Een bovenbouw is een tandprothese bevestigd aan een implantaat. Dit kan een kroon, een brug of zelfs een kunstgebit zijn. Het implantaat zelf wordt chirurgisch geplaatst (geïmplanteerd) in tandeloze delen van de kaak en neemt de functie aan van een kunstmatige tandwortel, die dient om de bovenbouw te bevestigen. Een implantaat dat zonder complicaties geneest, doet op geen enkele manier onder sterkte van een natuurlijke gezonde tand. Titanium wordt gebruikt voor de productie van implantaten omdat het geen ongewenste bijwerkingen zoals allergieën veroorzaakt. Door zijn hoge stabiliteit is titanium bestand tegen de drukbelastingen die optreden tijdens het kauwen. Implantaten kunnen heel wat voordelen bieden, zoals:
- Ze helpen kunstgebit die slecht passen als gevolg van ongunstige kaakomstandigheden, tot een stevige grip.
- Ze kunnen ervoor zorgen dat gezonde tanden niet worden gekroond.
- Bied de bovenbouw esthetisch goede resultaten.
- Kaakbeenderen in tandeloze gebieden wijken af en verliezen daardoor hun stabiliteit. Dit is niet het geval op het gebied van implantaten.
Indicaties (toepassingsgebieden)
Implantaten vinden samen met hun bovenbouw hun toepassing:
- Voor een enkele tandvervanging - bijv. Om te conserveren cariës-vrije naburige tanden van bekroning voor een brug.
- Voor het verlengen van verkorte rijen tanden
- In het verminderde residu tandstelsel - bijv. Om verwijderbaarheid te vermijden kunstgebit.
- In de tandeloze kaak - bijvoorbeeld om een prothese beter vast te houden.
- In slechte anatomische omstandigheden voor het behoud van conventionele kunstgebit - bijv voorwaarde na tumorresectie.
- Voor abutmentvergroting - om uitneembare prothesen te voorkomen.
Contra-indicaties
Algemene contra-indicaties
- Verhoogde neiging tot bloeden
- Hemorragische diathese (pathologisch verhoogd bloedingsneiging).
- Ernstige hart- en vaatziekten
- Hartklep vervangen
- Conditie na bacterieel endocarditis (endocarditis van de hart-).
- Bypass
- Ernstige stoornissen van het botmetabolisme - bijv osteogenese imperfecta (broze botziekte).
- osteoporose therapie Met bisfosfonaten.
- Lever cirrose (leverkrimp - eindstadium van chronische leverziekte).
- Reumatische aandoeningen / collagenosen - bijv. Reumatoïde artritis, sclerodermie (sclero = hard, dermie = huid) - zeldzame auto-immuunziekte geassocieerd met verharding van bindweefsel van de huid alleen of van de huid en interne organen (vooral spijsverteringskanaal, longen, hart- en nieren), Syndroom van Sjogren - auto-immuunziekte uit de groep van collagenosen waarbij immuuncellen aanvallen speekselklieren en traanklieren. Het syndroom van Sjögren manifesteert zich in morfologische veranderingen in de speekselklieren en de traanklieren, waardoor chronische parotitis (ontsteking van de oorspeekselklieren), keratoconjunctivitis sicca (droge ogen-syndroom; sicca-syndroom; stopzetting van de secretie van de traanklieren), xerostomie (droge mond) en rhinitis sicca (droog neusslijmvlies)
- Conditie na orgaantransplantatie
- Verminderde immunologische afweer van de patiënt - bijv. Hiv, immunosuppressiva, cytostatische geneesmiddelen.
- Steroïde therapie/ glucocorticoïde administratie (Cortisol, prednison, prednisolon, betamethason, dexamethason, Enz.).
Tijdelijke (voorbijgaande) contra-indicaties.
- Onvolledige kaakgroei - implantaties op zijn vroegst tussen 18 en 20 jaar, na voltooiing van de groei.
- Onbehandelde parodontitis (ontstekingsziekten van het parodontium).
- Zwaartekracht (zwangerschap)
- Acute ontsteking
- Drugsmisbruik (drugsmisbruik)
- Zwaar roken
- Conditie Voor na radiotherapie (radiotherapie) - verhoogd risico op infectie, implantaties op zijn vroegst na een jaar na zorgvuldige afweging van de alternatieven.
- Niet aangepaste diabetes mellitus
- Geestelijke ziekte
Lokale contra-indicaties
- Onbehandelde parodontitis
- Ongunstige botsituatie - weeg zo nodig botvergroting.
- Osteomyelitis (ontsteking van het beenmerg)
- Dysgnathie (malocclusies van de kaak)
- Storingen
- Pathologische veranderingen in het mondslijmvlies - bv B. Leukoplakie (hyperkeratose van de slijmvliezen of lip huid, die mogelijk dysplastisch kan zijn).
- Restgebit dat moet worden behandeld
- Onvoldoende mondhygiëne
- Xerostomie (droge mond)
- Macroglossia (vergrote tong)
De procedure
Direct nadat het implantaat is geplaatst, wordt het meestal bedekt door slijmvlies Na de genezingsfase, die gewoonlijk drie tot zes maanden duurt, wordt de slijmvlies over het implantaat wordt weer iets geopend om het implantaat bloot te leggen. Nu, in eerste instantie voor nog eens twee weken, wordt een zogenaamde healing spacer ingebracht om de slijmvlies over het implantaat van het weer sluiten. Een afdruk wordt gemaakt met behulp van afdrukpalen. Dit wordt door het tandtechnisch laboratorium gebruikt om de finale te produceren tandprothese, de bovenbouw. In het implantaat zit een schroefdraad, de zogenaamde inwendige schroefdraad. In de bovenbouw is een kleine schroef verwerkt, bijvoorbeeld een kroon, die perfect past op de interne schroefdraad van het implantaat. Ongeveer twee weken na het blootleggen van het implantaat wordt de genezingsruimte verwijderd en wordt de nieuwe bovenbouw exact op het implantaat geschroefd. Als alternatief kunnen kronen en bruggen kan conventioneel worden bevestigd (gecementeerd).
Na de procedure
Regelmatig, bovengemiddeld mondhygiëne en vervolgbezoeken zijn essentieel voor het succes op lange termijn van implantaten.