Elle: structuur, functie en ziekten

De ellepijp (Latijnse ellepijp) is een bot van de onderarm die parallel loopt aan de straal. Het lichaam is ruitvormig en bestaat uit twee eindstukken, waarbij het stijvere eindstuk een groot deel van het ellebooggewricht vormt en het kleinere eindstuk is verbonden met het ellebooggewricht. pols.

Wat kenmerkt de ellepijp?

Algemeen, de onderarm bestaat uit twee botten: elle en straal. Beide zijn met elkaar verbonden met behulp van vezelachtige strengen. De ellepijp bevindt zich op de kleine vinger kant en is zwakker dan de straal. Het bestaat uit een ellepijpschacht of lichaam, de ellepijp hoofd, en respectievelijk de proximale en distale eindstukken.

Anatomie en structuur

Anatomisch diagram tijdens buitenwaartse rotatie en binnenwaartse rotatie van de onderarm​ Klik om te vergroten. Het uiteinde van de ellepijp bevindt zich ongeveer middenlichaam en eindigt in een benige uitloper die snavelachtig en breed is, ook wel het olecranon genoemd. Het achterste oppervlak is glad, driehoekig van vorm en omgeven door een slijmbeurs. De bursa (of olecranon) is het dorsale (achter) deel van de ellepijp en vormt het botuitsteeksel aan de achterkant tussen de opperarmbeen en onderarm. Het bot hier is heel dicht bij de huid oppervlak en wordt nauwelijks beschermd door vetweefsel​ Daarom bevindt de slijmbeurs zich hier als bescherming tegen externe overbelasting of stoten. Aan de voorkant van de botspoor bevindt zich een Depressie dat dient als de bijlage van de gezamenlijke capsule​ Het elleboogproces steekt naar voren uit in de vorm van een haak. Wanneer het ellebooggewricht wordt verlengd, grijpt het in de botspoorput, die zich op de opperarmbeen​ Op de mediale rand van de botspoor bevindt zich de ellepijp hoofd, en aan de laterale rand bevindt zich de elleboogspier. Aan de voorkant is het botspoor glad en wordt het bedekt door het gewricht kraakbeen, dat deel uitmaakt van het gewrichtsoppervlak. Het middelste gedeelte van de ellepijp wordt de ellepijpschacht of het lichaam genoemd. Samen met de straal vormt de ellepijp een eenheid, omdat beide botten zijn op verschillende manieren gekoppeld. Enerzijds hebben ze een gearticuleerde verbinding met elkaar en anderzijds wordt er een ligamenteuze verbinding tussen hen gespannen, waardoor een rand ontstaat. Door zijn scherpe rand is het ook door de huid​ Hoewel de ellepijp ruitvormig is, kunnen verschillende oppervlakken worden afgebakend. Het voorste oppervlak is het zogenaamde benige oppervlak, tussen de achterste en voorste randen ligt het oppervlak dat naar het midden is gericht, en het achterste oppervlak dient als het oorspronkelijke oppervlak voor de hechting van de ligamenten. Het onderste uiteinde van de ellepijp is enigszins verwijd en wordt de ellepijp genoemd hoofd. Boven de pols ligt het stylar-proces en lateraal vooraan is de omtrek van het gewrichtsoppervlak. Wat betreft de lengteverhouding van de ellepijp en straal, zijn er drie varianten. Het meest voorkomende geval is dat de ellepijp en de straal even lang zijn. Als de ellepijp korter is, wordt dit ellepijp-minus genoemd; als het langer is, wordt het ulna-plus genoemd.

Functie en taken

Samen met de opperarmbeen, de ellepijp vormt het ellebooggewricht; bovendien, met het stylar-proces, een klein deel van de pols gewricht wordt gevormd. Het ellebooggewricht is een scharniergewricht en verbindt de bovenarm en onderarm. Het rotatiegewricht tussen de ellepijp en de radius neemt deel aan de rotatiebeweging van de hand en onderarm. De straal is bevestigd aan de ellepijp in a bindweefsel ring, en binnen deze ring vindt ook de roterende beweging van de onderarm plaats. De tegenhanger hiervan bevindt zich in de pols, waar de ellepijp kan roteren op de straal. In het dagelijks leven wordt het roterende gewricht aan veel blootgesteld spanningDaarom zorgt een ligament tussen de ellepijp en de radius - bekend als het driehoekige fibrocartilagineuze complex (TFCC) - voor meer stabiliteit, of liever een goede gewrichtsgeleiding. Een deel van dit complex is de ulnocarpale schijf, die de ellepijpkop overspant. Het fungeert als een buffer en bakent de ellepijpkop af van het driehoekige bot en het sikkelvormige bot.

Ziekten en klachten

Kraakbeen schade aan de ellepijpkop of tranen aan de discus triangularis kan optreden, vooral bij zware rotatiebelastingen of tijdens het sporten. De pijn komt dan vooral voor op de kleinevinger zijkant van de pols en wordt vaak intenser tijdens rotatie met extra belasting, bijvoorbeeld bij het openen van een sluiting. Ontsteking komt vaak voor in de slijmbeurs van het ellebooggewricht. Als dit niet kan worden ingeperkt, moet de slijmbeurs operatief worden verwijderd. Artrose van het ellebooggewricht is tamelijk zeldzaam; dit komt voor bij patiënten die al een reumatische aandoening hebben of bij patiënten die het ellebooggewricht blootstellen aan hoge fysieke spanning. Zogenaamd tennis elleboog komt ook veel voor voorwaarde​ In dit geval is de peestak van de strekspieren van de onderarm ontstoken. De oorzaak is meestal een combinatie van slijtage en overmatig gebruik. Tennis Vooral spelers worden getroffen, maar dat geldt ook voor mensen die erg eentonige bewegingen uitvoeren, zoals het hanteren van gereedschappen. Pijn treedt voornamelijk op boven het botuitsteeksel wanneer de aangedane persoon de pols naar boven probeert te duwen. Soms is ook een gevoel van zwakte in de pols merkbaar, waardoor het moeilijk vast te pakken is. Dit in tegenstelling tot de elleboog van de golfer, waarbij het inbrengen van de pezen van de buigspieren van de onderarm ontstoken is. De pijn straalt hier uit in de onderarm of bovenarm, en soms is er ook een stekende drukpijn aan de basis van het bot. Zwelling kan ook optreden, en het buigen van de hand of het sluiten van de vuist veroorzaakt ook pijn bij de patiënt. De sterkte in de hand en vinger spieren worden verminderd, waardoor het erg moeilijk is om vast te pakken. Vooral beroepsgroepen die worden blootgesteld aan constant mechanisch overmatig gebruik, worden hier in het bijzonder getroffen.