Coördinatie

Algemene informatie

De term "coördinatie" verwijst in het algemeen naar de interactie of coördinatie van individuele processen. Dit kan een tijdelijke coördinatie zijn van leveringsdata van een bezorgdienstverlener. In de sport wordt de term vooral gebruikt in de bewegingswetenschap.

Daar de term coördinatie, of coördinatieve vaardigheden, wordt opgevat als de interactie van spieren en het centrale zenuwstelsel. Als voorbeeld kan hier een eenvoudig handvat aan een waterglas dienen. Het oog ziet het glas en stuurt de informatie via de centrale zenuwstelsel naar de overeenkomstige armspieren.

De hand pakt nu het glas feilloos vast en pakt het op. Dit is het eenvoudigste voorbeeld van coördinatie in bewegingssequenties. Coördinatie is gebaseerd op de ervaring van beweging.

Dit betekent dat onze hersenen is in staat bewegingen te onthouden en bij een gelijkaardige beweging terug te vallen op eerder opgedane ervaringen. Ook wordt aangenomen dat bewegingservaringen in het dagelijks leven worden toegepast op sportbewegingen. Bij coördinatie wordt onderscheid gemaakt tussen intra- en intermusculaire coördinatie.

Intramusculaire coördinatie verwijst naar de interactie van zenuw en spier. Dit is de zenuw die vanuit het midden leidt zenuwstelsel naar de individuele spierstrengen en verzendt informatie van de hersenen naar hen. Hier kan het voorbeeld met het waterglas weer worden opgepakt.

Intermusculaire coördinatie verwijst naar de interactie van verschillende spieren. De samentrekkende spier (spier die het werk doet) is de agonist en de ontspannen spier is de antagonist. Ter verduidelijking zullen we kijken naar de spieren in de bovenarm.

Aan de voorkant van de bovenarm is de biceps-spier, aan de achterkant van de bovenarm is de triceps. Als we tillen de bovenarm vanuit een hangende positie zodat er een hoek van 90 ° ontstaat in het ellebooggewricht, dan werkt de biceps en wordt hij de agonist. De triceps werkt als een antagonist.

Wanneer de arm weer in zijn oorspronkelijke positie wordt neergelaten, verandert de biceps van agonist in antagonist, omdat deze geen werk meer verricht. De triceps is nu gecontracteerd en werkt, en verandert daarom van antagonist in agonist. Deze spierinteractie kan door het hele lichaam worden waargenomen. Het coördinatieve vermogen, of coördinatie, is daarom een ​​prestatie-voorwaarde voor het beheersen van eenvoudige bewegingen in het dagelijks leven, maar ook voor zeer complexe atletische bewegingen. Het is moeilijk te meten en aan te tonen hoe groot het aandeel van coördinatie is in een sportieve prestatie.