Vertebrale lichaam

De wervelkolom bestaat uit 24 wervels, die op hun beurt zijn samengesteld uit een wervellichaam en een wervelboog.

Anatomie

De anatomie van de wervellichamen weerspiegelt de speciale functie van de wervelkolom, die enerzijds de bescherming van de spinal cord en anderzijds als belangrijk element de stabiliteit van het volledige skelet met gelijktijdige mobiliteit van het bovenlichaam. De wervelkolom is opgebouwd uit in totaal 24 wervellichamen, waarbij zeven halswervels, twaalf borstwervels en vijf lendenwervels worden onderscheiden. Elk wervellichaam is verbonden met het volgende via een tussenwervelschijf, waarbij het uitgebreide ligamenteuze apparaat bovendien de gehele wervelkolom bij elkaar houdt.

Vooral de wervellichamen zijn omgeven door de voorste en achterste longitudinale ligamenten. De wervelbogen met de processus spinosus zijn verbonden met de achterkant van de wervellichamen. Vanwege het feit dat de belasting op de wervellichamen vanaf het begin toeneemt halswervel naar de laatste lumbale wervel, neemt ook de grootte van het wervellichaam toe.

De beenmerg van het wervellichaam draagt ​​een hoog aandeel aan bloed vorming. De bijzondere kenmerken van de cervicale wervellichamen zijn dat ze relatief klein en smal zijn en dat ze verticale haakprocessen en laterale ribbenbeginselen hebben, die nu dienen als een geleidingsstructuur voor de rechter en linker wervelkolom. slagader en zenuwen. In de thoracale wervellichamen valt op dat de voorste lager zijn dan de posterieure en de kraakbeenachtige gewrichtskassen hebben voor de ribben aan de zijkanten. De lendenwervellichamen kenmerken zich door hun relatief enorme omvang.

Structuur

Een gemeenschappelijk kenmerk in de structuur van alle bijna cilindrische wervellichamen, met uitzondering van de eerste en tweede wervels, is het compacte botframe, dat de mergholte van het wervellichaam omringt, dat bestaat uit sponsachtige, delicate botbalken die bone ”, aan alle kanten. Typerend voor poreus bot van het wervellichaam zijn de sterk geprononceerde verticale botbalken, wat te wijten is aan het feit dat hun groei meer wordt gestimuleerd door longitudinale belasting dan door horizontale belasting. Aan de boven- en onderkant van het wervellichaam bevinden zich een bovenste en een onderste afdekplaat, die wordt afgedekt door de tussenwervelschijf en verbonden met de volgende wervel.