Groeipijn: wat te doen?

Groeipijn: symptomen

Als kinderen 's avonds of 's nachts klagen over acute pijn in de benen, die meestal overdag verdwijnt, is er meestal sprake van groeipijn. Zelfs kleine kinderen kunnen getroffen worden.

De pijn wordt afwisselend in beide benen gevoeld – soms doet het ene been pijn, de volgende keer het andere, en soms doen beide benen tegelijkertijd pijn.

Het dijbeen, het scheenbeen en/of de kuit worden vaak aangetast. Groeipijnen komen ook vaak voor in het knie- of voetgebied. Meestal kan het niet duidelijk worden toegewezen aan een specifieke structuur (zoals een gewricht of spier).

Slechts zelden melden adolescenten groeipijn in de armen – en als dat wel het geval is, gaat dit gepaard met pijn in de benen. Andere delen van het lichaam, zoals het borstbeen, de ribbenkast of de schedel, zijn geen typische ‘locaties’ voor groeipijn.

Wanneer jongens teelbalpijn melden, denken sommige ouders aan groeipijn. Acute pijn in het gebied van de testikels wordt echter vaak veroorzaakt door blessures (bijvoorbeeld tijdens het sporten) of ziekten, zoals een verdraaide zaadbal of teelbalontsteking. Het is essentieel om teelbalpijn door een arts te laten onderzoeken!

Hoe voelt groeipijn?

De ernst van groeipijn varieert. Soms is het alleen merkbaar doordat een licht trekkend gevoel, soms intense, krampachtige pijn kinderen uit hun slaap haalt.

De duur en frequentie van aanvallen variëren

Pijnaanvallen variëren in lengte. Soms duurt de pijn maar een paar minuten, dan weer wel een uur of zelfs meerdere uren.

Ook de frequentie van de pijnaanvallen varieert. Ze kunnen één of twee keer per week voorkomen, maar ook veel minder vaak, bijvoorbeeld één keer per maand.

Groeipijnen verdwijnen echter meestal de volgende ochtend volledig.

Checklist – groeipijnen

De volgende lijst toont belangrijke kenmerken die doorgaans worden waargenomen bij groeipijnen:

  • De benen worden beïnvloed door de pijn.
  • De pijn komt afwisselend in beide benen voor.
  • Het ontstaat niet direct in één gewricht.
  • Het komt 's avonds of' s nachts voor, maar niet overdag.
  • De pijnlijke plekken vertonen geen roodheid of zwelling.
  • Groeipijnen gaan niet gepaard met koorts.
  • Het looppatroon is onopvallend, het kind hinkt bijvoorbeeld niet.
  • Meestal worden kinderen tussen de drie en twaalf jaar getroffen.

Groeipijnen: tot welke leeftijd?

Zo beginnen groeipijnen bij kinderen meestal op de leeftijd van drie jaar, soms ook op de leeftijd van twee of vier jaar. Bij baby's zijn groeipijnen atypisch.

Gespecialiseerde bronnen noemen vaak een leeftijd van ongeveer 12 jaar als bovengrens; groeipijnen verdwijnen in de adolescentie (puberteit). Daarna, rond de leeftijd van 14 of 18 jaar, heeft avond- of nachtpijn doorgaans andere oorzaken.

Wat te doen tegen groeipijnen?

Bij acute groeipijn raden artsen aan om het getroffen gebied te wrijven of te masseren. Dit verlicht de pijn vaak snel.

Voor een zachte massage kunt u ook preparaten van geneeskrachtige planten gebruiken, bijvoorbeeld een arnicapreparaat (bijvoorbeeld zalf). De medicinale plant heeft een pijnstillend effect. Gebruik echter alleen arnicapreparaten die geschikt zijn voor kinderen. Apothekers kunnen u hierover adviseren.

Insmeren met Sint-Janskruidolie kan ook gunstig zijn bij groeipijnen. Er wordt gezegd dat de geneeskrachtige plant een verwarmende, ontspannende en pijnstillende werking heeft.

Warmtetoepassingen kunnen ook de groeipijnen bij kinderen verlichten. Een warmwaterkruik is een veelgebruikt huishoudelijk middel. Als de voeten van uw kind pijn doen, kan uw kind ook genieten van een warm voetenbad. De hitte kan het ongemak voor een korte tijd verlichten.

Ook pijnstillers gaan de pijn tegen. Ibuprofen en paracetamol zijn geschikt voor kinderen. De dosering is afhankelijk van het gewicht van het kind. Vraag uw arts of apotheker hierover en naar de gebruiksduur.

Als een kind last heeft van chronische pijn, zijn rekoefeningen voor de spieren aan te raden. Het kind kan bijvoorbeeld preventief de kuitspieren en de strek- en buigspieren van de dijen ‘strekken’ voordat het naar bed gaat – de benen worden het vaakst getroffen door groeipijnen. Vraag indien nodig een arts of fysiotherapeut om u geschikte rekoefeningen te laten zien.

Als de groeipijn aanhoudt, kunt u mogelijk ook een osteopathische behandeling proberen. Deze manuele therapiemethode wordt ook vaak toegepast bij rugpijn. Meer over het concept osteopathie kunt u lezen in het artikel Rugpijn – osteopathie.

De ouders van sommige kinderen vertrouwen voor groeipijnen op alternatieve geneeswijzen, zoals homeopathie. Er wordt bijvoorbeeld gezegd dat bolletjes zoals Calcium fosforicum D12 en Rhus toxicodendron D12 helpen bij de symptomen.

Het concept van homeopathie en de specifieke effectiviteit ervan zijn controversieel in de wetenschappelijke gemeenschap en zijn niet duidelijk bewezen door studies.

Waarom ontstaan ​​groeipijnen?

Onderzoek heeft echter nog geen duidelijk mechanisme kunnen identificeren dat primair verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van de pijn.

Bovendien komen groeipijnen niet bij voorkeur voor in fasen waarin een kind bijzonder snel groeit. Omgekeerd is het ook merkbaar bij kinderen bij wie de groei verstoord of vertraagd is.

Verschillende hypothesen

De oorzaken van groeipijnen zijn daarom een ​​mysterie. Er zijn echter verschillende hypothesen. Hier zijn een paar voorbeelden:

Verlaagde pijndrempel: sommige onderzoekers vermoeden dat groeipijnen een gegeneraliseerd, niet-inflammatoir pijnsyndroom uit de vroege kinderjaren zijn dat verband houdt met een lage pijngrens.

Uit onderzoek is gebleken dat kinderen met groeipijnen een blijvend lagere pijngrens hebben dan kinderen van dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht zonder deze klachten.

Lokale overbelasting: Volgens een andere hypothese kunnen groeipijnen het gevolg zijn van lokale overbelasting van het skelet. Onderzoekers hebben aangetoond dat getroffen kinderen minder botsterkte hebben dan gezonde kinderen.

Deze hypothese zou verklaren waarom groeipijnen in de benen meestal laat op de dag optreden – en vaak op dagen dat kinderen lichamelijk actief waren.

Genetische aanleg: Groeipijnen komen in sommige families vaker voor. Dit duidt op genetische factoren die het optreden van dergelijke pijn bevorderen.

Mogelijke risicofactoren

Griekse wetenschappers hebben een mogelijk verband ontdekt tussen groeipijnen en bepaalde parameters rond de geboorte van getroffen kinderen. Volgens dit onderzoek lijken onder meer de volgende factoren verband te houden met een verhoogd risico op groeipijnen:

  • een laag geboortegewicht (< 3000 g)
  • een korte lichaamslengte bij de geboorte (< 50 cm)
  • een kleine hoofdomtrek bij de geboorte (< 33 cm)

Volgens deze studie worden meer uitgesproken knokkels ook vaak in verband gebracht met groeipijnen.

Hoe vaak komt groeipijn voor?

Groeipijnen komen iets minder vaak voor bij jongens dan bij meisjes. De totale frequentie ervan is moeilijk te bepalen – deels omdat er geen gestandaardiseerde diagnostische criteria bestaan ​​en er vaak verschillende leeftijdsgroepen in dit opzicht zijn onderzocht.

Afhankelijk van het onderzoek wordt geschat dat tot 37% van de kinderen er last van heeft, en in sommige onderzoeken ligt dit cijfer zelfs nog hoger. Als alleen naar schoolgaande kinderen wordt gekeken, wordt aangenomen dat tussen de tien en twintig procent op een gegeven moment last heeft van groeipijnen.

Hoe wordt groeipijn gediagnosticeerd?

Als kinderen van een normale leeftijd last hebben van de typische pijn en er geen andere oorzaak kan worden gevonden – bijvoorbeeld met behulp van beeldvormingsprocedures of laboratoriumtests – stellen artsen meestal de diagnose ‘groeipijn’.

Vaak wordt ook rekening gehouden met de tijdsfactor: de pijnaanvallen moeten minimaal drie maanden aanwezig zijn.

Medische geschiedenis en lichamelijk onderzoek

Om de pijn te verduidelijken, nemen artsen eerst de medische geschiedenis van hun jonge patiënten (anamnese):

Ze vragen de ouders en de getroffen kinderen (afhankelijk van hun leeftijd) om de symptomen gedetailleerder te beschrijven. Zo is het belangrijk om precies te weten hoe de pijn zich manifesteert, hoe lang deze al bestaat en hoe vaak deze voorkomt.

Andere mogelijke vragen zijn onder meer of de pijn 's avonds of 's nachts optreedt, vooral na zeer lichamelijk actieve dagen, en of bekend is dat het kind onderliggende ziekten heeft.

Het anamnesegesprek wordt gevolgd door een lichamelijk onderzoek. Artsen onderzoeken onder andere het bewegingsapparaat – het hele bewegingsapparaat, en niet alleen de gebieden die vaak pijn doen. Ze testen bijvoorbeeld de beweeglijkheid van gewrichten en controleren de gang van het kind op afwijkingen.

Artsen zoeken ook naar afwijkingen in de delen van het lichaam die gewoonlijk pijn doen, bijvoorbeeld of de gebieden pijnlijk of gezwollen zijn.

Bloedonderzoek wordt ook routinematig uitgevoerd. Artsen meten bijvoorbeeld de ontstekingsparameters in het bloed van het kind, zoals de bezinkingssnelheid van erytrocyten en C-reactief eiwit. Groeipijnen worden niet veroorzaakt door een ontsteking, daarom zijn de ontstekingswaarden hier onopvallend.

Beeldvormingsprocedures kunnen ook worden gebruikt, vooral röntgenonderzoek. Ook hier zijn de bevindingen voor groeipijnen onopvallend.

In individuele gevallen kunnen verdere onderzoeken nodig zijn om andere oorzaken van de pijn uit te sluiten (differentiële diagnoses) – of om deze te bewijzen. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan uitgebreider bloedonderzoek of magnetische resonantie beeldvorming (MRI).

Differentiële diagnoses

Er bestaat een hele reeks differentiële diagnoses voor groeipijn, dat wil zeggen andere mogelijke oorzaken van de pijn.

Het is bijvoorbeeld belangrijk om duidelijk te maken of het daadwerkelijk om groeipijnen of reuma gaat. Bij kinderen is juveniele idiopathische artritis de meest voorkomende oorzaak. Dit is de meest voorkomende reumatische ziekte op de kinderleeftijd.

Trauma's (zoals vermoeidheidsfracturen), ontstekingen (bijvoorbeeld van de skeletspieren) en stofwisselingsziekten (zoals rachitis) zijn ook mogelijke differentiële diagnoses.

Hier is een samenvatting van een selectie van mogelijke differentiële diagnoses voor groeipijnen:

  • Trauma (bijvoorbeeld stressfracturen, overbelastingsreacties)
  • Reumatische ziekten: b.v. juveniele idiopathische artritis, collagenosen (bindweefselziekten), fibromyalgie
  • Myositis (ontsteking van de skeletspieren)
  • Osteomyelitis (ontsteking van het beenmerg)
  • Septische artritis (gewrichtsontsteking veroorzaakt door bacteriën)
  • Rachitis
  • Vitamine C-tekort
  • Vitamine A-overschot
  • Ziekte van Fabry (een aangeboren stofwisselingsstoornis)
  • Ziekte van Perthes (zeldzame stoornis van de bloedsomloop van de heupkop)
  • leukemie
  • lymfomen
  • metastasen van kankertumoren (metastasen)
  • Tumoren van de botten of het ruggenmerg
  • Rusteloze benen syndroom

Groeipijnen: progressie en prognose

Hoe onaangenaam groeipijnen ook kunnen zijn, ze zijn goedaardig en niets om je zorgen over te maken. Ouders hoeven niet te vrezen voor gevolgschade.

Bovendien verdwijnen de symptomen vanzelf of verdwijnen zelfs spontaan: de meeste kinderen zijn na ongeveer één tot twee jaar van de groeipijn af.