Speeksel

Synoniemen

spuug, speeksel

Introductie

Speeksel is een exocriene afscheiding die wordt geproduceerd in de speekselklieren in de mondholte. Bij mensen zijn er drie grote speekselklieren en een groot aantal kleine speekselklieren. Groot speekselklieren incl parotis (Glandula parotis), de mandibulaire klier (Glandula submandibularis) en de sublinguale klier (Glandula sublingualis).

Samen zijn deze verantwoordelijk voor ongeveer 90% van het geproduceerde speeksel, de rest wordt geleverd door de kleine speekselklieren in de mond. slijmvlies. Gemiddeld produceert iemand ongeveer 500 tot 1500 milliliter speeksel per dag, onder andere afhankelijk van hoeveel en wat voor soort voedsel hij of zij eet. Zelfs zonder enige voedselinname wordt er echter een bepaalde hoeveelheid speeksel geproduceerd, namelijk ongeveer 500 milliliter, wat basale secretie wordt genoemd.

Onderdelen en staat

Afhankelijk van de aard van het speeksel zijn er twee verschillende soorten: er is slijmerig (of slijm) speeksel en sereus speeksel. Mucineus speeksel is nogal slijmerig tot stroperig. Het wordt vaker geproduceerd als de invloed van het sympathische deel van het autonome zenuwstelsel overheerst.

Als, aan de andere kant, het parasympathische deel van het autonome zenuwstelsel overheerst, het speeksel is vrij dun tot waterig en beter geschikt voor de spijsvertering. Het type secretie varieert afhankelijk van de klier, maar omdat ze uiteindelijk allemaal leiden tot de mondholte, er is een mengsel van de twee soorten speeksel. Het belangrijkste bestanddeel van speeksel is water, waarvan het voor 99% bestaat.

Het is echter het kleine resterende percentage dat ervoor zorgt dat het speeksel zijn functies kan uitoefenen. De meeste ingrediënten van speeksel zijn eiwitten. Bijzonder belangrijk is mucine, een slijmstof die helpt het slijmvlies te beschermen tegen externe mechanische, chemische of fysische prikkels.

Deze stof helpt ook om het speeksel zijn speciale consistentie te geven en laat de chymus glijden. Onder andere eiwitten, er zijn bijvoorbeeld degenen die deelnemen aan het spijsverteringsproces (amylasen, ptyalin) en ook belangrijke componenten van het afweersysteem, namelijk vooral antilichamen van de IgA-klasse. Daarnaast bevat speeksel ook veel kleinmoleculaire componenten, waaronder een groot aantal elektrolyten (de belangrijkste zijn natrium, kalium, calcium en chloride-ionen), ammoniak, urinezuur en ureum. In rust is de pH van het speeksel normaal 6.0 tot 6.9, maar naarmate de secretie toeneemt, stijgt de pH naar 7.2, omdat de snellere speekselstroom betekent dat er minder tijd is om opnieuw op te nemen natrium ionen uit het speeksel, wat betekent dat een groter aantal van deze ionen in het speeksel achterblijft, waardoor de pH stijgt.