Complicaties | Trombose

Complicaties

De meest gevreesde complicatie is pulmonaal embolie. Indien de bloed bloedstolsel (trombus) hecht slechts zeer losjes aan de vaatwand en kan loskomen. De trombus drijft nu met de bloed stroom terug naar de hart- en vervolgens naar de longen.

De longslagaders worden steeds smaller. De bloed stolsel verstopt het vat en vormt een long embolie. Het deel van de long achter de blokkering kan niet meer deelnemen aan de gasuitwisseling.

Als de trombus erg groot is, kunnen grote delen van de long worden niet langer van bloed voorzien voor gasuitwisseling. Wanneer de bloedstroomcapaciteit van de resterende long is uitgeput, de hart- wordt snel overbelast (rechterhartbelasting) met levensbedreigende complicaties. Vaak een longaandoening embolie blijft onopgemerkt.

Bij de helft van alle trombose a longembolie kan worden gedetecteerd zonder dat de patiënt het merkt. In deze gevallen spreekt de arts van occult, dwz verborgen, longembolie. Een bekkenveneuze trombose heeft het hoogste risico op een longembolie. Een veel voorkomende late complicatie is de posttrombotisch syndroom.

Thombosis profylaxe

Voorkomen trombose voor de operatie worden compressiestronken aangebracht en heparine (heparinederivaten met laag molecuulgewicht) wordt als injectie toegediend. De dosis hangt af van het risicopotentieel van de patiënt (heeft u dit al gehad) trombose?) en de operatie (risicovolle operatie zoals kunstmatig kniegewricht, kunstmatig heup gewricht).

Bovendien is vroege beweging belangrijk voor de bloedcirculatie. U kunt meer informatie vinden op trombose profylaxe onder ons onderwerp: Tromboseprofylaxe Nadat een patiënt een trombose heeft overwonnen, wordt vaak gedurende een beperkte periode (6-12 maanden) een bloedverdunnende medicatie (Marcumar) gegeven om een ​​nieuwe trombose te voorkomen. Veel trombose genezen zonder gevolgen na tijdige therapie.

Zeker als een trombose niet op tijd wordt ontdekt, is de kans op blijvende schade groot. Als een trombose niet wordt behandeld, vormt zich littekenweefsel uit de bloedprop na een paar dagen. Dit littekenweefsel vormt meestal een nieuw kanaal, dus een nieuw vat.

De problemen van het nieuwe schepen zijn dat ze geen veneuze kleppen hebben. Veneuze kleppen laten het bloed slechts in één richting stromen (naar de hart-). Een mogelijk gevolg van de ongecontroleerde bloedstroom als gevolg van de ontbrekende veneuze kleppen is een overbelasting van het oppervlakkige veneuze systeem.

Spataderen (varices) kunnen ontstaan. Het volledige plaatje van de overbelasting wordt genoemd posttrombotisch syndroom. De gevolgen zijn: Als er eenmaal een trombose is opgetreden, is de kans op een nieuwe trombose groot!

Vooral mannen lopen een groot risico op een nieuwe trombose. Voor aanstaande operaties moet de trombosebescherming worden verhoogd met heparine.

  • Waterretentie in weefsel (oedeem)
  • De ontwikkeling van spataderen (varices)
  • De ontsteking van de huid (dermatitis) en
  • De vorming van open zweren (ulcus cruris).