Anesthesie (Griekse aisthesis: perceptie, sensatie) verwijst naar een toestand van ongevoeligheid die wordt veroorzaakt door farmacologische middelen. In de begindagen van de anesthesie was de drugs waren lachgas (lachgas), bijvoorbeeld. In de geneeskunde wordt anesthesie gebruikt om invasieve (chirurgische) diagnostische of therapeutische maatregelen uit te voeren. Naast de intensive care geneeskunde, pijn therapie en, in delen, noodgeval medicijn en palliatieve geneeskunde, maakt anesthesie deel uit van de medische specialiteit anesthesiologie, waarvoor een residentie vereist is. De volgende punten geven een korte indruk van de praktijk van een anesthesioloog:
- Preoperatieve voorbereiding van patiënten
- Monitoring en implementatie van anesthesie
- Postoperatieve zorg voor patiënten die intensieve zorg nodig hebben
- Stabilisatie van de cardiovasculair systeem en ademhaling.
- Reanimatie maatregelen bij hart- en ademstilstand.
- Pijn therapie voor carcinoom pijn (tumorpijn) of chronische pijn syndromen.
Voordat de anesthesie wordt uitgevoerd, wordt een grondige medische geschiedenis en patiëntenvoorlichting, die verplicht is, worden uitgevoerd omdat ernstige complicaties kunnen optreden tijdens anesthesie of anesthesie. De anesthesioloog dient preoperatief te informeren naar een aantal ziekten/risicofactoren die kunnen wijzen op mogelijke anesthesieproblemen:
- Hart-en vaatziekte - hypertensie (hoge bloeddruk), coronaire hartziekte (CAD), angina borstspier (“borst beklemming ”; plotselinge pijn in de hart- gebied), myocardinfarct (hartaanval), hartfalen (hartinsufficiëntie; sterk verminderd hartminuutvolume).
- Lever ziekte - hepatitis (lever ontsteking), cirrose (gekrompen lever; eindstadium van chronische leverziekte).
- Longziekten - longontsteking (longontsteking), bronchitis, bronchiale astma.
- Nier ziekte – nierinsufficiëntie (nierzwakte; verlies van functie van de nier).
- Stofwisselingsziekten - suikerziekte mellitus (suikerziekte).
- Alcohol en nicotine gebruik en misbruik van medicijnen.
- Problemen met eerdere anesthesie
- Problemen met anesthesie van familieleden
- Allergieën voor medicijnen, vooral anesthetica.
- Tandheelkundige status van de patiënt
- Zwangerschapsgeschiedenis
Narcose
Narcose is de conventionele anesthesie of algemene anesthesie (Grieks nàrkosi: inslapen). Deze vorm van anesthesie maakte voor het eerst de ontwikkeling mogelijk van de huidige chirurgische standaarden. Algemene anesthesie wordt bepaald door enkele basisdoelen:
- Uitsterven van bewustzijn en geheugenverlies (vermogen om te onthouden).
- Analgesie (pijnloosheid)
- Spier ontspanning (drug-geïnduceerde ontspanning van de spieren).
- Verzwakking van vegetatief reflexen (het blokkeren van eventuele reacties van het organisme op de mogelijk schadelijke stimuli).
Om deze doelen te bereiken, worden voornamelijk de volgende groepen medicijnen gebruikt:
- Pijnstillers (pijnstillers) of opioïde analgetica (bijv. morfine).
- Anesthetica bijv inademing verdovende middelen.
- spierverslappers
- Anti-emetica (anti-braken medicijnen).
Preoperatief is het belangrijkste doel anxiolyse (het oplossen van angst) van de patiënt. Tijdens de operatie ligt de focus op bovenstaande doelen en anti-emetische profylaxe (preventieve maatregelen tegen misselijkheid). Postoperatief, pijnstillend therapie in het bijzonder wordt intensief voortgezet en wordt anti-emetische therapie gegeven. Afhankelijk van het type en de duur van de operatie wordt de medicatie patiëntgericht aangepast.
Andere vormen van anesthesie
In andere artikelen worden de volgende vormen van anesthesie apart gepresenteerd:
- Peridurale anesthesie (PDA).
- Spinale anesthesie
- Plaatselijke verdoving
- Regionale anesthesie