Ultrageluid

Synoniemen in bredere zin

Echografie, echografie, echografie

Definitie

Echografie of echografie - onderzoek is de toepassing van ultrasone golven om organisch weefsel in de geneeskunde te onderzoeken. Een echografie / echografie is een afbeelding gemaakt met behulp van echografie. Het onderzoek werkt met onhoorbare geluidsgolven volgens het echoprincipe, vergelijkbaar met de echolood die in de zeevaart wordt gebruikt.

Fysiek verwijst echografie naar geluidsgolven boven het menselijke gehoorbereik. Het menselijk oor kan geluiden tot ongeveer 16-18 waarnemen. 000 Hz.

Het ultrasone bereik ligt tussen 20 Hz - 000 MHz. Vleermuizen gebruiken ultrasone golven voor oriëntatie in het donker.

Tonen met een nog hogere frequentie worden hypersonisch genoemd. Onder het geluid dat voor mensen hoorbaar is, spreken we van infrageluid. Ultrasone golven van het echografieapparaat worden opgewekt met zogenaamde piëzo-elektrische kristallen.

Piëzo-elektrische kristallen oscilleren wanneer ultrageluid wordt aangelegd met een overeenkomstige wisselspanning en zenden zo de ultrasone golven uit. De voorwaarde voor echografisch onderzoek in de geneeskunde is vloeibaar. Met lucht gevulde holtes zoals longen en darmen kunnen niet of slechts in beperkte mate worden onderzocht en beoordeeld.

Bij echografisch onderzoek stuurt de ultrasone sonde, die zowel een zender als een ontvanger is, een ultrasone puls in het weefsel. Als dit wordt gereflecteerd in het weefsel, keert de puls terug en wordt deze geregistreerd door de ontvanger. De diepte van het gereflecteerde weefsel kan worden bepaald door de duur van de uitgezonden impuls en de registratie ervan door de ontvanger.

De introductie van ultrasone diagnostiek in de orthopedie gaat terug naar Prof. R. Graf in 1978. Graf begon met het gebruik van echografie op de heup gewricht om te kunnen detecteren heupdysplasie in de kindertijd, omdat röntgenfoto's geen informatie geven vanwege het ontbrekende skelet. In het verdere verloop van de tijd groeide de indicatie voor het gebruik van echografie in de orthopedie continu (zie indicaties).

Over het algemeen wordt voor onderzoek de zogenaamde B-modus gebruikt. In deze modus wordt geen enkele puls uitgezonden, maar wordt een "pulswand" gebruikt over een lijn van enkele centimeters. Als resultaat berekent de echoscopist een plakbeeld van het weefsel dat wordt gescand. In de orthopedie worden, afhankelijk van de vereiste indringdiepte, transducers met frequenties tussen 5 - 10 MHz gebruikt voor een echo.