Oefeningen en technieken | Fysiotherapie voor een hernia

Oefeningen en technieken

Samen met de therapeut worden strategieën uitgewerkt hoe de patiënt in het dagelijks leven zijn rug kan beschermen (werkplekinrichting, rugvriendelijk tillen…). De juiste behandeling van de rug is ontwikkeld in de terug school. Mogelijk kan dit ook bij groepstherapie plaatsvinden.

De beweeglijkheid van de rug moet in alle richtingen zo goed mogelijk worden hersteld. Mobilisatietechnieken (stretching, manuele therapie, gymnastiekoefeningen) kunnen worden overwogen. Om de rug te beschermen tegen verdere onjuiste belasting, is stabiliteit ook belangrijk.

Een gericht versterkingsprogramma maakt daarom deel uit van de fysiotherapeutische behandeling van een hernia. Afhankelijk van de status van de patiënt worden specifieke spiergroepen versterkt. De buikspieren stabiliseert de rug van voren en kan een holle rug tegengaan.

De rugspieren stabiliseren de rug van achteren. Ook door gerichte bewegingen kan de cervicale wervelkolom worden gemobiliseerd, en ook hier zijn er versterkende oefeningen die de houding verbeteren. Verkorte spieren (bijv. Schouder-nek spieren) kunnen worden uitgerekt.

De zogenaamde autochtone rugspieren gaan van wervel naar wervel en spelen een belangrijke rol bij het stabiliseren van de wervelkolom. Het is erg moeilijk of onmogelijk om het willekeurig te beheersen. De rugspieren kunnen echter worden versterkt door gerichte coördinatieve training.

Het is belangrijk om een ​​sterke, functionele rompmusculatuur of kernmusculatuur op te bouwen. De keuze van de oefeningen is veelzijdig, maar dient met de therapeut te worden besproken, aangezien een onjuiste uitvoering snel kan leiden tot overbelasting van beschadigde structuren. Onze wervelkolom maakt het voor ons mogelijk om de hele dag in een rechte lichaamshouding te blijven en te buigen, te strekken en te roteren tijdens talloze dagelijkse activiteiten.

Onze tussenwervelschijven, die als buffer fungeren tussen de afzonderlijke wervellichamen en passief met elke beweging meebewegen, zijn een zwak punt in dit systeem. Bij herhaalde eenzijdige bewegingen en langdurige statische belasting, zoals bij langdurig zitten, kan de geleiachtige kern van de tussenwervelschijf ontwijkt de eenzijdige druk en beweegt in tegengestelde richting. Ook gebogen werkzaamheden zoals tuinieren of “verkeerd tillen” gedurende langere tijd leiden op de lange termijn tot een drukbelasting op de achterste vezelring, waarin de schijfkern ingebed ligt. Constante te zwaarkunnen een zwakke rompmusculatuur en zwak bind- en ondersteunend weefsel als risicofactoren worden toegevoegd.

Op een gegeven moment kan de vezelige ring de drukbelasting niet meer weerstaan, er treden alleen kleine scheurtjes op, totdat een plotselinge beweging of optilproces meestal een acuut pijnlijke hernia veroorzaakt. Deze acuut pijnlijke gebeurtenis wordt daarom voorafgegaan door een lang proces, dat meestal al voelbaar is geworden door terugkerende pijn aanvallen. Een hernia kan echter ook bij een MRI (Magnetic Resonance Imaging) als toevallige bevinding worden opgespoord zonder dat de betrokkene klachten heeft of in het verleden heeft gehad.

De pijn beeld is dus onder meer afhankelijk van de locatie van de hernia. In Duitsland worden jaarlijks meer dan 100,000 mensen geopereerd aan een hernia, van wie velen helaas blijven klagen pijn na de operatie. Daarom mag de beslissing om een ​​operatie te ondergaan alleen worden genomen na een gerichte conservatieve therapie en nauwkeurige afweging van alle factoren, als er geen acute verlammingsverschijnselen of een blaas en rectum zwakheid.

In elk geval, ongeacht of de hernia conservatief of operatief moet worden behandeld, hebben patiënten onmiddellijke en consistente medische behandeling nodig. pijntherapie om de acute pijn te elimineren en de chroniciteit ervan te voorkomen. Daarnaast dient de fysiotherapeutische behandeling zo vroeg mogelijk te worden gestart, zodat de patiënt actief kan deelnemen aan het genezingsproces en op lange termijn late schade en herhaling (recidief) kan worden voorkomen.

  • Nauwkeurige diagnostiek en consistente pijntherapie door de arts
  • Tijdelijke verlichting - de nadruk ligt hier op tijdelijke verlichting voor een paar dagen - liggend in een zeer comfortabele positie.

    Het maakt niet uit of de patiënt op zijn rug in een getrapt bed, op zijn zij of zelfs op zijn rug ligt maag, wat afhankelijk van de locatie van de hernia ook verlichting kan brengen. De ervaring heeft geleerd dat het het beste is om afhankelijk van de waargenomen opluchting vaak van houding te veranderen en zo snel mogelijk liggend te beginnen met lichte bewegingsoefeningen.

  • Warmtetoepassingen in de vorm van warmwaterkruiken, graanzakken of fango-packs voor eenmalig gebruik worden vaak als aangenaam en pijnverminderend ervaren door de toegenomen bloed bloedsomloop en spieren ontspanning bereikt.
  • Lopen, normaal gesproken kan het bed na een paar dagen worden verlaten en kunnen de ligfasen worden onderbroken door te lopen. Door door de pijn min of meer rechtop te bewegen, kan zelfs een lichte mobilisatie van het bekken gewrichten en de lumbale en thoracale wervelkolom wordt geïnitieerd.

    De bewegingssensoren in de gewrichten en spieren die door beweging worden geactiveerd, liggen over pijninducerende zenuwreceptoren en zorgen voor pijnverlichting in de rug. Indien mogelijk moeten ook traplopen en buiten lopen worden uitgevoerd.

  • Taping van de lumbale wervelkolom Vanaf het begin is het zinvol om een ​​tape in de lumbale wervelkolom aan te brengen. Dit dient voornamelijk voor gespierd ontspanning en om het metabolisme te verbeteren.

    De zogenaamde kinesiotapes hebben niet de taak om de wervelkolom te ondersteunen. Doordat de kinesiotapes door de beweging constant een prikkel door de huid teweegbrengen, komt er pijnverlichting zonder bijwerkingen en wordt beweging vergemakkelijkt.

Het nemen van de medische geschiedenis = pijngeschiedenis: vaak is er een lange “rugcarrière”. De visuele bevindingen nemen: hier is vaak een duidelijke pijnverlichting waar te nemen Palpatiebevindingen: hier voelt men vaak een sterke, vaak eenzijdig benadrukte beschermende spanning van het spierstelsel Tijdens het fysiotherapeutisch onderzoek van de bevindingen, de medische geschiedenis, visuele bevindingen en palpatiebevindingen worden eerst uitgevoerd. Dit wordt gevolgd door functionele, provocatie- en zenuwtesten, die tijdens de behandelingsserie regelmatig worden gecontroleerd om de voortgang te volgen en eventuele verbeteringen te documenteren. De patiënt is daardoor meer gemotiveerd om zijn behandeling en zijn actieve oefenprogramma intensief voort te zetten.