Fysiek onderzoek

Een lichamelijk onderzoek maakt deel uit van elk medisch onderzoek. Het uitgevoerde lichamelijk onderzoek verschilt van de arts die het uitvoert. Dit verschil is enerzijds te wijten aan de symptomen van de patiënt en anderzijds aan de specialiteit van de keuringsarts. Een volledig lichamelijk onderzoek duurt relatief lang, waardoor het onderzoek vaak symptoomgericht is.

Algemeen, oppervlakkig onderzoek

Helemaal aan het begin van een onderzoek, dat van de patiënt bloed druk wordt gemeten. Bij een algemeen lichamelijk onderzoek kijkt de arts eerst naar de patiënt (inspectie). De arts kijkt eerst naar veranderingen in de borst (borststuk).

Deze veranderingen kunnen littekens zijn van operaties zoals een bypass-operatie of veranderingen in het gebied van de botstructuren zoals een trechter borst. Hij beoordeelt ook de kleur van de huid (huidskleur). Meestal kijkt de arts ook naar de handen en beoordeelt hij niet alleen de warmte van de handen, maar ook de vorm van de vingertoppen en nagels.

Deze kunnen de vorm aannemen van zogenaamde trommelvleugelvingers en horlogeglasnagels als de toevoer van zuurstof voor langere tijd beperkt is. Om een ​​zuurstoftekort verder te beoordelen, onderzoekt de arts ook de kleur van de lippen en tong. Als deze delen van het lichaam blauw worden, spreekt men van centraal of perifeer cyanose, afhankelijk van de oorzaak.

Bij de verdere inspectie van het gezicht let de arts op de vorm van de pupillen en de witte huid van de ogen (sclerae). Een vergeling van de sclera is een indicatie van geelzucht (icterus). Tijdens het verdere lichamelijk onderzoek beginnen veel artsen met het onderzoeken van de weefselvocht knooppunten.

De meeste artsen beginnen met een onderzoek van de weefselvocht knooppunten in het nek en keelgebied. Om dit te doen, palperen ze langs de spieren en eenmaal onder de onderkaak. Veel examinatoren maken van deze gelegenheid gebruik om direct naar het schildklier.

De patiënt wordt meestal gevraagd om één keer te slikken terwijl de arts het palpeert schildklier. Dan de weefselvocht knooppunten worden eenmaal boven en eenmaal onder het sleutelbeen gepalpeerd. De lymfeklieren in de oksel worden dan onderzocht. Hiervoor wordt de patiënt die op de bank zit gevraagd zijn armen achter de zijne te kruisen hoofd zodat de arts het kan palperen lymfeklieren in de voorste en achterste okselplooi. Om het lymfeklieren in de diepte van de oksel vormt de arts een abutment door de arm van de patiënt naar beneden te trekken.