Lokale anesthesie: behandeling, effecten en risico's

Plaatselijke verdoving wordt voornamelijk gebruikt als het slechts een anesthesie op een klein gebied is van de huid (bijvoorbeeld een bezoek aan de tandarts) zou moeten zijn. Er wordt een fundamenteel onderscheid gemaakt tussen oppervlak anesthesie en infiltratie-anesthesie en verschillende andere subtypen. Het doel is altijd om te elimineren pijn in een specifiek deel van het lichaam gedurende een bepaalde periode, terwijl het bewustzijn en de motorische functie behouden blijven, in tegenstelling tot narcose.

Wat is lokale anesthesie?

Plaatselijke verdoving wordt voornamelijk gebruikt als slechts een klein deel van de huid onder narcose moet worden gebracht (bijvoorbeeld tijdens een bezoek aan de tandarts). Plaatselijke verdoving (ook wel lokale anesthesie genoemd) is een anestheticum waarbij het gevoel van pijn is tijdelijk uitgeschakeld in een nauwkeurig gedefinieerd gebied van de huid​ De agents die in dit proces worden gebruikt, worden genoemd lokale anesthetica​ Deze hebben hun effect op de takken van de zenuwuiteinden direct in de onderhuid en verhinderen de overdracht van pijn impulsen naar de hersenen​ Deze zenuwinhibities zijn omkeerbaar en verdwijnen na enige tijd. Als gevolg hiervan kunnen medische procedures pijnloos worden uitgevoerd, terwijl het vermogen om te bewegen en het bewustzijn niet worden geëlimineerd.

Functie, effect en doelen

Lokale anesthesie is een tak van regionale anesthesie, met twee basisvormen: infiltratie-anesthesie en oppervlakteanesthesie. In oppervlakte anesthesieworden de juiste middelen rechtstreeks in de huid van het gebied waar de operatie moet worden uitgevoerd, geïnjecteerd. Typische voorbeelden zijn tandheelkundige behandelingen of het verwijderen van een moedervlek. in infiltratie-anesthesie, sprays of druppels kunnen worden aangebracht met wattenstaafjes op het hoornvlies, slijmvliezen of bindvlies​ Typisch voor deze procedures zijn gastroscopieën, wakkere intubaties (het inbrengen van een ademhaling buis in de mond en keel) en oogonderzoeken. Verder wordt er ook een onderscheid gemaakt tussen geleidingsanesthesie, waarbij hele delen van het lichaam worden aangevoerd door specifiek zenuwen​ Er is ook intraveneus regionale anesthesie, waarbij een manchet wordt gebruikt om een ​​extremiteit te tourniquet en het verdovingsmiddel vervolgens wordt geïnjecteerd in een ader​ Er zijn ook anesthesieën via de centrale lijn (spinale anesthesie en peridurale anesthesie), die zo werken dat de wervelkolom zenuwen dichtbij de spinal cord worden geblokkeerd, waardoor verschillende delen van het lichaam gedurende een bepaalde tijd pijnloos worden. Er zijn kortere of langere acteren lokale anesthetica​ Het is mogelijk om toe te voegen adrenaline aan de verdoving om de werkingsduur te verlengen. Dit komt doordat de adrenaline vernauwt de schepen, waardoor de bloed stromen naar het weefsel, zodat de lokale anesthetica zijn langer effectief. Daar moet rekening mee worden gehouden adrenaline mag bijvoorbeeld niet op tenen of vingers worden gebruikt, omdat anders het weefsel kan afsterven. Door lokale anesthetica te gebruiken, kunnen behandelingen pijnloos worden uitgevoerd, wat anders gepaard zou gaan met zeer onaangename bijwerkingen voor de patiënt. Het voordeel is dat het bewustzijn en de motorische functie behouden blijven, zodat de patiënt in alles ‘volledig participeert’. Om deze reden zijn lokale anesthetica ook minder riskant dan anesthetica die het bewustzijn en de motoriek elimineren. In contrast met narcose, hebben lokale anesthetica nauwelijks invloed hersenen en long functie, zuur-base evenwichten metabolisme. Dit maakt behandeling met lokale anesthetica mogelijk, zelfs als de patiënt in het algemeen slecht is voorwaarde en narcose is te riskant. Daarom worden waar mogelijk voornamelijk lokale anesthetica gebruikt, terwijl algemene anesthesie alleen wordt gebruikt als het niet mogelijk is om de behandeling op een andere manier uit te voeren.

Risico's en gevaren

Er kunnen echter verschillende allergische reacties optreden als bijwerking van lokale anesthetica. Deze vertegenwoordigen ook de meest voorkomende nadelige bijwerkingen van deze anesthesieprocedures. Theoretisch kan vergiftiging (intoxicatie) ook optreden in weefsels met een goed bloed levering, waar de plaatselijke verdoving wordt snel verwijderd. Dit gaat gepaard met nervositeit, duizeligheid en toevallen. Een druppel binnen bloed druk en hartritmestoornissen kan ook het resultaat zijn. De laatste bijwerkingen zijn echter zeer zeldzaam, aangezien meestal slechts zeer kleine delen van de huid worden verdoofd, waardoor de hoeveelheden lokale anesthetica die vergiftiging kunnen veroorzaken niet nodig zijn. In het algemeen kan echter worden gesteld dat lokale anesthetica veel minder riskant zijn dan algemene anesthesie, dus bij twijfel is de kans groter dat deze procedures worden toegepast.