Syndroom van Cornelia De Lange: oorzaken, symptomen en behandeling

Het Cornelia de Lange-syndroom (CdL-syndroom) is een genetisch dysmorf syndroom. In samenhang zijn er ernstige tot uitzonderlijk milde cognitieve beperkingen. De expressie en prognose van deze aandoening zijn zeer variabel.

Wat is het Cornelia de Lange-syndroom?

Wanneer ernstig, is het Cornelia de Lange-syndroom zeer gemakkelijk te diagnosticeren op basis van de verscheidenheid aan fysieke dysmorfe kenmerken. Samen met de fysieke veranderingen, mentaal vertraging komt altijd voor. De verstandelijke handicaps zijn vaak ernstig tot matig. In uitzonderlijke gevallen kunnen ze milder zijn. Het Cornelia de Lange-syndroom is een genetische ziekte waarvan de exacte oorzaak nog niet helemaal duidelijk is. De ziekte werd in 1933 beschreven door de Nederlandse kinderarts Cornelia de Lange bij twee kinderen. Het syndroom staat ook bekend als het Brachmann-de Lange-syndroom. Uiterlijk lijkt de ziekte zeer variabel te zijn. De interne organen kan ook worden beïnvloed. Patiënten hebben er vooral vaak last van reflux ziekte, die erg pijnlijk kan zijn. Het Cornelia de Lange-syndroom komt voor bij één op de ongeveer 10,000 mensen. De levensverwachting is bijvoorbeeld beperkt door complicaties bij aspiratie longontsteking na braken.

Oorzaken

De oorzaak van het syndroom is een genetische mutatie. Er is echter geen enkele mutatie. In ongeveer 50 procent van de gevallen worden mutaties gevonden op de NIPBL gen, die zich in regio p13 op chromosoom 5 bevindt. De gen produceert het eiwit delangin (von de Lange), maar de betekenis ervan is nog niet onderkend. De wisselende expressie van de ziekte kan verband houden met het feit dat deze wordt veroorzaakt door verschillende mutaties van de NIPBL gen​ In andere gevallen zijn chromosomale veranderingen opvallend, maar net als bij stofwisselingsstoornissen zijn dit waarschijnlijk bijkomende symptomen. Aangezien variabele manifestaties van de ziekte ook binnen een familie voorkomen, wordt vermoed dat ook andere genen betrokken zijn bij de pathogenese van de ziekte. Studies hebben aangetoond dat de broers en zussen van een getroffen persoon ook aan dit syndroom kunnen lijden met een kans van 2 tot 5 procent. Bij autosomaal recessieve overerving is het risico 25 procent. In sommige gevallen zijn er echter ook aanwijzingen voor een autosomaal dominante overerving. In zeldzame, meer milde gevallen van CdL-syndroom suggereren recente bevindingen dat dit te wijten kan zijn aan mutaties in het SMC1A-gen en het SMC3-gen.

Symptomen, klachten en tekenen

Het belangrijkste symptoom van het Cornelia de Lange-syndroom is een algemene ontwikkelingsachterstand die lang voor de geboorte wordt waargenomen tijdens ultrageluid onderzoeken tijdens de zwangerschap​ Het kind is ondergewicht en te klein na de geboorte. Al in het begin treden voedingsproblemen op als gevolg van gastro-oesofageaal reflux. reflux het gevolg is van onvoldoende sluiting tussen de slokdarm en maag​ Het resultaat is frequent braken met risico op aspiratie. De vaak waargenomen rusteloosheid en auto-agressief gedrag zijn waarschijnlijk te wijten aan de symptomen van reflux. Uiterlijk komen vrij typische dysmorfe kenmerken voor, zoals een bossige ontmoeting wenkbrauwen, een grote oogopening, lange wimpers, naar beneden aflopend ooglid assen, een grote afstand tussen de neus- en mond, een breed en plat neus- met openingen naar voren, laag aangezette oren, een klein onderkaak, en meer. Afwijkingen van de handen en voeten kunnen ook worden gevonden. Soms aangeboren hart- defecten en epilepsie komen voor. De geslachtsdelen zijn ook slecht ontwikkeld. Visuele stoornissen en gehoorverlies komen soms voor. Vooral in de eerste levensjaren is het gedrag vaak auto-agressief met autistische kenmerken. Mentaal vertraging is altijd aanwezig van ernstige tot uitzonderlijk milde vormen.

Diagnose

De diagnose van het Cornelia de Lange-syndroom is gebaseerd op het karakteristieke uiterlijk. Cytogenetische en moleculair genetische bevindingen zijn echter nog niet beschikbaar. Beeldvormende technieken zoals MRI kunnen informatie verschaffen over structurele veranderingen in de hersenen​ Bovendien moet ontwikkelingsdiagnostiek met onderzoek van sensorische functies worden uitgevoerd. Röntgenstraal onderzoek is nodig als gastro-oesofageale reflux wordt vermoed om het adequaat te behandelen.Differentiële diagnose andere syndromen moeten afbakenen, zoals het Coffin-Siris-syndroom, het Peters-Plus-syndroom of het oto-palato-digitaal syndroom.

Complicaties

Complicaties kunnen op elk moment optreden vanwege de complexiteit van het Cornelia de Lange-syndroom. De meest voor de hand liggende complicatie doet zich voor wanneer het ontbreken van een maagafsluiting het moeilijk maakt om voedsel op te nemen. Als gastro-oesofageale reflux optreedt als gevolg van deze complicatie, kan het getroffen kind delen van het voedsel inademen dat al is verteerd. Veel voorkomend braken kan ook leiden aan aspiratiegerelateerde longontsteking or inademing-gerelateerde longontsteking​ Deze complicatie kan het leven van de getroffen persoon in gevaar brengen. Aspiratiepneumonie treedt altijd op als vreemde stoffen zoals maagsap, zeewater of andere vreemde substanties worden ingeademd. De resulterende longontsteking veroorzaakt ook lokale ontstekingsreacties en ademhalingsstoornissen bij het Cornelia de Lange-syndroom. Dit ongemak begunstigt op zijn beurt een secundaire of superinfectie met andere bacteriële pathogenen​ De prognose is vooral slecht als maagsap is ingeademd. Het kan lang duren voordat de symptomen van aspiratie zich manifesteren. Bronchospasme of verhoogde secretie kunnen belangrijke tekenen zijn van aspiratiegerelateerde pneumonie. Ademen is moeilijk en de patiënt kan blauw worden. Patiënten met het Cornelia de Lange-syndroom kunnen niet professioneel worden geholpen zonder een onmiddellijk bezoek aan de kliniek. Lijders moeten bronchoscopie ondergaan en antibioticum therapie onmiddellijk als radiografie het vermoeden van aspiratiegerelateerde longontsteking heeft bevestigd. Wel of niet zuurstof administratie noodzakelijk is, wordt van geval tot geval beslist.

Wanneer moet je naar de dokter gaan?

Als er voedingsproblemen optreden na de ziek kind wordt geboren, dit moet onmiddellijk worden behandeld. In de meeste gevallen is op dit moment het Cornelia de Lange-syndroom al gediagnosticeerd. Ouders moeten regelmatig de kinderarts raadplegen en 911 bellen als zich complicaties voordoen. Tekenen van bijvoorbeeld een hart- defect of epilepsie moet onmiddellijk worden opgehelderd, zodat er direct tegenmaatregelen kunnen worden genomen. In het geval van een epileptische aanval of zelfs een hart- aanval, moeten de hulpdiensten onmiddellijk worden gewaarschuwd. Met visuele stoornissen of gehoorverlies, kunt u het beste de juiste specialist raadplegen. In het geval van mentaal vertragingis het raadzaam om in een vroeg stadium therapeutische ondersteuning te zoeken en het verplegende personeel erbij te betrekken. Op latere leeftijd kan het getroffen kind ook psychologische ondersteuning nodig hebben, altijd afhankelijk van de ernst van het Cornelia de Lange-syndroom en de symptomen ervan. In principe moet de getroffen persoon medische en therapeutische zorg krijgen tot in de volwassenheid en vaak ook daarna. De huisarts of kinderarts helpt de ouders bij het vinden van de juiste contacten voor de individuele klachten.

Behandeling en therapie

Causale behandeling van het Cornelia de Lange-syndroom is niet mogelijk. Vroege interventie evenals psychologisch en educatief maatregelen moet zo vroeg mogelijk beginnen. Soms gedragstherapie is ook nodig om de auto-agressieve reacties te verzachten. Gerichte ondersteuning resulteert in continue ontwikkelingsvooruitgang. Behandeling van gastro-oesofageale reflux is bijzonder belangrijk. Het is verantwoordelijk voor de beperkte levensverwachting van de getroffen persoon, zoals het kan leiden tot aspiratiepneumonie als gevolg van braken. Bovendien kan het vaak verantwoordelijk zijn voor het auto-agressieve gedrag van het kind. Als medicamenteuze behandeling niet voldoende is, kan een chirurgische ingreep nodig zijn. Bij afwijkingen aan het gezicht en misvormingen van ledematen leiden bij functionele beperkingen is ook chirurgische correctie geïndiceerd. Bovendien moeten visuele en gehoorstoornissen worden behandeld. Vanaf de adolescentie neemt het hyperactieve gedrag vanzelf langzaam af. De dwerggroei en ernstige en matige vormen van mentale retardatie blijven bestaan. Constante volksgezondheid Grensverkeer van de patiënt is nodig om de levensverwachting te verhogen.

Vooruitzichten en prognose

Een algemene prognose kan niet worden gegeven voor het Cornelia de Lange-syndroom. Dit is sterk afhankelijk van de exacte manifestatie van het syndroom, maar er is geen volledige genezing voor deze ziekte, aangezien het een erfelijke ziekte is die niet causaal kan worden behandeld. Om deze reden is de behandeling alleen gebaseerd op de symptomen. Door speciale en gerichte ondersteuning kunnen de symptomen worden verlicht en kan een normale ontwikkeling van de patiënt worden verzekerd. In de meeste gevallen is medicamenteuze behandeling voldoende voor de verdere symptomen en alleen in ernstige gevallen is chirurgische ingreep noodzakelijk. Als het Cornelia de Lange-syndroom niet wordt behandeld, kunnen er tumoren ontstaan, waardoor de levensverwachting van de patiënt afneemt. Bovendien hebben de gehoorproblemen en visuele stoornissen ook een zeer negatief effect op de kwaliteit van leven van de getroffen persoon en kunnen ze zonder behandeling blijven verslechteren. Hoewel de behandeling deze aandoeningen niet volledig kan oplossen, kan het verdere verslechtering stoppen. Patiënten zijn echter nog steeds afhankelijk van regelmatige onderzoeken om verdere complicaties te voorkomen. In dit opzicht is in het algemeen niet te voorspellen of het syndroom zal leiden tot een verminderde levensverwachting van de patiënt.

het voorkomen

Preventie van het Cornelia de Lange-syndroom is niet mogelijk. Het is een genetische aandoening die meestal sporadisch voorkomt. Als het echter sporadisch voorkomt, hebben broers en zussen van getroffen personen al een kans van 2 tot 5 procent om ook met het syndroom geboren te worden. In het geval van autosomaal recessieve overerving is de kans zo hoog als 25 procent. Daarom genetische counseling moet worden gezocht in getroffen gezinnen.

Follow-up

Het probleem met het Cornelia de Lange-syndroom is dat, hoewel het wordt overgeërfd jeugd, wordt het meestal pas veel later gediagnosticeerd. Symptomatische behandeling duurt daarom vaak lang. Medicamenteuze behandeling is moeilijk. Vanwege de zeldzaamheid van het Cornelia de Lange-syndroom, slechts een paar drugs zijn momenteel beschikbaar met een geschiktheid voor de complexe symptomatologie. Vroegtijdige medische interventie en chirurgische behandelingen voor de ernstige defecten die verband houden met het Cornelia de Lange-syndroom vormen de eerste behandelingslijn. Na diagnose wordt sociaal-medische nazorg vaak het belangrijkste punt. Het doel van nazorg is om het leven voor de getroffen kinderen en adolescenten en hun zwaar belaste gezinnen zo draaglijk mogelijk te maken. De integratie van interdisciplinaire behandelstrategieën is nuttig bij het Cornelia de Lange-syndroom. Onder nazorg valt ook het aanbieden van patiënten AIDS om cognitieve gebreken te bestrijden door middel van computerondersteuning geheugen opleiding of leren oefensessies. Voor de nazorg van het Cornelia de Lange-syndroom kan financiële ondersteuning worden aangevraagd bij verschillende instellingen - indien nodig ook via verenigingen die ondersteuning bieden voor de sociaal-medische nazorg of voor eventueel noodzakelijke preventieve zorg. In de meeste gevallen krijgen de getroffen kinderen een hoger zorgniveau.

Wat u zelf kunt doen

Het Cornelia de Lange-syndroom wordt geassocieerd met een verscheidenheid aan aangeboren afwijkingen. De oorzaken van de ziekte zijn tot op heden niet definitief vastgesteld. Er zijn geen conventionele medische of alternatieve procedures om de ziekte oorzakelijk te behandelen. De getroffenen en hun familieleden kunnen echter helpen de symptomen te verlichten en het dagelijks leven draaglijker te maken. De ziekte is al merkbaar bij zuigelingen. Bij kinderen is er vaak een vertraagde ontwikkeling die vooral de intellectuele capaciteiten aantast. Alle getroffenen lijden aan mentale retardatie, maar de ernst hiervan kan variëren. Voor de getroffen kinderen is het belangrijk dat ze zo vroeg mogelijk optimaal worden ondersteund. De mentale ontwikkeling kan positief worden beïnvloed door adequate psychologische en educatieve maatregelen. Voorts gedragstherapie is vaak nodig om de auto-agressieve reacties van de patiënten te matigen. Omdat de zorg voor en het leven met een verstandelijk en lichamelijk gehandicapt kind ook erg stressvol kan zijn voor de ouders en andere gezinsleden, moet deze groep mensen niet bang zijn om psychologische hulp te zoeken of zich aan te sluiten bij een zelfhulpgroep.