Femurhalsfractuur bij oudere mensen | Fysiotherapie bij een fractuur van de femurhals

Femurhalsfractuur bij oudere mensen

Het dijbeen nek breuk is een typische fractuur van ouderen, vooral vrouwen worden vaak getroffen, daar vrouwen een verhoogd risico op hebben osteoporose. De veranderde botstructuur is minder veerkrachtig en heeft de neiging te breken wanneer er kracht op wordt uitgeoefend. Vaak vallen er valpartijen in de thuisomgeving, wat leidt tot een fractuur van de femurhals.

Het is daarom vooral belangrijk voor ouderen om het risico op vallen te minimaliseren. De angst om te vallen verhoogt ook het risico op vallen. Mensen die zich veilig op hun benen voelen vallen minder vaak.

Om stabiliteit en gang te behouden, moeten ouderen een versterkende en stabiliserende training volgen. Coördinatie en evenwicht kan ook specifiek worden getraind om het risico op vallen te minimaliseren. Er zijn bepaalde groepen voor de juiste doelgroep die valpreventie bieden. Revalidatiesporten, gymnastiek, aquagymnastiek en andere sportactiviteiten bevorderen ook de kracht en mobiliteit van de been spieren. Mobiliteit en kracht behouden, zelfs op hoge leeftijd, is belangrijk om veilig en onafhankelijk te zijn in het dagelijks leven en om het risico op vallen in de thuisomgeving te verminderen.

Hoe en wanneer moet de operatie worden uitgevoerd?

Chirurgie voor dijbeen nek fracturen zijn afhankelijk van de mate van letsel, de breuk hoek en de stabiliteit van de breuk. Stabiele fracturen zijn vaak conservatief te behandelen. Er wordt geopereerd aan onstabiele fracturen.

Er zijn verschillende mogelijkheden. Osteosynthese met schroeven en platen, de dynamische heupschroef en verschillende technieken van endoprothetische gewrichtsvervanging zijn mogelijk. De chirurgische procedure wordt bemoeilijkt als het botweefsel is veranderd en onstabiel is als gevolg van eerdere ziekten, zoals osteoporose.

Het doel van de operatie is om de patiënt te laten belasten en verplaatsen been zo snel mogelijk weer. Vooral bij oudere mensen, typische risicofactoren zoals long ziekten, trombose, problemen met de bloedsomloop of verlies van mobiliteit bij anderen gewrichten kan worden voorkomen. Het sleutelwoord is vroege mobilisatie. Bij jongere patiënten, bijvoorbeeld na een ongeval, wordt meestal geen endoprothetische gewrichtsvervanging uitgevoerd, maar worden in plaats daarvan schroeven gebruikt om te proberen het bot te herstellen, aangezien de levensduur van de gewrichtsvervanging beperkt is en vervanging van de prothese moet worden vermeden.