MRI (contrastmiddel): voordelen en risico's

Wanneer is een MRI-contrastmiddel nodig?

Een MRI zonder contrastmiddel is grotendeels risicovrij, maar is niet voor alle vragen voldoende. Wanneer twijfelachtig weefsel in vergelijkbare grijstinten wordt weergegeven, is het gebruik van een contrastmiddel zinvol. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het onderzoeken van verdachte haarden in de milt, pancreas of lever of bij het ophelderen van tumoren en metastasen. Gebieden met een slechte bloedtoevoer kunnen ook worden opgespoord met behulp van contrastmiddelen, bijvoorbeeld littekens of geblokkeerde bloedvaten na een beroerte.

Contrastmiddelen gebruikt bij MRI

Voor een MRI met contrastmiddel worden vaak stoffen gebruikt die gadolinium, ijzeroxiden en mangaanverbindingen bevatten. Hoewel gadolinium alleen via een ader mag worden toegediend, kan de patiënt de andere twee stoffen ook drinken. Dit is vooral handig bij onderzoek van het maag-darmkanaal.

MRI-contrastmiddelen: bijwerkingen

Bij gezonde patiënten veroorzaken MRI-contrastmiddelen doorgaans slechts milde bijwerkingen, zoals:

  • Gevoel van warmte, kou of tintelingen
  • hoofdpijn
  • Algemene malaise
  • huidirritatie

In sommige gevallen kunnen MRI-contrastmiddelen ook allergische reacties veroorzaken.

In zeldzame gevallen kan de toediening van gadoliniumhoudende contrastmiddelen bij bestaande nierinsufficiëntie leiden tot zogenaamde nefrogene systemische fibrose (NSF). Deze bindweefselziekte wordt gekenmerkt door een proliferatie van bindweefsel in de huid, gewrichten of inwendige organen. Gadolinium kan ook in bepaalde delen van de hersenen worden afgezet. Dit kan leiden tot secundaire symptomen zoals pijn of paresthesie.

Een herbeoordeling van het veiligheidsprofiel is onderwerp van controversieel debat onder deskundigen. Momenteel worden echter nog steeds de contrastmiddelen gadobutrol, gadoteerzuur en gadoteridol gebruikt, zij het met de aanbeveling deze in de laagst mogelijke dosering te gebruiken. In het belang van de patiëntveiligheid beslissen artsen per geval over het gebruik van gadoliniumhoudende contrastmiddelen, nadat ze de risico's en voordelen tegen elkaar hebben afgewogen.