Orale transportfase: functie, rol en ziekten

De slikhandeling bestaat uit een voorbereidende fase en drie transportfasen. De eerste fase komt overeen met de orale transportfase van de voedselpulp, waarin de slikreflex wordt geactiveerd. Slikreflexstoornissen van de orale transportfase zijn vaak direct gerelateerd aan neurogene aandoeningen of spier- en bindweefsel ziekten.

Wat is de orale transportfase?

De slikhandeling bestaat uit een voorbereidende fase en drie transportfasen. De eerste fase komt overeen met de orale transportfase van de voedselpulp, waarin de slikreflex wordt geactiveerd. Elke dag slikken mensen tussen de 1000 en 3000 keer. Tijdens het slikken wordt het voedselpulp via de keelholte en de slokdarm afgevoerd naar de maag​ Tegelijkertijd reinigt het slikken de slokdarm en verwijdert het bijvoorbeeld resten van maagzuur die het gevoelige slijmvlies van de slokdarm kunnen beschadigen. De slikhandeling bestaat uit verschillende fasen. De voorbereiding van het slikproces vindt plaats onder vrijwillige controle, zoals kauwen. Irritatie van de basis van de tong activeert de slikreflex. Een reflexboog leidt tot het slikken, dat wordt geopend door de orale transportfase. Alle volgende processen vallen buiten vrijwillige controle. Bij het slikken zijn in totaal 26 paar spieren betrokken. Naast de anatomische structuren van de mondholte en zijn grenzen spelen de faryngeale, laryngeale, slokdarm- en maagstructuren een rol bij het slikken. Voor de orale transportfase van slikken, de mondholte en de aangrenzende structuren spelen de hoofdrol. Alle slikbewegingen en de interactie van de betrokken spierparen worden gecoördineerd door het zogenaamde slikcentrum van de hersenen​ Dit centrum bevindt zich in de hersenstam en omvat zowel hogere suprabulbar als corticale hersenen gebieden.

Functie en taak

In de enge definitie bestaat elke slikhandeling uit drie fasen, ook wel transportfasen genoemd. De drie transportfasen worden voorafgegaan door voedselopname. De eerste transportfase komt overeen met de orale transportfase door de orale structuren. Dit wordt gevolgd door een faryngeale transportfase en een slokdarmtransportfase. De orale transportfase van slikken ontsnapt grotendeels aan vrijwillige controle. Slechts een klein deel van de bewegingen is vrijwillig en kan bewust worden gecontroleerd. Na voltooiing van de orale voorbereidingsfase sluiten de lippen zich. Op deze manier, speeksel kan niet meer ontsnappen aan de mond​ Bovendien zorgt het sluiten van de lippen ervoor dat er geen lucht in de mond zodat er geen lucht wordt ingeslikt. De wangspieren trekken dan samen. Aan het begin van het eigenlijke slikproces, de tong drukt tegen het harde gehemelte. Op deze manier dient het harde gehemelte als aanslag binnen het slikproces. Het vruchtvlees van gekauwd voedsel migreert nu naar de keelholte. Deze migratie vindt plaats door middel van achterwaarts golvende bewegingen ondersteund door de styloglossusspier en de hyoglossusspier. Deze twee spieren trekken de tong achteruit vanuit het harde gehemelte in een golfachtige beweging. Deze beweging duwt het voedselpulp over de smalheid van de keelholte en in de keel. Het voedselpulp raakt uiteindelijk de basis van de tong of de achterwand van de keelholte. Gevoelige sensorische cellen uit de mechanoreceptorgroep bevinden zich in deze structuren. De sensorische cellen registreren de aanraakprikkel en geven de prikkel door aan de centrale zenuwstelsel via afferente zenuwbanen. In het midden zenuwstelselwordt de bekrachtiging overgeschakeld naar motor zenuwen en reist langs deze zenuwen naar de spieren die het eigenlijke slikproces realiseren. Vanaf het moment dat het voedselpulp de basis van de tong of de achterkant van de keel raakt, kan het slikproces niet langer vrijwillig worden gecontroleerd binnen de orale fase. De spierbewegingen die later worden getriggerd, zijn reflexief en ontsnappen dus aan willekeurige controle.

Ziekten en klachten

Slikstoornissen worden gegroepeerd onder de term dysfagie. Neurogene verbindingen en ziekten zijn de meest voorkomende oorzaak, vooral bij aandoeningen van de orale transportfase in de zin van een beperkte of afwezige slikreflex. Als gevolg van een beroerteeen craniocerebrale blessure, hersenvliesontsteking of een degeneratieve hersenen ziekte zoals Parkinsonkan de slikreflex worden verstoord in de orale transportfase. dergelijke dysfagie komt net zo vaak voor in de context van de auto-immuunziekte multiple sclerose​ De bovengenoemde ziekten en verschijnselen overwegend leiden tot dysfagie wanneer ze weefsel van het slikcentrum beschadigen. Weefselverwondingen in de hersenen leiden tot blijvende schade in de meeste gevallen. Hersenweefsel is zeer gespecialiseerd en kan vaak niet volledig herstellen van schade. Daarnaast vertrekken blessures in het kader van bovengenoemde ziekten en gebeurtenissen littekens​ Op het gebied van deze littekenszijn de zenuwcellen van de hersenen niet meer volledig functioneel. Een neurogene oorzaak hoeft echter niet altijd ten grondslag te liggen aan een verstoring van de orale transportfase. Spieraandoeningen zoals spieratrofie of bindweefsel ziekten zoals sclerodermie veroorzaken ook slikproblemen. Hetzelfde geldt voor tumoren in de keelholte en spinal cord of hersengebieden. Orale transport kan ook worden bemoeilijkt door aangeboren afwijkingen, zoals een kloof lip en gehemelte. Even goed kunnen operaties of ernstige verwondingen in het orale gebied negatieve effecten hebben op de orale transportfase. Bij ouderen moeten verstoringen van de orale transportfase vaak worden geïnterpreteerd als een leeftijdsfysiologisch fenomeen zonder ziektewaarde. In veel gevallen slikken personen van een bepaalde leeftijd niet meer efficiënt. Dit wordt vaak presbyfagie genoemd. Hoe ouder mensen worden, hoe langer de reactietijd van hun spieren en zenuwen is vertraagd. Verminderde spieren sterkte door natuurlijk spierverlies op oudere leeftijd, ouderdomsgerelateerd tandverlies, droge slijmvliezen door ouderdomsfysiologie en ossificatie van de kaak interfereren ook met het slikken. In aanvulling op, coördinatie Vooral op oudere leeftijd kunnen stoornissen optreden die het slikken en de orale transportfase bemoeilijken. Specifieke sliktraining kan dysfagie vaak verbeteren.