Traumatologie: behandeling, effecten en risico's

Traumatologie (ongevallengeneeskunde) is de wetenschap van wonden of verwondingen en hun behandeling.

Wat is traumatologie?

Traumatologie (ongevallengeneeskunde) is de wetenschap van wonden of verwondingen en hun therapie​ Traumatologie houdt zich bezig met de behandeling van lichte en zware verwondingen maar ook met de behandeling van polytrauma​ Dit verwijst naar het optreden van meerdere verwondingen aan verschillende delen van het lichaam, waarvan er tenminste één levensbedreigend is. Daarnaast speelt traumatologie ook een niet onbelangrijke rol bij misdrijven met lichamelijk letsel in de forensische geneeskunde of zelfs bij arbeidsongevallen.

Behandelingen en therapieën

Het woord "trauma" komt uit het Grieks en betekent zoiets als "letsel" of "wond". Hier verwijst de term naar zowel het schadelijke effect (bijvoorbeeld een ervaring met schokken of een ongeval) en de schade veroorzaakt door het ongeval (bijvoorbeeld een vleeswond of een gebroken bot​ Traumatologie houdt zich daarom bezig met het voorkomen, voorkomen of behandelen van verwondingen, maar beperkt zich alleen tot lichamelijk letsel. Artsen die op dit gebied gespecialiseerd zijn, worden daarom orthopedisch- en traumachirurgen genoemd. Traumadokters moeten zorgen eerste hulp op de plaats van een ongeval, en zij zijn ook verantwoordelijk voor schokken zowel behandeling als chirurgische zorg. In dergelijke situaties is snel handelen vereist: de arts moet kunnen beoordelen of het leven van het slachtoffer in gevaar is, wat er eerst moet gebeuren of waar de gewonde naartoe moet worden vervoerd. Patiënten die last hebben van een zogenaamde polytrauma, dwz meerdere verwondingen aan verschillende delen van het lichaam, lopen een bijzonder risico. EEN polytrauma kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door een auto-ongeluk leiden tot levensbedreigende complicaties. Dit vraagt ​​om een ​​team met veel ervaring, waarbij artsen uit verschillende specialismen overwegend hier samenwerken. Ook worden hoge eisen gesteld aan de zorg voor patiënten in de schokken kamer, waar doorgaans vaste teams van minimaal drie artsen aanwezig zijn. Een shockroom team wordt voornamelijk ingezet bij een instabiele thorax, open schedelblessures, ademhalingsstoornissen, brandwonden, amputatie verwondingen of breuken van meer dan twee botten​ Allereerst is het daarom belangrijk om een ​​acute dreiging af te wenden, daarna worden de patiënten in de opvang verzorgd intensive care afdeling​ Dit wordt vaak gevolgd door verdere overplaatsing naar een speciaal ziekenhuis, waarbij revalidatie gedurende enkele weken of maanden noodzakelijk is, vooral in het geval van meervoudige verwondingen. Daarnaast moeten ook getroffenen vaak worden voorzien AIDS of prothesen of psychologische ondersteuning nodig hebben.

Diagnose- en onderzoeksmethoden

Een onderzoek dekt dus altijd de gehele persoon of zijn of haar opgelopen blessures en ook eventuele eerdere ziektes. In het geval van mensen met lichte verwondingen beperkt de arts zich tot wat nodig is voor een diagnose en passend therapie​ Op de plaats van het ongeval is de eerste stap het controleren van het bewustzijnsniveau van de patiënt, circulatie en ademhaling, en het bekken, de ledematen en de wervelkolom worden ook onderzocht. Bij verwondingen aan de ledematen, bloed circulatie, met name de gevoeligheid en de motorische functie worden ook gecontroleerd. Als begeleidende maatregel, a bloed monster wordt ook aanbevolen voor latere laboratoriumtests, evenals tetanus profylaxe. Bij ernstig gewonde patiënten zijn vitale functies beveiligd en eventueel chirurgisch maatregelen die mogelijk nodig zijn, worden parallel uitgevoerd, waarbij vitale functies worden beoordeeld volgens het zogenaamde ATLS-protocol. De tweede tot en met de vierde dag na het trauma is een zeer onstabiele fase waarin geen uitgebreide operaties dienen te worden uitgevoerd. Om een ​​uitgebreide diagnose of latere revalidatie te kunnen garanderen, is er een breed scala aan beeldvormende diagnostische procedures in de klinieken. Waaronder:

  • Recto-proctoscopie: een endoscopische procedure die wordt gebruikt om de rectum (rectum). Het is zowel een diagnostische als een behandelingsprocedure
  • Rectosigmoidoscopie: een endoscopische procedure die wordt gebruikt om de rectum.
  • colonoscopie: computertomografie van de dikke darm.
  • Oesofagus-gastroscopie: endoscopisch onderzoek van de twaalfvingerige darm, maag, evenals de slokdarm.
  • echocardiografie: onderzoek van de hart- met de hulp van ultrageluid.
  • Echografie van zachte weefsels en gewrichten
  • Echografie van de schildklier, borst en buik
  • Echografie van bloedvaten

Daarnaast is het ook mogelijk om een ​​skelet uit te voeren scintigrafie (beeldvormende procedure voor nucleaire geneeskunde om het skelet te onderzoeken), angiografie (diagnostische beeldvormingsprocedure om te visualiseren bloed schepen), flebografie (onderzoek van de arm of been aders met contrastmiddelen) of MRI (MRI​ Als de thorax instabiel is, wordt in de shockroom ook een spiraal-CT met contrastmiddel en een driekanaals ECG uitgevoerd. Als de gewonde last heeft van een craniocerebrale traumaherhaalde documentatie van motorische functie, pupilfunctie of bewustzijn wordt uitgevoerd; bewusteloze patiënten worden vaak geïntubeerd met voldoende ventilatie​ Daarnaast is het noodzakelijk om een ​​levensbedreigend bekkenletsel uit te sluiten of om de stabiliteit van het bekken te onderzoeken. In deze context een computertomografie Vaak wordt een scan of een bekkenoverzichtsscan uitgevoerd. Er wordt ook gezocht naar uitwendige verwondingen of hematomen in de buik en flank. Daarnaast is de geschiedenis van de wervelkolom erg belangrijk. Als er sprake is van een ruggenmergletsel, wordt dit opgehelderd met behulp van een beeldvormingsprocedure na stabilisatie van de circulatie​ Mogelijke fracturen worden geïdentificeerd door geschikte radiologische procedures, en basisdiagnostiek omvat ook klinische evaluatie van de hand. In dit geval, als een handletsel wordt vermoed, een Röntgenstraal onderzoek wordt uitgevoerd voor diagnose. Als er een vaatletsel aanwezig is, zal de verantwoordelijke arts duplex- of Doppler-echografie uitvoeren.