Diagnose van het facetsyndroom

De patienten medische geschiedenis (anamnese) in het geval van a facet syndroom en de beschreven symptomen zijn indicatief. Ook de fysiek onderzoek van de facet syndroom met uitsluiting van wortelirritatiesymptomen, druk pijn over de wervel gewrichten (de lente pijn, medisch springtest genoemd), pijnintensivering in het geval van rugligging (rugbuigen) en bewegingsbeperking van de lumbale wervelkolom levert belangrijke informatie op voor de diagnose van het klinische beeld. Beeldvormingstechnieken helpen om de ziekte te diagnosticeren facet syndroom en de omvang ervan.

Röntgenfoto

In principe, Röntgenstraal beeldvorming van de wervelkolom kan worden omschreven als basisbeeldvormingsdiagnostiek. De röntgenfoto's geven de behandelende arts inzicht in de wervelkolomhouding. Bovendien botveranderingen (calcium zoutreductieosteoporose, spinale kromming, een wervel breuk, wervelgewricht artrose-spondylartrose, Vertebrale lichaam bijlagen) en tussenwervelschijf depressies kunnen worden gedetecteerd. Een röntgenstraal laat niet zien in welke mate wervelgewricht artrose leidt tot compressie van zenuwstructuren. Dit vereist beeldvormingstechnieken in dwarsdoorsnede, zoals CT (computertomografie) en MRI (magnetische resonantie beeldvorming), die de breedte van de wervelkanaal en de wervelkolom zenuwen (spinal cord zenuwen) in verschillende weergaven vanwege hun sectionele ontwerp.

CTMRT van de rug (vooral cervicaal en lumbaal)

De sectionele beelddiagnostiek (CT en MRI van de rug, met of zonder contrastmiddel) maakt het mogelijk pijn toegewezen aan een specifieke zenuw- of ruggengraatsectie. Diagnose met behulp van CT-onderzoek (computertomografie) kan met name worden gebruikt om meer gedetailleerde vragen te beantwoorden over de botstructuur (bijv. Spondylartrose, wervelkanaal stenose, Vertebrale lichaam breuk). Nog waardevoller bij spinale diagnostiek is echter de diagnose door middel van MRI van de HWSMRT van de lumbale wervelkolom (magnetische resonantie beeldvorming), die naast de botstructuren veel beter is dan CT, ook de weke delen structuren laat zien. (tussenwervelschijven, zenuwwortels, ligamenten).

Alle bovengenoemde ziekten kunnen met MRI worden opgespoord en toegewezen aan een specifieke sectie van de wervelkolom. Geen van de genoemde diagnostische procedures is echter het bewijs van een facetsyndroom. Zelfs als er duidelijk bewijs is van een wervelgewricht artroseis deze beelddiagnose niet per se de oorzaak van de klacht. Voor verdere diagnostiek, monsterinjecties in de wervel gewrichten zijn daarom geschikt.