Lip

De lippen bestaan ​​uit een bovenlip (labium superius) en een onderlip (labium inferius). De lippen versmelten in de rechter- en linkerhoek van de mond (angulus oris). Ze bevatten spierweefsel en de orale fissuur (Rima oris) vormt de entree aan de mondholte. Aan de binnenkant hebben ze een boven- en onderzijde labiale frenulum (frenulum labii superioris et inferioris), een verbinding met de kaak.

histologie

De lippen kunnen macroscopisch al in twee verschillende weefseltypen worden verdeeld. Aan de buitenkant zit huid, die aan de binnenkant verandert in slijmvlies. Het is op te delen in 3 secties, die vloeiend in elkaar overlopen, waardoor een duidelijke rand niet herkenbaar is.

De buitenste schil (pars cutanea) bestaat uit een meerlagig hoornachtig plaveisel epitheel en vormt een beschermende barrière naar de buitenwereld. Het is kenmerkend samengesteld uit meerdere lagen op elkaar geplaatste cellen. In deze cellagen en het onderliggende weefsel zijn er haar follikels, talgklippen (om de lippen soepel te houden) en zweetklieren, onder andere.

De keratinisatie wordt veroorzaakt door het afsterven van speciale cellen, keratinocyten genaamd. Tussen binnen en buiten bevindt zich de overgangszone waarin de eigenlijke liprood zich bevindt. Dit gebied wordt ook wel pars intermedia genoemd.

Dit gebied bevat ook verhoornd plaveisel epitheel, die aanzienlijk dunner is dan de voorste zone. De bindweefsel steekt uit in het squameuze epitheel, die lamina propria direct onder de cellagen wordt genoemd. Hier lopen veel arteriële haarvaten door de dunne bovenlaag.

Dit is hoe de sterke rode kleur van de lippen ontstaat. Wanneer het zuurstofgehalte in deze capillair loops neemt af, het typische fenomeen van blauwe lippen (cyanose) ontwikkelt. De binnenste laag is bekleed met mucosaal epitheel, een niet-geornificeerd plaveiselepitheel.

Naast tal van schepen en zenuwvezels, er zijn veel kleine speekselklieren die viskeus (slijm) produceren speeksel. Dit houdt de lippen vochtig en, net als de grotere speekselklieren, is betrokken bij de afbraak van het opgenomen voedsel. Onder deze laag ligt de spier van de lippen (Musculus orbicularis oris) ingebed in de bindweefsel. Dit is verantwoordelijk voor de beweging van de lippen.