Vinger

Synoniem: Digitus De hand heeft in totaal vijf vingers (Digiti), waarvan de duim (Pollex) de eerste is. Het wordt gevolgd door de wijsvinger (wijsvinger) en de middelvinger (digitus medius), die ook de langste van alle vingers is. De vierde vinger wordt de ringvinger (digitus anularius) genoemd, gevolgd door de zogenaamde pink (digitus minimus).

Elk van deze vingers bestaat uit meerdere vingers botten (Ossa digitorum manus), in anatomie worden ze falanx genoemd, wat 'vechtrij' betekent. Elke individuele vinger heeft precies drie vingerkootjes, maar de duim is een uitzondering, met slechts twee vingerkootjes. Beginnend bij het middenhandsbeentje botten (Os metacarpi), de eerste falanx (falanx proximalis) is een langwerpig bot waarvan het lichaam lijkt op de structuur van een cilinder in de lengte verdeeld.

De term "proximalis" of "proximaal" betekent vertaald "wijzend naar de romp van het lichaam". Aan de ene kant heeft dit deel van de vinger een kanaaltje waarin delen van de pezen van sommige buigspieren (buigspieren) zijn gelokaliseerd. Aan het uiteinde van het vingerbeen is een kleine uitstulping te zien waar de hoofd (caput) van de respectievelijke metacarpale verbindingen.

De lengte van deze eerste falanx is verschillend voor elk van de vijf vingers. Het langste bot bevindt zich in de middelvinger, gevolgd door de wijs- en ringvinger. De tweede falanx (falanx media) verschilt alleen van de eerste falanx door zijn kortere lengte en speciale structuur van de gewrichtsverbinding met de eerste falanx.

De duim is hier een bijzondere uitzondering omdat deze geen middelste falanx heeft. De derde falanx botten, die het verst verwijderd zijn van de stam, zijn verbonden met de falanx media door gewrichten en dienen ook om de vingernagels te ondersteunen. Elke falanx heeft drie secties, een basis (naar de stam gericht), een hoofd (afgekeerd van de kofferbak) en een lichaam.

Er zijn vijf basisvingers gewrichten per hand, die anatomisch gezien zogenaamde kogelgewrichten zijn. Bij deze gearticuleerde benige verbindingen, het naar buiten gekromde (convexe) gewricht hoofd van de middenhandsbeentjes is verbonden met de naar binnen gebogen (concave) gewrichtsbussen van de eerste vingerkootjes. In de meeste van de vijf metacarpofalangeale gewrichtende rotatiebeweging (rotatie) is echter zeer beperkt.

De capsule is elastisch en wordt versterkt door extreem resistente laterale ligamenten. Om deze reden, ontvoering is nauwelijks mogelijk in een gebogen vingerpositie. De basisgewrichten van de vingers zijn daarom anatomisch kogelgewrichten, maar functioneel zijn het zogenaamde eiergewrichten.