OGTT: Proces en betekenis

Wat is een oGTT?

Een oGTT test hoe goed het lichaam de suiker (glucose) verwerkt die het ontvangt. Wanneer suiker wordt ingenomen, komt het vanuit de dunne darm in de bloedbaan terecht, waar het de glucoseconcentratie doet stijgen. De afgifte van het hormoon insuline uit de alvleesklier zorgt ervoor dat de glucose naar de lever-, spier- en vetcellen wordt gekanaliseerd. Hierdoor daalt de bloedsuikerspiegel weer. Dit wordt ook wel glucosetolerantie genoemd.

Als glucose echter slechts onvoldoende in de cellen wordt opgenomen, spreekt men van verminderde glucosetolerantie of glucose-intolerantie. Het glucosegehalte in het bloed blijft verhoogd, wat kan worden bepaald door een bloedglucosemeting.

Welke waarden moeten worden geclassificeerd en hoe?

Bij een oGTT-test wordt twee uur na het drinken van de suikeroplossing het glucosegehalte in het bloed gemeten:

  • Als de glucosewaarde dan hoger is dan 140 milligram per deciliter (en de nuchtere bloedsuikerspiegel lager is dan 126 mg/dl), is er sprake van een verminderde glucosetolerantie (voorloper van diabetes).
  • Als de gemeten waarde 200 milligram per deciliter of meer is, duidt dit op diabetes mellitus. De nuchtere bloedsuikerspiegel bedraagt ​​dan minimaal 126 mg/dl.

Welke waarden zijn normaal tijdens de zwangerschap?

Als de oGTT-waarde na één uur te hoog is en 135 mg/dl of meer bedraagt, wordt de 75 g oGTT uitgevoerd onder nuchtere omstandigheden. Bij deze test drinkt de zwangere vrouw na acht uur onthouding een suikeroplossing met 75 gram suiker en wordt de glucosespiegel een uur en twee uur later opnieuw gemeten.

Er is sprake van zwangerschapsdiabetes als tijdens deze test:

  • de nuchtere bloedglucose (veneus bloed) 92 mg/dl of hoger is en/of
  • de bloedglucose 180 mg/dl of hoger is één uur na het drinken van de suikeroplossing en/of
  • de bloedglucose is 153 mg/dl of hoger twee uur na het drinken van de suikeroplossing.

Voor de diagnose ‘zwangerschapsdiabetes’ is het voldoende als één van deze grenzen wordt overschreden.

Wanneer wordt een oGTT uitgevoerd?

De oGTT wordt uitgevoerd als er een vermoeden bestaat van een verminderde glucosetolerantie, maar als een meting van de zogenaamde nuchtere glucose (nuchtere bloedsuikerspiegel) geen duidelijk ziekterelevante resultaten oplevert of als er bepaalde risicofactoren aanwezig zijn. Deze omvatten

  • Type 2 diabetes mellitus bij eerstegraads familieleden (zoals ouders)
  • Overgewicht of lichamelijke inactiviteit
  • Arteriële hoge bloeddruk (hypertensie)
  • Vetmetabolisme-stoornissen
  • Vaatziekten
  • Eiwitten in de urine (albuminurie)
  • Tussen de 24e en 28e week van de zwangerschap om zwangerschapsdiabetes uit te sluiten (zwangerschapsdiabetes)

Hoe werkt de oGTT-test?

Minimaal drie dagen voor de test is het belangrijk om koolhydraatrijk te eten (150 tot 250 gram koolhydraten), zodat de oGTT-waarden niet vertekend worden. Dit komt overeen met een normaal gemengd dieet. Acht tot twaalf uur vóór de oGTT mag u niet eten, alcohol of gesuikerde dranken drinken en niet roken.

Er wordt eerst een bloedmonster genomen om de nuchtere glucose te bepalen. Vervolgens drink je een zoete testoplossing (75 gram dextrose opgelost in 250 tot 300 milliliter water). Na twee uur wordt er nogmaals bloed afgenomen om uw bloedsuikerspiegel te meten. Gedurende deze tijd mag u niet sporten of roken.

Er bestaat een fundamenteel risico dat de test vervalst wordt. Onder bepaalde omstandigheden heeft een oGTT geen betekenis:

  • Acute infecties en ernstige ziekten
  • Maag- en duodenumzweren
  • Functionele stoornissen van de lever
  • Acuut tekort aan kalium en magnesium
  • Drie dagen vóór, tijdens en drie dagen na de menstruatie
  • Na maagoperaties

Het is ook mogelijk dat geneesmiddelen die cortison bevatten, antihypertensiva (bètablokkers) en diuretica de glucosetolerantie verstoren. Uw arts zal u vóór het onderzoek vertellen welke medicijnen u kunt blijven gebruiken.

Wat zijn de risico’s van een oGTT?

Waar moet ik op letten na een oGTT?

Uw arts zal de uitslag van de oGTT met u bespreken. Als de oGTT-waarden een verminderde glucosetolerantie aantonen, wordt uw bloedsuikerspiegel regelmatig gecontroleerd en worden de risicofactoren voor hart- en vaatziekten, zoals stoornissen in de vetstofwisseling of hoge bloeddruk, onderzocht.

Pas daarnaast uw voedingspatroon aan op uw caloriebehoefte en eet indien mogelijk een vezelrijk dieet met veel verse groenten en fruit. Als u overgewicht heeft, probeer dan af te vallen. Vermijd kant-en-klare producten en alcohol. Regelmatige lichaamsbeweging helpt ook om de bloedsuikerspiegel stabiel te houden, omdat de spieren dan meer glucose gebruiken.

Stoppen met roken (stoppen met tabak) wordt ook sterk aanbevolen. Het heeft een langdurig positief effect op de ontwikkeling van diabetes mellitus en is ook nuttig voor preventie.

In de regel wordt na drie tot zes maanden nog een oGTT uitgevoerd.