Symptomen | Prikkelbare darmsyndroom

Symptomen

Er is geen enkel, typisch symptoom van prikkelbare darm syndroom​ In plaats daarvan heerst in de meeste gevallen een soortgelijk symptoomcomplex, dat onschadelijk is. Mensen met prikkelbare darm syndroom lijden vaak aan symptomen zoals winderigheid, krampen en onregelmatige spijsvertering.

De maag voelt gespannen en vol aan. Als gevolg van luchtophoping, pijn kan zich in verschillende delen van de buik ontwikkelen. Krampen, ook wel spasmen genoemd, en pijn in de buik worden ook waargenomen in verband met naar het toilet gaan.

Bovendien verandert de ontlasting in termen van frequentie, textuur en de drang om te poepen. Toegevoegd slijm is niet zeldzaam. Luisteren naar de darmregio met een stethoscoop resulteert in een levendig darmgeluid.

Kortom, verschillende soorten prikkelbare darm syndroom kunnen onderscheiden worden. Dit hangt af van welk symptoom domineert. Onder andere kan men onderscheid maken tussen het prikkelbare darm syndroom van de constipatie or diarree type.

Omdat patiënten met het prikkelbare darm syndroom ziek zijn, maar fysiek zelfs gezond, is het voor de arts vaak moeilijk om een ​​diagnose te stellen. De procedure wordt "uitsluitingsdiagnostiek" genoemd, omdat de uiteindelijke diagnose van "prikkelbare darmsyndroom" gebaseerd is op het feit dat alle andere ziekten en ontstekingen die aanwezig zijn in de spijsverteringskanaal en kan leiden tot overeenkomstige symptomen, moet worden uitgesloten. Het begin van deze odyssee is altijd gedetailleerd medische geschiedenis (anamnese), waarbij de arts vaak al waardevolle informatie kan verzamelen over het type en de duur van de symptomen.

Sommige symptomen, evenals een laat beroep op medische hulp, kunnen kenmerkend zijn voor de aanwezigheid van het prikkelbare darm syndroom. Het is erg handig als de getroffen persoon een dagboek meeneemt naar het bezoek van de arts, waarin hij of zij de frequentie, intensiteit, type en duur van de behandeling heeft genoteerd. pijn​ Het eerste consult, waarna de arts meestal vermoedt dat het prikkelbare darm syndroom aanwezig is, wordt gevolgd door een grondig fysiek onderzoek.

Afhankelijk van de bevindingen van de medische geschiedeniskunnen verschillende onderzoeken op verschillende manieren nuttig zijn. De arts zal bijvoorbeeld niet dezelfde onderzoeken uitvoeren bij elke persoon waarvan wordt vermoed dat hij het prikkelbare darm syndroom heeft. Ten eerste wordt de buik vaak gepalpeerd en beluisterd of de rectum wordt ook gepalpeerd (rectaal onderzoek).

Dit wordt meestal gevolgd door een laboratoriumonderzoek van bloed, die meestal ten minste een bloedbeeld en ontstekingsparameters (zoals CRP). Lever en nier Ook kunnen waarden worden opgevraagd om ziekten in deze organen uit te sluiten. Daarnaast wordt de ontlasting onderzocht op de aanwezigheid van bloed, bacteriën of parasieten.

Bovendien worden, afhankelijk van het vermoeden van specifieke andere ziekten, verdere maatregelen genomen om een ​​diagnose te stellen. Een ultrageluid van de buik kan worden uitgevoerd, bijvoorbeeld om uit te sluiten galstenen​ Om ziekten zoals chronische inflammatoire darmaandoeningen (vooral De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa) of darmtumoren, a colonoscopie or gastroscopie kan worden uitgevoerd, eventueel aangevuld met een weefselmonster (biopsie).

Indien nodig kan een Röntgenstraal onderzoek of computertomografie (CT) kan ook nuttig zijn. Omdat voedselintoleranties zoals lactose intolerantie kan ook verantwoordelijk zijn voor bijbehorende symptomen, ook voedselintolerantietesten spelen af ​​en toe een rol bij de diagnose. Ten slotte moet de diagnose onder bepaalde omstandigheden ook een psychosomatisch onderzoek omvatten om de mogelijke aanwezigheid van te bepalen Angst stoornissen en Depressie, die zowel oorzakelijk als veroorzaakt kunnen zijn door de ziekte en een belangrijke rol spelen in de kwaliteit van leven van de patiënt. Tot slot, belangrijk voor de definitieve diagnose van prikkelbare darmsyndroom zijn de zogenaamde Rom-criteria, die veronderstellen dat er geen biochemische of structurele veranderingen in de spijsverteringskanaal kan de symptomen verklaren. Aan deze criteria is voldaan als de patiënt heeft ervaren pijn in de buik of ongemak in de afgelopen 12 maanden dat werd geassocieerd met ten minste twee van de volgende drie kenmerken: (1) de symptomen verbeteren na stoelgang (2) de frequentie van de stoelgang is veranderd sinds de symptomen zich hebben voorgedaan (3) het uiterlijk of de consistentie van de stoelgang is veranderd sinds de symptomen zich hebben voorgedaan. De symptomen moeten gedurende de afgelopen drie maanden op ten minste drie dagen per maand zijn opgetreden. Secundaire criteria die de diagnose ondersteunen maar niet bewijzen, zijn dat wel winderigheidabnormale ontlastingsfrequentie (meer dan drie keer per dag of minder dan drie keer per week), abnormale consistentie van de ontlasting, slijmachtige ontlasting of moeilijke stoelgang (onvolledige evacuatie of zwaar persen).