Medische geschiedenis (ziektegeschiedenis) is een belangrijk onderdeel bij de diagnose van urine-incontinentie (blaas zwakte Familiegeschiedenis
Sociale Geschiedenis
- Wat is je beroep?
- Zijn er aanwijzingen voor psychosociale stress of overbelasting als gevolg van uw gezinssituatie?
Actueel medische geschiedenis/ systemische geschiedenis (somatische en psychische klachten).
- Wanneer treedt urineverlies op?
- Lekt u urine als u lacht, niest, hoest of aan lichaamsbeweging doet?
- Heeft u last van urineverlies bij noodzakelijk (ongevraagd) plassen of frequent urineren?
- Hoe sterk is de urineproductie overdag of ook 's nachts?
- Zijn hulpmiddelen nodig bij de behandeling van urine-incontinentie? Zo ja, welke hulpmiddelen?
Verdere vragen of antwoorden komen voort uit het bijhouden van een mictiedagboek (urinedagboek; zie hieronder). Bij geriatrische patiënten ook vragen aan de begeleider over de mobiliteit en cognitieve functie van de patiënt. Vegetatieve anamnese incl. voedingsanamnese
Zelfgeschiedenis incl. medicatiegeschiedenis.
- Reeds bestaande aandoeningen (chronisch ziekten van de urinewegen atherosclerose (arteriosclerose verkalking van de aderen), suikerziekte mellitus, Parkinson, Z. n. apoplexie (beroerte), encefalieten (ontsteking van de hersenen), spinal cord laesies, dementie, Depressie, andere psychische aandoeningen).
- Allergieën
- Zwangerschappen (aantal, complicaties)
- Seksuele geschiedenis (indien van toepassing indicaties bij seksueel actieve mannen en vrouwen, bijv. Oestrogeentekort (in geval van dyspareunie /pijn tijdens geslachtsgemeenschap), neurologische aandoeningen of stofwisselingsziekten (in het geval van erectiele dysfunctie, ED / erectiestoornissen).
- Radiotherapie (bestraling)?
Medicatie (die tijdelijke urine-incontinentie).
- Alfablokkers (stressincontinentie als directe bijwerking).
- Analgetica van de COX-remmergroep (celecoxib).
- Anticholinergica (bijv. disopyramide).
- Antidepressiva (Bv amitriptyline, fluoxetine).
- Antihypertensiva (bijv. captopril, dihydropyridine, prazosine).
- Anti-Parkinson drugs (bijv. trihexyphenidyl).
- Antipsychotica (bijv. haloperidol).
- diuretica (bijv. furosemide)
- Opiaat-analgetica
- Orale antidiabetica (bijv. Rosiglitazon)
- Cytostatische geneesmiddelen (vincristine *)
* Omkeerbaarheid mogelijk
Chirurgische geschiedenis
- Mens:
- Staat n. radicale prostatectomie (chirurgische verwijdering van prostaat klier met capsule, de eindstukken van de zaadleider, de zaadblaasjes en de regionale weefselvocht knooppunten); meestal tijdelijk (van voorbijgaande aard).
- Zust. n. transurethrale resectie van de prostaat (TUR-P; chirurgische verwijdering van de prostaat via de urinebuis).
- Zust. n. Laserbehandeling van de prostaat
- Zust. n. Adenomenukleation (chirurgisch peeling van een adenoom (enucleatie = afpellen van het goed gedefinieerde weefsel zonder meesleuren van omringend weefsel).
- Zust. n. transurethrale urethrale chirurgie voor urethrale stenose.
- Vrouw:
Verwijzing naar het bijhouden van een dagelijks logboek
Een dagboek (mictiedagboek, mictielogboek; urinedagboek; blaasdagboek) moet 2/14 dagen worden bewaard met de volgende gegevens:
- Frequentie van mictie gedurende 2 dagen
- Mictie-volume
- Drankhoeveelheid / 24 uur op 2 dagen
- Tijd om in slaap te vallen en tijd om op te staan
- Klachten zoals incontinentie, aandringen of pijn.
- Urine-incontinentie-voorvallen in 14 dagen
- Gebeurtenissen over fecale incontinentie in 14 dagen
Bij de oudere patiënt dienen specifieke vragen onder meer klachten met betrekking tot de lagere urinewegen te omvatten.
- Mictiegeschiedenis (indien nodig externe geschiedenis): dit omvat:
- Frequentie van mictie (“aantal keren urineren”) per dag.
- Mictiefrequentie 's nachts
- Mictie-volume
- Incontinentiehoeveelheid en frequentie
- Houding tijdens mictie
- Startproblemen
- Urinestroom kwaliteit
- Voortdurende / intermitterende mictie
- Gebruik van de buikpers
- Dysurie (moeilijk (pijnlijk) plassen) / algurie (pijn tijdens het plassen).
- Hematurie (bloed in de urine)
Sinds blaas ledigingsstoornissen en urine-incontinentie worden vaak geassocieerd met darmstoornissen, daarom moet altijd een uitgebreide ontlastingsgeschiedenis worden genomen. Dit bestaat uit vragen over:
- Kruk frequentie
- Fecale incontinentie
- Fecale uitstrijkjes
- Problemen bij het legen
- Voorwaarschuwingstijd
- Consistentie
- Melaena (teerachtige ontlasting, dwz zwartgekleurde ontlasting).
- Pijn bij ontlasting (pijn tijdens ontlasting).
Een eenvoudige mictiekalender bevat de kolommen:
- Datum
- Tijd
- Drinkhoeveelheid (ml)
- Urine hoeveelheid (ml)
- Incontinentie, anders