van de dunne darm wordt enteritis genoemd. Vanwege de nauwe positionele relatie, de maag en dikke darm kan ook ontstoken zijn, deze vormen van ziekte worden dan genoemd gastro-enteritis (maag) of enterocolitis (colon).

Enteritis wordt geclassificeerd volgens verschillende criteria: 1. is de enteritis infectieus of niet-infectieus 2. is de ontsteking acuut of chronisch? 3. wat veroorzaakte de ontsteking? Infectieuze enteritis kan worden veroorzaakt door bacteriën (bv

Salmonella, Shigella, E. coli, Clostridia), virussen (bijv. Rotavirus, Noro-Virus, Adenovirus) of parasieten (bijv. amoebe, wormen, schimmels). Niet-infectieuze enteritis is de term die wordt gebruikt om te beschrijven ontsteking van de dunne darm die van geneeskrachtige oorsprong is (cyclosporines, cytostatica), wordt veroorzaakt door radiotherapie, is het gevolg van een verminderde bloedtoevoer in de betreffende sectie, wordt veroorzaakt door toxines, wordt veroorzaakt door allergieën, zoals voedselallergieën of na operaties, of is idiopathisch (zonder bekende oorzaak), zoals colitis ulcerosa or De ziekte van Crohn.

Enteritides manifesteren zich voornamelijk door diarree, wat vaak gepaard gaat met misselijkheid en braken. Andere, meer niet-specifieke symptomen zijn intestinaal krampen, pijn in de buik en koorts. In de loop van de ziekte leiden verhoogde wateruitscheiding en verminderde absorptie tot tekenen van uitdroging en verstoringen van de elektrolyt evenwicht zoals duizeligheid, vermoeidheid, lusteloosheid en kalf krampen.

De therapie van enteritis hangt af van de triggers. De meeste enteritispatiënten vertonen een spontaan genezingsproces met diarree afnemen binnen 3-7 dagen en misselijkheid en braken afnemen binnen 1-3 dagen. In deze gevallen is de behandeling symptoomgericht en afhankelijk van de ernst van de ziekte, met medicatie voor misselijkheid, diarree en waar nodig ontsporing van de elektrolyt.

Bij hardnekkige ontstekingen is een gedetailleerd patiëntengesprek belangrijk om de bovengenoemde triggers op te helderen. Bovendien wordt de ziekteverwekker gedetecteerd via ontlastingsmonster. De therapie wordt dan aangepast aan de resultaten van de tests. Bacteriële en parasitaire enteritis worden bijvoorbeeld behandeld antibiotica als de symptomen aanhouden.