Diagnose | Pijn in het facetgewricht

Diagnose

Terug pijn is een veel voorkomend symptoom dat verschillende oorzaken kan hebben en meestal wordt behandeld door een huisarts of orthopedisch chirurg. In de meeste gevallen zijn relatief onschuldige oorzaken (bijv. Ouderdomssporen) verantwoordelijk voor de pijn, daarom is een fysiek onderzoek in combinatie met die van de patiënt medische geschiedenis (anamnese) is meestal voldoende om de diagnose facetgewrichtssyndroom te stellen. Hierbij wordt de beweeglijkheid en gevoeligheid van de wervelkolom en rugspieren getest.

De exacte lokalisatie en intensivering van pijn tijdens bepaalde bewegingen zijn erg belangrijk voor de diagnose. Gestandaardiseerde pijnvragenlijsten kunnen worden gebruikt voor de exacte registratie en beoordeling van pijn. In sommige gevallen kan het nuttig zijn om beeldvormende diagnostiek uit te voeren.

An Röntgenstraal, CT of MRI (Magnetic Resonance Imaging) kunnen worden genomen om botveranderingen in het facet te detecteren gewrichten of andere schade aan de wervelkolom, zoals een hernia. Slijtage van de gewrichtendie op de afbeeldingen getoond kunnen worden, hoeft niet per se de oorzaak van de klachten te zijn. Dit komt door het feit dat slijtage een leeftijdsgebonden fenomeen is en zelfs bij mensen die daadwerkelijk pijnvrij zijn, zijn er tekenen van slijtage te zien op de afbeeldingen.

Om te bewijzen dat de pijn daadwerkelijk door het facet wordt veroorzaakt gewrichtenkan een analgeticum in de kleine gewrichten worden geïnjecteerd Röntgenstraal controle. Facetgewricht artrose wordt als bewezen beschouwd als de getroffen persoon na de injectie enige tijd pijnvrij is. De betrouwbare uitsluiting van andere diagnoses speelt een doorslaggevende rol bij de diagnose van pijn in de rug.

Deze omvatten pijn in het gebied van de facetgewrichten, zoals hernia, spondylolisthesis of spinale stenose. Een wervel breuk (breuk) kan ook aanwezig zijn, aangezien in ernstige osteoporose (botatrofie) een bot of wervel kan breken zonder verdere externe invloed. Bovendien irritatie in het sacro-iliacale gewricht (sacro-iliacaal gewricht) of heup gewricht artrose kan ook leiden tot pijn in de facetgewrichten en moet diagnostisch worden uitgesloten.

Pijn in het gebied van de facetgewrichten kan verschillende oorzaken hebben. Afhankelijk van de oorzaak van de ziekte worden chirurgische en niet-chirurgische (conservatieve) therapieopties overwogen. In de regel gerichte training en versterking van de rompmusculatuur en ontspanning oefeningen staan ​​op de voorgrond.

Het kan handig zijn om onder begeleiding van een fysiotherapeut de juiste uitvoering en de juiste hoeveelheid krachtoefeningen te leren. Regelmatige lichaamsbeweging in de vorm van jogging, fietsen of zwemmen wordt in ieder geval ook aanbevolen om pijn te voorkomen. Warmtetoepassingen met infrarood licht of warmwaterkruiken kunnen ook verlichting bieden, omdat de verwarmde gebieden beter worden voorzien van bloed en genezingsprocessen kunnen sneller plaatsvinden.

Een soortgelijk effect kan worden bereikt door ontspannende massages, omdat de pijn vaak leidt tot een verlichtende houding, wat leidt tot extra spanning van de spieren, die kan worden losgelaten door massage​ Alternatieve geneesmethoden zoals magnetische veldtherapie of acupunctuur worden ook gebruikt. Pijnstillers kan de behandeling ondersteunen, vaak medicijnen zoals paracetamol or ibuprofen worden gebruikt. voor ernstige pijn, sterker pijnstillers tot opioïden kunnen ook worden gebruikt.

Een korte en tijdelijke pijnvrijheid kan worden bereikt door injectietherapie. Meestal gaat het om het injecteren van een lokaal anestheticum en mogelijk een kleine dosis van het ontstekingsremmende middel cortisone in de facetgewrichten. Deze maatregel kan bijvoorbeeld nuttig zijn als de pijn zo hevig is dat de getroffen persoon niet voldoende kan bewegen.

Omdat beweging echter een van de belangrijkste therapeutische maatregelen is, kan op deze manier op korte termijn pijnvrij worden bereikt, zodat een passende revalidatietraining kan worden gestart. Pas als de bovengenoemde maatregelen niet tot pijnverbetering hebben geleid en is bewezen dat de pijn ook daadwerkelijk door de kleine facetgewrichten wordt veroorzaakt, worden meer invasieve ingrepen toegepast. Een methode is bijvoorbeeld de zogenaamde facetgewrichtsthermocoagulatie.

Hier de kleine pijngeleiders zenuwen worden gescleroseerd door kleine gaatjes met een naald tijdens een korte minimaal invasieve procedure. Dit neemt niet de oorzaak van de pijn weg (dwz de tekenen van slijtage), maar voorkomt eerder de perceptie van pijn door de overdracht te onderbreken. Een andere therapiemethode is het gebruik van zogenaamde spreaders. Een plaatshouder of spreider wordt op een minimaal invasieve manier tussen de wervels gestoken en uitgerekt. Dit vermindert de druk op de facetgewrichten en vermindert in de regel de pijn.