polytrauma

Een polytrauma is de gelijktijdige verwonding van meerdere lichaamsregio's, waarbij volgens de definitie van Tscherne ten minste één van deze verwondingen levensbedreigend is. Volgens de "Injury Severity Score" wordt een patiënt beschouwd als geboyltraumatiseerd met een ISS> 16 punten. 80% van alle polytrauma's vindt plaats als gevolg van een verkeersongeval (motor, auto en voetganger).

Maar vallen van grote hoogte kan ook leiden tot polytrauma. Dankzij aanzienlijk verbeterde eerstelijnszorg en diagnostiek is de mortaliteit de afgelopen 20 jaar aanzienlijk gedaald. De prognose is direct gerelateerd aan het tijdsinterval tussen het ongeval en de definitieve zorg voor de patiënt.

Hoe langer het tijdsinterval, hoe slechter de prognose. In de richtlijnen van de beroepsverenigingen staat dat een patiënt met polytrauma uiterlijk 60 minuten na het ongeval in de kliniek moet worden opgenomen. Dit is het zogenaamde 'gouden uur van schokken'.

De patiënt moet uiterlijk 90 minuten na het ontvangen van de noodoproep worden geopereerd. Zodra deze tijden significant langer zijn, neemt de overlevingskans van het ongevalslachtoffer snel af. Aangezien de prognose rechtstreeks afhangt van het tijdsinterval tot de definitieve therapie, moet de therapie op de plaats van het ongeval beginnen.

Polytraumatiserende patiënten ontwikkelen vaak een hemorragische aandoening schokken vanwege enorme bloed verlies, zowel intern als extern. Omdat inwendige bloedingen moeilijk te detecteren zijn, moet erop worden gelet dat de bloedsomloop wordt gecentraliseerd. Dit komt tot uiting in zeer koude en bleke ledematen, omdat in het geval van centralisatie alleen de vitale organen van zuurstof worden voorzien.

Bovendien resulteert polytrauma vaak in een zuurstoftekort (hypoxie) en een te hoge concentratie kooldioxide (hypercapnie). De oorzaken hiervan zijn

  • Samengevouwen longdelen
  • Verplaatsing van luchtwegen en
  • Verstoring van de centrale ademhalingsregulatie

Multi-center studies hebben dat vroeg aangetoond intubatie, volumebeheer en ventilatie ter voorkoming van schokken long evenals passend pijn therapie hebben een aanzienlijke invloed op de overleving van gepolytraumatiseerde ongevalslachtoffers. Om de therapie ter plaatse zo efficiënt mogelijk te maken, is er een lijst met geschikte therapiemaatregelen die moeten worden genomen voordat het naar de kliniek wordt vervoerd: 1. intubeer zo vroeg mogelijk om shock te voorkomen long Indien mogelijk, de hoofd mag niet naar achteren worden overbelast (reclinched) om mogelijke verwondingen aan de cervicale wervelkolom te voorkomen.

2. Plaats verschillende intraveneuze toegangen met een groot lumen en bevestig ze goed. Dit zorgt voor voldoende volume om een ​​schoksituatie te voorkomen. In ieder geval moet de patiënt worden behandeld pijn en verdoofd, mogelijk ook verdoofd.

3. als er spanning is pneumothorax, dit wordt ter plaatse verlicht, 4. immobiliseren en fixeren ter plaatse fracturen. 5. vermijd afkoeling van de patiënt, bedek hem met een reddingsdeken en breng hem vervolgens zo snel en voorzichtig mogelijk naar een geschikt ziekenhuis, eventueel per helikopter. Een polytraumapatiënt moet altijd worden geregistreerd voordat hij in het ziekenhuis arriveert, zodat het shockroom-team zich op de patiënt kan voorbereiden en alle benodigde artsen, verpleegkundigen en apparatuur klaar staan.

Ook moet de kliniek in korte tijd zo efficiënt mogelijk werken. Een goed georganiseerd shockroom team is hiervoor een voorwaarde. Dit team bestaat meestal uit chirurgen en anesthesisten, of, afhankelijk van het geval, extra specialisten zoals neurologen, kinderartsen enz.

Om verwarring te voorkomen, wordt een leider in de shockroom aangesteld om de therapieën en procedures te coördineren. Om de therapie zo snel mogelijk te starten, staat het shockroom-team klaar om te helpen wanneer de patiënt arriveert. De behandelingsfasen worden vervolgens in twee fasen verdeeld.

1. acute fase Hier worden de vitale functies van de patiënt verzekerd volgens het ATLS-protocol en wordt een korte “body check” uitgevoerd om een ​​overzicht te krijgen van de blessures. Het ATLS-protocol (Advanced Trauma Life Support) is een standaardconcept van Amerikaanse traumachirurgen en wordt beschouwd als de standaardprocedure voor de behandeling van ernstig gewonde patiënten in de acute fase: Het shockroom-team volgt de ABCDE-regel: 2e stabilisatiefase (primaire fase ) In deze fase wordt de patiënt verder gestabiliseerd. Toegang met een groot lumen en een centrale veneuze katheter (ZVK) worden ingebracht, daarnaast worden de patiënten behandeld met pijn therapie en verdovingwordt een groot ECG (12-kanaals ECG) geschreven en een acidose van de patiënt wordt gecorrigeerd.

Het volume moet zeer voorzichtig worden toegediend om een ​​verhoging van de intracraniale druk te voorkomen. Naast isotone oplossingen, bloed preparaten worden ook gebruikt om het grote volumeverlies te compenseren. In deze eerste fase worden indien nodig ook vroege operaties uitgevoerd.

De eerste operatie moet zo snel mogelijk plaatsvinden, maximaal 90 minuten na de noodoproep. Omdat de letaliteit van polytraumapatiënten aanzienlijk wordt verhoogd door de aanwezigheid van de dodelijke triade, moeten de operaties zo kort mogelijk worden gehouden. Dit komt omdat deze parameters de bovengenoemde factoren aanzienlijk kunnen verslechteren en dus het voortbestaan ​​van de patiënt verder in gevaar kunnen brengen.

Diverse onderzoeken hebben geholpen om een ​​prioriteitsvolgorde vast te stellen:

  • A = Airway = beveiligen van de luchtwegen
  • B = Ademhaling = Ventilatie indien nodig
  • C = Circulatie = volume en bloedingscontrole
  • D = handicap = neurologische status
  • E = Blootstelling = volledig uitkleden onder controle van een koeling
  • Hypothermie (hypothermie)
  • Hyperaciditeit (metabole acidose) en
  • Verhoogde coagulatie (coagulopathie)

1. stoppen met bloeden in de buikholte, zoals blessures te groot schepen, milt, lever, nieren, enz. In het geval van massale bloeding wordt de bloeding aanvankelijk behandeld door inpakken met talrijke buikdoeken en vervolgens voortgezet in een stabielere voorwaarde. 2. hemostase in het thoracale gebied of een spanning pneumothorax.

De thorax wordt alleen geopend als een drainage-inzetstuk niet voldoende of groot is schepen zoals hart- en aorta zijn aangetast. 3. bloeding in het geval van bekkenfracturen, deze komen vaak voor bij verkeersongevallen en leiden tot zware bloed verlies in het bekken, dat zeer lange tijd niet zichtbaar is van buitenaf. hemostase in het bekken is alleen mogelijk door externe stabilisatie met bekkenpincet of chirurgische behandeling met een interne /externe fixator.

4. verhoging van de intracraniale druk door bloeding. De enige nuttige en snelle therapie is de verlichting van de hematoom door middel van een boring of opening van de schedel. Ernstig gewonde patiënten die ook na een spoedbehandeling instabiel blijven, worden volgens het principe van “schadebeperking” overgebracht naar de intensive care.

Het primaire doel is om fysiologische parameters te herstellen, zoals: Zodra de patiënt stabiel genoeg is om een ​​operatie te overleven, wordt verdere chirurgische behandeling gestart. Na de operaties volgt vaak een langdurig verblijf in de kliniek en eventueel verdere operaties en revalidatiemaatregelen.

  • Zuurstofverzadiging
  • stolling
  • Bloedgassen
  • Excretie-functie van de nier
  • Bloeddruk en
  • Temperatuur zone(s)

Een polytrauma is altijd een acuut levensbedreigende situatie voor de patiënt en vereist vooral een snelle en gecontroleerde actie.

De spoedarts ter plaatse van het ongeval staat onder grote druk om de patiënt zo snel en correct mogelijk in het betreffende ziekenhuis te laten opnemen. In de kliniek hangt het voortbestaan ​​van de patiënt dan af van de competentie, efficiëntie en de gecontroleerde en goed georganiseerde behandeling van het shockroom-team. Hiervoor worden nauwkeurige richtlijnen opgesteld om ervoor te zorgen dat de acute noodtherapie in de shockroom zo routinematig mogelijk wordt uitgevoerd.

Om verwarring of misverstanden te voorkomen, wordt een shockroomleider aangesteld om de activiteiten van de andere artsen te controleren en het overzicht te bewaren. Deze shock room-fase wordt gevolgd door de vroege operatieve fase. Het motto hierbij is: “Zo veel als nodig, zo min mogelijk.

“Omdat elke operatie een extra last is voor de patiënt, moeten alleen levensbedreigende verwondingen zo snel en effectief mogelijk worden behandeld in de vroege operatie. De verdere, laatste operaties volgen zodra de patiënt beter en stabieler is voorwaarde. Deze omvatten vooral temperatuur, zuurstoftoevoer, volume, nier functie en bloedgassen.

Door de talrijke onderzoeken en richtlijnen voor de behandeling van polytraumapatiënten zijn de overlevingskansen nu significant gestegen. Desalniettemin lopen alle patiënten aanvankelijk levensbedreigende verwondingen op en kunnen velen niet meer worden geholpen. De overlevende patiënten hebben vaak een lange periode van ziekenhuisopname en revalidatie voor de boeg voordat ze weer kunnen terugkeren naar het normale leven van alledag.