Gen

Genen zijn secties van chromosomen, die op hun beurt stukjes DNA zijn die de erfelijke informatie bevatten en in elke cel worden aangetroffen, waar een gen kan worden gezien als de code van de cel. De fysieke locatie van genen wordt de genlocus (genlocus) genoemd.

Specifieke genen hebben specifieke taken. Het geheel van genetische erfelijke informatie wordt het genoom genoemd.

Genen kunnen zowel in coderende gebieden (coderende genen) als in niet-coderende gebieden van DNA (niet-coderende genen) zijn.

Coderende genen worden gesynthetiseerd eiwitten via het tussenliggende boodschapper-RNA (mRNA). De mogelijke coderende gebieden van DNA worden het exoom genoemd. 98% van alle genen zijn niet-coderend. Een groot deel wordt regelmatig getranscribeerd en maakt de synthese van het mRNA, tRNA en rRNA mogelijk, evenals andere ribonucleïden. zuren​ Hoewel niet-coderende genen niet synthetiseren eiwitten en worden vaak junk genoemd, ze zijn het gevolg van positieve evolutionaire selectie en worden geacht een voordeel te hebben in termen van het behouden en minimaliseren van biologische eigenschappen. Bovendien worden niet-coderende genen beschouwd als genetische aan / uit-schakelaars en bepalen wanneer en waar genen tot expressie worden gebracht.

Genexpressie bepaalt hoe genetische informatie wordt uitgedrukt en verschijnt, dwz hoe het genotype van een organisme of cel wordt uitgedrukt als een fenotype.

Naast coderende en niet-coderende genen zijn er ook de zogenaamde pseudogenen, dat wil zeggen stukjes DNA die qua structuur op een gen lijken, maar alleen fungeren als een template van een functioneel eiwit. Aangenomen wordt dat de oorsprong van pseudogenen genen zijn die door bepaalde mutaties functioneel zijn gemaakt. Voor het pseudogen is er echter meestal nog een functionele variant.

Springgenen, ook wel transposons genoemd, worden beschouwd als een speciaal type gen. Dit is een deel van het DNA dat in staat is om van de ene locus (genlocus) te springen en zichzelf weer op een andere plaats in het genoom in te bouwen. Ze komen uitsluitend voor bij mensen en zijn essentieel voor de expressie van genetische diversiteit.

Een mutatie binnen een gen kan ofwel spontaan zijn (spontane mutatie) of veroorzaakt worden door omgevingsinvloeden, zoals radioactiviteit.