Oefeningen voor een meniscuslaesie

A meniscus laesie is een verwonding aan een of beide kraakbeen schijven, die zich in onze kniegewricht as schokken absorbers. In aanvulling op schokken absorptie, de menisci hebben de functie van het aanpassen van de gewrichtsoppervlakken van de dij en scheen naar elkaar toe om de best mogelijke glijdende functie van de gewrichtsvlakken mogelijk te maken. De menisci zijn gemaakt van kraakbeen en, vooral in hun binnenste, een armer bloed leveren dan spierweefsel of bindweefsel.

De genezing van slecht doorbloede structuren duurt langer. De binnenste meniscus is gefuseerd met de gezamenlijke capsule van de knie en is vaker geblesseerd dan de buitenste meniscus​ Bij acuut geblesseerde knieën en bij chronische meniscuslaesies tijdens reactieve ontsteking, mag de knie slechts voorzichtig worden gemobiliseerd.

De beweging verbetert bloed leveren aan de gewrichtsstructuren en bevordert de genezing. Na een operatie kan de beweging van de knie medisch beperkt zijn. Met deze beperking moet rekening worden gehouden tijdens de mobilisatieoefeningen.

Bij een conservatieve behandeling van a meniscus laesie, afhankelijk van de wond genezen status (vroege fase, zie hieronder), de kniegewricht wordt behandeld met een speciaal apparaat. Late vroege fase: training tot onder de pijn drempel, late fase: ook bij de pijngrens). De knie is bijzonder goed beweeglijk in 2 bewegingsrichtingen - in flexie en extensie.

1. oefening 2. oefening 3. oefening 4. oefening.

  • In eerste instantie moet de knie worden opgewarmd met zo groot mogelijke en brede bewegingen. Beide bewegingsrichtingen worden getraind.

    Zo kan de voet op een bal of een liggende fles worden geplaatst om de weerstand te verminderen. Nu kan de knie naar voren worden gerold om te oefenen stretching, als op een rail, en strak getrokken, opgerold om de flexie te verbeteren. Het is belangrijk dat tijdens de oefening beide billen gelijkmatig in de zitting worden belast.

    Op deze manier kunnen ontwijkingsmechanismen worden vermeden. Beide bewegingsrichtingen dienen bewust en gecontroleerd te worden uitgevoerd, zodat de stretching wordt ook bewust met de laatste graad mogelijk uitgevoerd.

  • Voor stretchingis de zogenaamde hielschommeling een goede keuze. Hier zit de patiënt in een lange stoel.

    De oefening kan aan één kant of gelijktijdig met beide benen worden uitgevoerd. In eerste instantie strekte het zich uit been wordt erg lang uitgerekt. De holte van de knie naar de steun wordt gedrukt, wordt de voet geslepen.

    De hiel moet nu in deze positie worden vastgezet en mag tijdens de hele oefening niet bewegen. Nu is de knie gebogen en wordt de voet opgetrokken. De hoek tussen de achterkant van de voet en de onderkant been wordt dus verminderd terwijl de hiel stevig op zijn plaats blijft.

    Om de extensie van de kniegewricht, de voet wordt weer gestrekt en de holte van de knie stevig in de ondersteuning wordt gedrukt (als de extensie nog beperkt is, kan een handdoekrol onder de knie worden geplaatst als tactiele weerstand).

  • Ook voor het strekken (strekken) van de knie, is de zogenaamde hameroefening. Vanuit dezelfde uitgangspositie probeert de patiënt zijn hiel minimaal van de steun te heffen door de knie te strekken. Een kussen of handdoek onder het kniegewricht kan hier ook handig zijn.

    De holte van de knie wordt op de grond gedrukt, de voet wordt aangespannen en de hiel wordt iets van het oppervlak getild. De oefening wordt gedaan in snelle afwisseling van spanning en ontspanning, zodat de hiel als een hamer op de vloer tikt.

  • De flexie (flexie) kan goed getraind worden met de hierboven beschreven oefening, waarbij de focus dient te liggen op het oprollen van de voet. In het dagelijks leven kan fietsen ook worden beschouwd als mobilisatie van de knie, omdat met weinig stress een groot bewegingsbereik kan worden geoefend.

Rekoefeningen moet altijd aan het einde plaatsvinden.

Daarom is het niet aan te raden om te strekken in de acute fase of bij bestaande medisch geïnduceerde bewegingsbeperkingen. Het laatste strekken of buigen van de knie tijdens het strekken belast de meniscus meer en kan pijnlijk zijn. Rekoefeningen moet daarom met zorg worden gebruikt.

Ze kunnen echter een grote rol spelen in de late behandelingsfase. Als de patiënt heeft spieronevenwichtigheden en dit resulteert in overbelasting van de meniscusmoeten verkorte spieren worden gestrekt. De heup en enkel gewrichten spelen hier ook een rol, omdat ze ook de belasting van het kniegewricht beïnvloeden.

Het uitrekken moet worden geselecteerd op basis van de bevindingen. Vaak de achterkant dij spieren worden verkort Rugdijbeen (ischiocrurale spieren) Voorste dijbeenspieren (quadriceps) Verdere oefeningen zijn te vinden in het artikel Rekoefeningen en fysiotherapie voor meniscuslaesies

  • Voor dit doel wordt het uitgerekt been kan vanuit rugligging naar boven worden getrokken met de handen aan de dij​ De rekoefening moet ongeveer 20 seconden worden vastgehouden en kan dan aan de andere kant worden uitgevoerd.

    Het is belangrijk dat de hoofd en cervicale wervelkolom blijven tijdens de hele oefening ontspannen op de grond.

  • Als de voorste dijspieren worden ingekort (bijv quadriceps femoris-spier), deze kan worden gestrekt vanuit een staande positie. De aangedane zijde staat onder een hoek, de patiënt pakt de onderbeen boven zijn enkel gewricht en trekt de hiel naar de billen. Dit provoceert de achterste delen van de menisci.

    De oefening mag alleen worden uitgevoerd als nee gewrichtspijn is aanwezig. Trekken aan de voorkant van het bovenbeen of net onder het kniegewricht is echter te verwachten als een normale strekking pijn.

Versterkende oefeningen zijn vooral belangrijk bij meniscuslaesies. De spierondersteuning van het gewricht speelt een enorme rol bij de therapie en bij het voorkomen van artrose.

De spiergroepen dienen geïsoleerd getraind te worden, maar ook in hun functie in de zogenaamde gesloten ketting, dat wil zeggen bij het staan ​​onder belasting van het eigen lichaamsgewicht. 1. oefening (knie-extensor) 2. oefening (kniebuiger) Versterkingsoefeningen worden langzaam en gecontroleerd uitgevoerd. 12 herhalingen zijn voldoende.

Na een pauze van ca. 30-60 sec. een andere set kan worden uitgevoerd.

De oefening kan in totaal 3-4 keer worden herhaald en moet aan beide kanten worden uitgevoerd. Kwaliteit gaat boven kwantiteit. 3e oefening Meer krachtoefeningen zijn te vinden in de artikelen Fysiotherapie oefeningen knie en oefeningen knie pijn.

  • Geïsoleerde versterkingsoefeningen zijn bijvoorbeeld been extensie voor de quadriceps femoris-spier, de knie-extensor. Vanaf de zitting (bij voorkeur met vrij hangende benen), de onderbeen kan naar boven worden uitgerekt en daar even worden vastgehouden. De oefening kan worden bemoeilijkt met behulp van Thera-banden of gewichtsmanchetten.

    Het is belangrijk dat tijdens het strekken beide billen gelijkmatig worden belast en dat het bovenbeen het contact met de ondersteuning niet verliest. De knieholte moet tegelijkertijd in de steun worden gedrukt.

  • De knieflexie kan in buikligging worden getraind, maar nog beter vanuit de viervoeter. Hierbij worden de handen onder de schouder geplaatst en worden de knieën onder de heupen op de pad geplaatst (eventueel met een zachte pad als er pijn optreedt).

    De rug vormt een rechte lijn evenwijdig aan de vloer, de blik is diagonaal naar beneden gericht, de cervicale wervelkolom is ontspannen. Nu kan het aangedane been van de vloer worden getild en recht naar achteren worden gestrekt (in het verlengde van de wervelkolom). Vanuit deze positie kan de hiel nu worden aangespannen en weer gestrekt.

    Therabanden of gewichten kunnen de oefening ook moeilijker maken.

  • De discipline van de koning is de kniebuiging. Hier wordt de knie belast met het eigen lichaamsgewicht. De patiënt staat ongeveer heupbreed met licht gebogen knieën.

    Het lichaamsgewicht wordt gelijkmatig over beide voeten verdeeld. Nu laat de patiënt zijn billen naar achteren zakken alsof hij op een kruk wil gaan zitten die ver achter hem staat. De knie gewrichten blijven boven de enkel gewrichten en wijs niet verder dan de toppen van de voeten.

    De knieschijf kijkt vooruit over de voeten en wijkt niet naar binnen of naar buiten af. Het gewicht ligt meer op de hielen dan op de voorvoet. De onderbeen staat verticaal in de ruimte.

    De billen kunnen worden verlaagd tot het bovenbeen ongeveer evenwijdig aan de vloer is. Daarna zet je je schrap met de uitademing weer rechtop. De knieën strekken zich uit, maar strekken zich niet uit, dwz ze blijven minimaal gebogen.

    Hierdoor blijven de spieren onder spanning en wordt het gewricht niet overbelast. Gewichten of Thera-banden kunnen worden toegevoegd om de oefening te vergroten als deze veilig kan worden uitgevoerd.

Coördinatie oefeningen zijn een bijzonder belangrijk onderdeel van de behandeling van meniscus laesie​ De menisci spelen een belangrijke rol bij het stabiliseren van de knie door de gewrichtspositie van de knie te rapporteren aan de hersenen (proprioceptie).

Deze vaardigheid kan na een meniscus laesie door reactietraining en evenwicht opdrachten. Dit kan met allerlei oefeningen, maar de uitvoering van de oefeningen dient altijd correct te worden beheerst. Voor coördinatie oefeningen wordt zelfbeheersing met een spiegel aanbevolen.

  • Naast de kniebuiging (zie hierboven) of de lunge (een been voor, een been ongeveer 2 armlengtes achter, beide voeten naar voren gericht, blijft de voorste knie achter de enkel, het bekken wordt iets verlaagd zodat de achterste knie is net boven de grond), is de eenbenige houding ook een goede uitgangspositie bij toenemende moeilijkheidsgraad voor oefeningen.
  • Door verschillende weerstandsniveaus in te stellen, kan de therapeut het reactievermogen en de respons van de spieren van de patiënt verbeteren. Thuis kan zo'n trekkracht worden nagebootst door een Theraband, die aan de buitenkant of binnenkant van de knie is bevestigd. Afleidingen zoals het gooien en vangen van een bal kunnen ook het reactievermogen van de spieren trainen.

    Als de oefeningen op vaste grond worden beheerst, kan de patiënt ze uitvoeren op een wankel of meegaand oppervlak (thuis een kussen of een dik opgevouwen deken, evenwicht pads). In eerste instantie is het voldoende om de verschillende posities op het oppervlak eenvoudig vast te houden. Later kunnen afleidingen de oefening moeilijker maken.

    Pak iets van de vloer en til het op. Leg iets van rechts naar links. Snelle slingerbewegingen met de armen, met de onderste extremiteit stabiel.

    Er zijn verschillende oefeningen die de therapeut op de patiënt moet afstemmen. Hoogtepunten van de moeilijkheidsgraad zijn springoefeningen. Deze mogen alleen worden uitgevoerd als het been veilig gespierd in zijn as kan worden gestabiliseerd.

Meniscus laesie resulteert aanvankelijk in verminderde mobiliteit in het kniegewricht.

De omringende structuren worden niet langer tegen elkaar verschoven, en verklevingen en spanningen kan optreden, die kan worden vrijgegeven door massage opdrachten. Naast licht massage grepen op de dij, de directe gewrichtsmilieu moet ook worden gemasseerd. 1 Oefening 2 Oefening 3 Oefening 4 Oefening en bindweefsel massage.

  • Hiervoor kan de patiënt een lichte plooi met beide handen met de vingertoppen vastpakken en verplaatsen. Dit is vaak licht pijnlijk, vooral aan de binnenkant van de knie. Op deze manier kan het hele kniegebied worden behandeld.
  • Bij pijnpunten kan de patiënt lichte cirkelvormige bewegingen maken om deze te verlichten.

    Het bot mag nooit worden “gemasseerd”, dit kan leiden tot irritatie van het periosteum!

  • De holte van de knie kan ook pijnlijk aan elkaar worden geplakt. De patiënt kan beroerte met de vingertoppen door de knieholte om de bindweefsel​ Warmtetoepassing kan worden gebruikt om de massage oefeningen op een ontspannende manier.
  • Na de meniscuslaesie kan zelfmassage met een fasciale roller ook prettig zijn.

    Hier rolt de patiënt met de belasting van zijn lichaamsgewicht of een extremiteit over een harde schuimroller en kan hij zelf pijnpunten behandelen of een fasciale massage uitvoeren.

Een meniscuslaesie kan conservatief (immobilisatie gevolgd door fysiotherapie) of operatief worden behandeld. De operatie wordt meestal artroscopisch (minimaal invasief) uitgevoerd. De gewonde meniscus kan geheel of gedeeltelijk worden verwijderd.

Gewonde delen van het gewrichtsoppervlak worden meestal ook behandeld. Zelfs meniscushechtingen kunnen arthroscopisch worden uitgevoerd. In sommige gevallen kan ook een open operatie worden uitgevoerd.

In dit geval wordt het gewricht geopend door een lichte incisie en kan de meniscus worden verwijderd of gehecht. Deze behandelingsoptie wordt meestal gekozen bij gelijktijdige verwondingen aan het kapsel of de ligamenten. Na de operatie kan de arts ervoor zorgen dat de knie geïmmobiliseerd wordt, meestal wordt het kniegewricht dan vastgezet in een spalk. Tijdens de genezing wordt de mobiliteit geleidelijk vrijgegeven en kan vervolgens therapeutisch worden herwonnen. Naast het herstellen van de mobiliteit, het versterken van het stabiliserende spierstelsel en het verbeteren van coördinatie worden steeds belangrijker tijdens de therapie.