Antibioticum

Jaarlijks sterven er nog vele miljoenen mensen over de hele wereld aan infectieziekten, ondanks het feit dat antibiotica men dacht dat ze dergelijke ziekten voor altijd hadden overwonnen. Een soms dramatische toename van resistentie tegen antibiotica betekent dat wetenschap en geneeskunde zich in een niet aflatende strijd aan deze zeer flexibele ziekteverwekkers moeten aanpassen. De algemene situatie in Duitsland is in dit opzicht ook aanzienlijk verslechterd. Terwijl in bacteriën tussen 1975 en 1984 nam de frequentie van resistentie daarna enorm toe bij veel bacteriën.

Wat zijn antibiotica en hoe werken ze?

antibiotica zijn stoffen die eencellige micro-organismen doden (waaronder bacteriën) (bacteriedodende werking) of hun groei remmen (bacteriostatische werking). Sinds bacteriën verschillen in essentiële opzichten van menselijke lichaamscellen, bijvoorbeeld celwand, het geheel van het erfelijke apparaat (genoom), celorganellen voor eiwitsynthese (ribosomen), antibiotica kan zich op deze sites richten om de verspreiding ervan bij mensen te voorkomen.

Deze worden over het algemeen breedspectrumantibiotica genoemd, die effectief zijn tegen veel verschillende bacteriën, en smalspectrumantibiotica (gespecialiseerd voor specifieke pathogenen). Naast gewone antibiotica spelen reserve-antibiotica een belangrijke rol. Ze worden gebruikt wanneer resistentie tegen antibiotica treedt op en / of er zijn zeer ernstige infecties aanwezig. Ze zijn echter vaak veel duurder, worden vaak slecht verdragen of / en er ontwikkelt zich bijzonder snel resistentie mee.

Antibiotica in diervoeders

Tot 2006 was het gebruik van bepaalde antibiotica toegestaan ​​als zogenaamde prestatieverbeteraars in diervoeder. Met name mestdieren in grote stallen kregen continu een kleine dosis van antibiotica in de vorm van een voer aanvullen​ Dit diende om de groei van dieren te bevorderen en ziekten te voorkomen.

Deze praktijk herbergde een groot reservoir aan resistentiegenen omdat het systematisch bacteriestammen kweekte die resistent waren tegen een bepaald antibioticum door wijdverbreid gebruik van antibiotica. De resistentie van bepaalde bacteriestammen kan zich verspreiden naar andere en vormt dus een hoog risico.

Daarom werd de toevoeging van antibiotica aan diervoeder in 2006 in de hele EU verboden.

Antibiotica in de diergeneeskunde

Nadat in 2006 het verbod op antibiotica als prestatieverbeteraar in diervoeder van kracht werd, nam aanvankelijk het gebruik van antibiotica voor veterinaire doeleinden toe. Officiële cijfers hierover zijn echter pas in 2011 beschikbaar.

In de afgelopen jaren is de hoeveelheid antibiotica die in de diergeneeskunde wordt gebruikt in Duitsland echter aanzienlijk afgenomen. Waar in 1,706 nog 2011 ton antibiotica door groothandels aan dierenartsen werd verkocht, was dat in 805 nog maar 2015 ton. Men mag echter niet vergeten dat het daarbij nog steeds gaat om het gebruik van antibiotica die eigenlijk bedoeld zijn als reserve-antibiotica voor de humane geneeskunde.

Antibiotica in genetische manipulatie

Een gebied van antibioticagebruik dat weinig publieke aandacht heeft gekregen, is het gebruik van resistentie tegen antibiotica als zogenaamde markergenen in gentechnologie​ Ze worden markergenen genoemd omdat ze zijn ontworpen om genetisch gemodificeerde (getransformeerde) cellen te markeren. Als deze cellen op een kweekmedium worden geplaatst dat doordrenkt is met het betreffende antibioticum, sterven alle cellen behalve degene die de marker hebben opgenomen gen en dus ook het gewenste gen, dat de plant een nieuwe eigenschap moet geven. De antibioticaresistentie gen speelt dus slechts een puur technische rol.

Er zijn nu echter angsten die “horizontaal gen overdracht ”kan plaatsvinden tussen genetisch gemodificeerde planten en de bacteriën. Dit is theoretisch mogelijk waar al afgebroken plantmateriaal grote hoeveelheden bacteriën tegenkomt, bijvoorbeeld in compost, kuilvoer of het maagdarmkanaal van mens en dier.

Hoewel een dergelijke genoverdracht zeer onwaarschijnlijk is, kan het niet worden uitgesloten. In de EU-vrijgaverichtlijn van najaar 2002 is het gebruik van markers voor antibioticaresistentie dus aanzienlijk beperkt, maar in het algemeen niet verboden.