Bloedingsneiging

Een verhoogde neiging tot bloeden (hemorragische diathese; ICD-10-GM D65-D69: coagulopathieën, purpura en andere hemorragische diathese) kan zich manifesteren door huidonderhuidse of mucosale bloeding; spontane bloeding in bijvoorbeeld gewrichten/spieren; of abnormaal hevig bloeden (bijv. menstruatie, tandextractie/verwijdering).

De aanwezigheid van spontane bloeding met kleine vlekken in de huid, onderhuids weefsel of slijmvliezen wordt purpura genoemd. Als het individu uitbloeit (pathologisch huidveranderingen) van de purpura komen op plekken voor, ze worden genoemd petechiën​ Zie “Purpura en petechiën"Hieronder.

Oorzaken van bloedingsneigingen zijn onder meer:

  • Vasculaire defecten
  • Bloedplaatjesdefecten (betreft het trombocytische systeem; gedragen door bloedplaatjes / bloedplaatjes die in het bloed worden aangetroffen)
    • Trombocytopenie (tekort aan bloedplaatjes).
    • Trombocytopathieën (disfunctie van bloedplaatjes​ aandoeningen van de bloedplaatjesfunctie).
  • Stollingsdefecten (beïnvloedt het plasmatische stollingssysteem: 13 stollingsfactoren).
  • Stoornissen van fibrinolyse (beïnvloedt het fibrinolytische systeem; stoornissen van de endogene oplossing van een trombus (bloed stolsel) door het enzym plasmine).

De bovengenoemde oorzaken van bloedingsstoornissen zijn aangeboren of verworven.

Een veelvoorkomende oorzaak van een verhoogde bloedingsneiging is behandeling met antitrombotische of anticoagulantia drugs.

De neiging tot bloeden kan een symptoom zijn van veel ziekten (zie onder “Differentiële diagnoses”).

Verloop en prognose: Verloop en prognose zijn afhankelijk van de oorzaak van de ziekte. Een verhoogde bloedingsneiging vereist altijd medische evaluatie.