Medische geschiedenis (ziektegeschiedenis) vormt een belangrijk onderdeel bij de diagnose van hyperkaliëmie (eigen risico kalium).
Familiegeschiedenis
- Zijn er aandoeningen in uw gezin die veel voorkomen?
Actueel medische geschiedenis/ systemische geschiedenis (somatische en psychische klachten).
- Heeft u last van:
- Lusteloosheid?
- Zwakheid?
- Verwarring?
- Diarree (diarree)?
- Paresthesieën (sensorische stoornissen; in dit geval: tintelingen in ledematen, harig gevoel van de tong)?
- Heeft u spierzwakte?
- Heeft u tekenen van verlamming *?
- Heb je er een hartritmestoornissen bijv
- Bradycardie (hartslag te traag: <60 slagen per minuut)?
- Hartstotteren *?
Vegetatieve anamnese inclusief voedingsanamnese.
- Heb je de afgelopen dagen of weken gevast?
- Drink je alcohol? Zo ja, wat voor drinken of drinken en hoeveel glazen hiervan per dag?
Zelfgeschiedenis incl. medicatiegeschiedenis.
- Reeds bestaande voorwaarden (suikerziekte mellitus (diabetes), hypoaldosteronisme (primair en secundair; de ziekte van Addison), nierinsufficiëntie (nierinsufficiëntie)).
- Operations
- radiotherapie
- Allergieën
Medicatiegeschiedenis
- ACE-remmers (benazepril, captopril, cilazapril, enalapril, fosinopril, lisinopril, moexipril, peridopril, quinapril, ramipril, spiraalpril).
- Angiotensine II-receptorantagonisten (AT-II-RB; ARB; angiotensine II-receptorsubtype 1-antagonisten; angiotensine-receptorblokkers; AT1-receptorantagonisten, AT1-receptorblokkers, AT1-antagonisten, AT1-blokkers; angiotensine-receptorblokkers, sartanen) - candesartan, eprosartan, irbesartan, losartan, olmesartan, telmisartan, valsartan.
- antibiotica
- Trimethoprim
- Cotrimoxazol (trimethoprim plus sulfmethoxazol) + RASB (renine-angiotensinesysteemblokkers; remmers van het renine-angiotensinesysteem) - geassocieerd met plotselinge hartdood bij oudere patiënten (binnen 14 dagen na antibioticabehandeling)
- Antiprotozoale middelen
- pentamidine
- Antireumatische geneesmiddelen, niet-steroïde (acetylsalicylzuur (ASA))
- aldosteron antagonisten (amiloride, spironolacton, eplerenon).
- Antiprotozoale middelen (pentamidine).
- Bètablokker
- Niet-selectieve bètablokkers (bijv. carvedilol, propranolol, soltalol) [remming van insuline afscheiding; krachtiger dan selectieve bètablokkers].
- Selectieve bètablokkers (bijv. atenolol, bisoprolol, metoprolol).
- Calcimimetisch (etelcalcetide).
- Digitalis-glycosiden
- diuretica
- Kaliumsparende diuretica: Amiloride, triamtereen
- aldosteron antagonisten: eplerenon, spironolacton.
- heparine
- immunosuppressiva (ciclosporine (cyclosporine A), tacrolimus).
- Lithium
- Spierverslappers (succinylcholine)
* Als deze vraag met "Ja" is beantwoord, is een onmiddellijk bezoek aan de dokter vereist! (Informatie zonder garantie)