Infiltratie voor rugpijn: toepassing en risico's

Wat is infiltratie?

Infiltratie (infiltratietherapie) wordt gebruikt om rugpijn te behandelen. Vaak wordt dit veroorzaakt door toenemende slijtage van de tussenwervelschijven en gewrichten in de wervelkolom. Dit veroorzaakt druk op de zenuwen en zenuwwortels, wat kan leiden tot ontstekingen en zwellingen van de zenuwen en het omliggende weefsel. Het doel van infiltratie is om deze vicieuze cirkel te doorbreken.

Afhankelijk van de lokalisatie kunnen verschillende soorten infiltratie worden onderscheiden.

Facetinfiltratie (facetgewrichtinfiltratie)

Bij facetinfiltratie injecteert de arts het mengsel van werkzame stoffen in de kleine gewrichten waar de botuitsteeksels van de wervelbogen op elkaar liggen (facetgewrichten). Naarmate de “schokabsorberende werking” van de tussenwervelschijven afneemt met de leeftijd, worden de natuurlijke openingen tussen de wervelgewrichten kleiner. Dit leidt tot toenemende slijtage van de facetgewrichten en uiteindelijk tot rugpijn.

Epidurale infiltratie

Periradiculaire infiltratie

Bij periradiculaire infiltratie verdooft de arts specifiek individuele zenuwen door deze direct rond hun wortels te injecteren.

ISG-infiltratie

Het sacro-iliacale gewricht (SIJ) – de verbinding tussen het heiligbeen (os sacrum) en het ilium (os ilium) – kan ook verantwoordelijk zijn voor rugpijn. Verstoppingen of ontstekingen zijn meestal de oorzaak van het zogenaamde SIJ-syndroom. Tijdens een SIJ-infiltratie wordt het ontstekingsremmende en pijnstillende mengsel van actieve stoffen in het ligamenteuze apparaat of rechtstreeks in de gewrichtsruimte geïnjecteerd.

Wanneer wordt een infiltratie uitgevoerd?

De meest voorkomende indicaties voor infiltratie van de wervelkolom zijn:

  • Rugpijn
  • Hernia (verzakking) of uitpuilende schijf (uitsteeksel)
  • facet syndroom
  • Lumboischialgie
  • Stenose van het wervelkanaal
  • ISG-blokkades

Infiltratietherapie wordt ook gebruikt voor diagnostische doeleinden: Als de pijn door infiltratie aanzienlijk kan worden verminderd, is de bron van de pijn gevonden. Als het niet werkt, moeten andere oorzaken worden gezocht.

Wat gebeurt er tijdens infiltratie?

Afhankelijk van de plaats van de infiltratie ligt u op uw rug of buik of zit u voor de arts met uw bovenlichaam naar voren gebogen. Om de injectie zo pijnloos mogelijk te maken, zal de arts eerst de huid op de geplande infiltratieplaats verdoven. Infiltratie in anatomisch ingewikkelder gebieden wordt vaak uitgevoerd onder CT-controle om de exacte positie van de naald te kunnen bepalen voordat het medicijn wordt geïnjecteerd. Voor een betere visualisatie kan dan eerst een contrastmiddel worden ingespoten. De verspreiding ervan laat zien of verdovingsmiddelen en cortisone op de juiste plaats terechtkomen.

Wat zijn de risico's van infiltratie?

Hoewel bijwerkingen en complicaties tijdens of na de infiltratietherapie zeer zelden voorkomen, kunnen ze zelfs bij correct gebruik optreden.

Uit voorzorg mag infiltratie van de wervelkolom niet worden uitgevoerd bij bestaande infectieziekten en vooral niet bij lokale infecties. De arts zal dit proberen uit te sluiten door de patiënt grondig te ondervragen en lichamelijk te onderzoeken.

Zwangere vrouwen, patiënten met slecht gecontroleerde diabetes, hartinsufficiëntie of glaucoom mogen ook geen infiltratietherapie ondergaan.

Beschadiging van bloedvaten veroorzaakt door de infiltratienaald kan resulteren in een hematoom. Grote hematomen kunnen op het omliggende weefsel drukken en moeten mogelijk operatief worden verwijderd.

Zoals bij alle chirurgische ingrepen kan de introductie van ziekteverwekkers ook leiden tot infecties die met antibiotica of operatief moeten worden behandeld.

Als het medicijn per ongeluk in de bloedbaan terechtkomt, kan dit leiden tot algemene reacties zoals een daling van de bloeddruk, hartritmestoornissen, hoofdpijn of ernstige krampen (convulsies). De arts probeert dergelijke accidentele “intravasculaire” injecties te voorkomen door de zuiger van de spuit op de injectieplaats iets naar achteren te trekken (aspireren) om te zien of er bloed in de spuit komt. Als dit het geval is, stopt hij de infiltratie.

Waar moet ik op letten tijdens een infiltratie?

Afhankelijk van de injectieplaats kunt u na de infiltratie een tijdelijke gevoelloosheid en spierzwakte ervaren. Daarom mag u niet rondlopen en vooral niet actief deelnemen aan het wegverkeer. Ga in plaats daarvan indien mogelijk twee uur liggen totdat het actieve ingrediënt zich heeft verspreid en het gewenste effect is bereikt.

Als er aanhoudende pijn is op de injectieplaats of als u last krijgt van misselijkheid, braken, hoofdpijn, hoge bloeddruk of een verhoogde bloedsuikerspiegel na de infiltratie, dient u uw arts zo snel mogelijk hiervan op de hoogte te stellen.