Anatomie en ontwikkeling van lymfocyten | Lymfocyten - Dit moet u zeker weten!

Anatomie en ontwikkeling van lymfocyten

Lymfocyten zijn met 6-12 μm zeer variabel in grootte en vallen vooral op door de grote donkere celkern, die bijna de hele cel vult. De rest van de cel is te herkennen als een dunne cytoplasmatische rand, die er maar een paar bevat mitochondria voor energieproductie en ribosomen voor de productie van eiwitten​ Aangenomen wordt dat de grotere vormen van lymfocyten, die ook een lichtere (= euchromatische) celkern hebben, werden geactiveerd door bacteriële of virale aanval.

Kleinere inactieve lymfocyten, die ook naïef worden genoemd, komen veel vaker voor bij gezonde mensen en zijn ongeveer even groot als de rode bloed cellen (erytrocyten​ Lymfocyten worden gevormd via het tussenstadium van lymfoblasten uit hematopoëtische stamcellen (hematopoëse = bloed formatie), die bij volwassenen meestal worden aangetroffen in de beenmerg​ Hier verschillen de voorlopercellen (voorlopercellen) van de lymfocyten in een zeer vroeg stadium van die van de andere (myeloïde) cellen doordat sommige van hen verder rijpen in de thymus (ook wel zwezerik genoemd).

Deze worden later genoemd T-lymfocyten ("T" zoals in thymus​ Het doel van rijping in de thymus is het uitzoeken van al die T-cellen die reageren op de eigen structuren van het lichaam of anderszins beperkt zijn in hun functie (positieve en negatieve selectie). De B-lymfocyten en NK-cellen (natural killer-cellen) daarentegen voltooien hun rijping als de andere bloed cellen in de beenmerg ("B" = beenmerg of historisch Bursa fabricii, een orgaan van vogels).

Nadat de B-lymfocyten de beenmerg als rijpe, naïeve (= niet-gespecialiseerde) cellen dringen ze organen binnen zoals de milt, amandelen of weefselvocht knooppunten, waar ze in contact kunnen komen met antigenen (lichaamsvreemde structuren). Voor dit doel draagt ​​de cel bepaalde antilichamen op het oppervlak, die dienen als B-celreceptoren. zogenaamde dendritische cellen, een ander type immuuncel dat niet tot de lymfocyten behoort, presenteren antigeenfragmenten aan de naïeve B-lymfocyten en activeren deze met behulp van de T- helper cellen. Als een B-cel wordt geactiveerd, deelt hij zich meerdere keren en verandert hij in een plasmacel (klonale selectie).

De verschillende soorten lymfocyten lijken erg op elkaar, maar kunnen onder de microscoop van elkaar worden onderscheiden met behulp van speciale markerings- en kleuringsmethoden (immunohistochemie). De B-lymfocyten en NK-cellen (natural killer-cellen) daarentegen voltooien hun rijping zoals de andere bloedcellen in het beenmerg ("B" of historisch Bursa fabricii, een orgaan van vogels). Nadat de B-lymfocyten het beenmerg hebben verlaten als rijpe, naïeve (= niet-gespecialiseerde) cellen, komen ze organen binnen zoals de milt, amandelen of weefselvocht knooppunten, waar ze in contact kunnen komen met antigenen (lichaamsvreemde structuren).

Voor dit doel draagt ​​de cel bepaalde antilichamen op het oppervlak, die dienen als B-celreceptoren. Zogenaamde dendritische cellen, een ander type immuuncel die niet tot de lymfocyten behoort, presenteren antigeenfragmenten aan de naïeve B-lymfocyten en activeren deze met behulp van de T-helpercellen. Als een B-cel wordt geactiveerd, deelt hij zich meerdere keren en verandert hij in een plasmacel (klonale selectie). De verschillende soorten lymfocyten lijken erg op elkaar, maar kunnen onder de microscoop van elkaar worden onderscheiden met behulp van speciale markerings- en kleuringsmethoden (immunohistochemie).