Klinische neuropsychologie: behandeling, effecten en risico's

Veel patiënten met neurologische aandoeningen vertonen gedragsafwijkingen, die in technische taal aanpassingsstoornissen worden genoemd. Klinische neuropsychologie houdt zich bezig met de psychologische en fysieke beleving van spanning bij getroffen personen.

Wat is klinische neuropsychologie?

Klinische neuropsychologie houdt zich bezig met het psychologische en fysieke spanning ervaring van mensen met aanpassingsstoornissen. Klinische neuropsychologie is een subdiscipline van de psychologie. Psychologen houden zich bezig met de vraag waarom mensen bepaalde gedragingen en gedragspatronen vertonen en deze herleiden naar individuele ervaringen. Naast 'gedragsonderzoek' gaat de psychologie ook in op belangrijke vragen als hoe gevoelens ontstaan, hoe ze het menselijk handelen beïnvloeden, leren proces, mentale toestand en intelligentie. Het stelt de allerbelangrijkste vraag hoe psychosomatische ziekten ontstaan ​​en hoe ze kunnen worden verholpen. Neuropsychologie begint vanaf dit punt en onderwerpt dit probleem aan een speciale analyse. Het probeert antwoorden te vinden of de eerder genoemde psychologische processen verband houden met kenmerken of delen van de hersenen.

Behandelingen en therapieën

Klinische neuropsychologie is een deelgebied van de neuropsychologie en bestudeert de causale verbanden en relaties tussen gedragsafwijkingen, waarvan wordt aangenomen dat ze ziektewaarde hebben, en zenuwstelsel disfuncties, die nauw verband houden met hersenen activiteit. Deze disfuncties zijn terug te voeren op motoriek, perceptie, aandacht, geheugen, en hogere cognitieve functies en capaciteiten. Deze subdiscipline bekijkt de mentaal-emotionele stoornis en de onderliggende fysiologische stoornissen en / of klachten niet apart, maar creëert een eenduidig ​​beeld waarop het vervolgbehandelconcept is gebaseerd. Klinische neuropsychologie kent drie basisvormen van therapie.

  • 1) Functioneel therapie, ook wel restitutie genoemd, richt zich op het verbeteren of optimaliseren van gedragsafwijkingen op basis van specifieke neuropsychologische behandelmethoden.
  • 2) Compenserend therapie bouwt de copingvaardigheden van de getroffen persoon op en stelt hem in staat om tijdens deze therapie objectief met zijn aandoening om te gaan. Deze therapievorm wordt altijd toegepast wanneer functionele therapie niet het gewenste resultaat oplevert.
  • 3) Neuropsychologen combineren therapiebenaderingen met integratieve behandelmethoden. Hierbij worden methoden van andere psychologische behandelprincipes en procedures uit het vakgebied gecombineerd gedragstherapie met hun eigen therapeutische benaderingen.

Drie hoofdcomponenten van aandachtstekortstoornis komen duidelijk naar voren: verwerkingscapaciteit, selectiviteit en alertheid (alertheid, activering). De verwerkingscapaciteit is beperkt en vereist het ongestoorde verloop van de verwerkingssnelheid van informatie, die bij bewuste aandacht zowel verdeeld als parallel moet zijn. Een andere variant is een gecontroleerde en geautomatiseerde verwerking. De verwerkingssnelheid vertegenwoordigt de basisvariabele van een groot aantal cognitieve processen, wat een complexe prikkel- en reactieprocedure met zich meebrengt. Verdeelde en parallelle verwerking is ingewikkelder, omdat er meerdere taken tegelijkertijd moeten worden uitgevoerd. Deze verwerkingsprocedures kunnen verschillende intensiteiten van differentiatie van inkomende informatie met zich meebrengen. Gecontroleerde inname van informatie gebeurt op geautomatiseerde basis en met een langzamere verwerkingssnelheid. Met selectieve waarneming is een persoon in staat om bewust en onbewust de stroom van binnenkomende informatie waaraan hij dagelijks wordt blootgesteld, te onderscheiden naar belangrijkheid en onbelangrijkheid. Hij concentreert zich op het essentiële en negeert secundaire en irrelevante informatie. In omgangstaal, de term concentratie vermogen wordt gebruikt in plaats van alertheid. Het is het behouden van bepaalde aandachtsprestaties over een langere periode, meestal op een gecontroleerde manier. De faseaandacht richt zich op het ontvangen van kortstondige binnenkomende informatie met als doel deze nieuwe en onverwachte stimulus zo goed mogelijk te verwerken. De syndroomachtige aandoening verwaarlozing brengt tactiele, visuele en auditieve klachten met zich mee. Patiënten vertonen eenzijdige verwaarlozing van de extremiteiten (hemiacinesis), geven lokale stimuli verkeerd toe (allesthesie) en verwaarlozen de helft van de ruimte. Hun inzicht in ziekte (anosognosia) ontbreekt. In het bijzonder lijden ze aan verminderde visuele waarneming, auditieve waarnemingsstoornissen, motorische stoornissen, controleverlies, hallucinaties, denkstoornissen, apraxie, afasie, amusie, geheugenverlies en verschillende soorten dementie​ Getroffen personen zijn niet in staat kleuren, maten, consistenties, tonaliteit, geluiden, spraak, muziek, snelheid en andere complexe stimuli goed te verwerken. Ze kunnen een gezichtsveldstoornis hebben, een slecht richtingsgevoel, beperkte intelligentie, leren handicaps, lees-, schrijf- en rekenproblemen, en geheugen verlies (traumatisch hersenen letsel).

Diagnose- en onderzoeksmethoden

Hoofdpijn en migraine kunnen de eerste tekenen zijn. De hersenen zijn, meer dan enig ander orgaan, afhankelijk van een ongestoord bloed en zuurstof levering. Vasculaire aandoeningen (circulatiestoornissen) zijn een mogelijke indicatie van een aanstaande beroerte, hersenbloeding en beroerte geven. Infectieziekten van de zenuwstelsel in de vorm van virussen en bacteriën vormen het voortraject van hersenvliesontsteking​ Als niet alleen de hersenvliezen maar ook de hersenen worden direct beïnvloed, encefalitis is aanwezig. Multiple sclerose is een ontstekingsziekte van de spinal cord en hersenen, wat te wijten is aan een ontregeling van de immuunsysteem​ Getroffen personen lijden aan cognitieve waarnemingsstoornissen en spieratrofie, die in het chronische stadium blijvende schade en invaliditeit veroorzaken (secundair chronisch progressief multiple sclerose​ Andere verdachte factoren bij de diagnose zijn hersentumors, spierziekten (spieratrofie, spierzwakte), perifere ziekten zenuwstelsel en neurodegeneratieve ziekten (chronische hersenziekten zonder ontsteking en circulatiestoornissen). De eerste stap op weg naar therapie is anamnese, die wordt gedaan door de patiënt te interviewen. Laboratoriumonderzoek van bloed en cerebrospinale vloeistof (zenuw en hersenen water) volgt neurologische diagnostiek. Op deze manier kunnen alle soorten pathogenenkunnen ontstekingsparameters en de eerder genoemde ziekten worden gedetecteerd. Andere onderzoeken zijn onder meer ultrageluid van de schepen bevoorrading van de hersenen, elektrofysiologische diagnostiek in de vorm van afleiding van hersengolven (EEG), meting van zenuwgeleiding in het perifere zenuwstelsel (elektroneurografie), afleiding van elektrische spieractiviteit (elektromyografie), meting van zenuwgeleiding in de spinal cord en hersenen (evoked potentials), registratie van oogbewegingen (elektro-oculografie) en functionele diagnostiek van bloed druk en hart- activiteit. Onmisbaar voor neurologische bevindingen is diagnostische beeldvorming: regelmatig Röntgenstraal procedures, myelografie, computertomografie (CT), angiografie en MRI (MRI). In het geval van inflammatoire hersenziekten en hersentumors, weefselbemonstering (tumor en hersenen biopsie) is uitgevoerd. In het geval van spierziekten, een spier biopsie is uitgevoerd. Er zijn nu verschillende medicamenteuze therapieën beschikbaar multiple sclerose, die niet alleen een gunstig effect hebben op de symptomen, maar ook op het algemene beloop. Verbeterde behandelingsprocedures hebben de prognose aanzienlijk verbeterd hersentumors​ Speciale afdelingen in de ziekenhuizen (beroerte eenheden) bieden deskundige zorg voor patiënten met beroertes, cerebrale apoplexie en hersenbloedingen. neuroleptica worden beheerd voor migraine, myasthenie en Parkinson​ Een voorwaarde voor een succesvolle therapie is een gecoördineerde samenwerking tussen neurologen, psychologen, neurochirurgen, hartchirurgen en radiologen.