Plaatselijke verdoving

Algemene informatie

Plaatselijke verdoving is de tijdelijke eliminatie van lokale zenuwtransmissie in het lichaam, vooral pijn perceptie. Dit is een plaatselijke verdoving. Het wordt voornamelijk gebruikt voor kleinere en ongecompliceerde operaties.

De plaatselijke verdoving verschilt aanzienlijk van: anesthetica zoals morfine omdat het geen euforisch of verslavend effect heeft. lokaal anesthetica bereiken hun effect door reversibel, dwz niet permanent, het gevoel van huid, spieren en het overeenkomstig behandelde orgaangebied zodanig te verminderen dat de patiënt er geen last van heeft pijn. In contrast met narcoseblijft de patiënt bij bewustzijn en ademt zelfstandig. De voorwaarden "plaatselijke verdoving' of 'regionale anesthesie' worden meestal als synoniemen gebruikt.

Toepassingsgebieden

Tegenwoordig worden veel chirurgische ingrepen en pijnlijke onderzoeken onder plaatselijke verdoving uitgevoerd pijn behandeling. Lokale anesthetica genieten een toenemende populariteit. Enerzijds is dit te wijten aan het feit dat hun werkingsduur zeer kort is en de patiënt niet onnodig wordt belast.

Anderzijds kan de patiënt de kliniek na een korte klinische opname verlaten door de probleemloze behandeling, wat resulteert in minder kosten voor de kliniek en minder overlast voor de patiënt. Echter, aangezien lokale anesthetica, zoals de naam al doet vermoeden, werken alleen lokaal, dat wil zeggen in een beperkt gebied, ze kunnen alleen in bepaalde gebieden worden gebruikt en alleen voor kleine ingrepen. Aan de ene kant, lokale anesthetica zijn geschikt voor oppervlakkige pijnverlichting.

Het verwijderen van moedervlekken wordt bijvoorbeeld niet uitgevoerd onder: narcose, maar de patiënt krijgt alleen een voldoende hoeveelheid plaatselijke verdoving in het getroffen gebied om de pijn die gepaard gaat met de procedure te stoppen. De behandeling van aambeien (pijnlijke verwijding van bloed schepen op het gebied van de anus) wordt ook uitgevoerd met behulp van plaatselijke verdoving. Bovendien wordt bij de zogenaamde minimaal invasieve procedures alleen een plaatselijke verdoving gebruikt om de patiënt niet onnodig te schaden.

Deze omvatten onder meer het verwijderen van de appendix en, bij oudere patiënten, het inbrengen van een zogenaamde stent een bloed schip. Zo'n stent wordt onder plaatselijke verdoving ingebracht via de A. femoralis communis (de grote slagader op het gebied van de dij) in het vasculaire systeem en wordt ingebracht in het afgesloten vat met behulp van speciale beeldvormingstechnieken (meestal met behulp van röntgenfoto's, CT- of MRI-beelden). Met de hulp van een stent, bijvoorbeeld, a bloed vaartuig bij de hart-, die voorheen erg smal was, kan weer worden uitgezet.

Omdat de operatie alleen onder plaatselijke verdoving wordt uitgevoerd, wordt deze ook door oudere patiënten goed verdragen en hoeft de patiënt niet onnodig lang in het ziekenhuis te blijven. Vooral in de tandheelkunde is de zogenaamde infiltratieanesthesie erg populair. Bij deze procedure wordt een pijnstillend medicijn geïnjecteerd in de vetweefsel.

Hier blokkeert de plaatselijke verdoving de gevoelige zenuwen, dat wil zeggen die zenuwen die normaal gesproken de informatie over de oorsprong van de pijn naar de hersenen. Omdat de pijninformatie niet langer de hersenen, de tandarts kan bijvoorbeeld de verstandskiezen eruit trekken, of dat de patiënt aan het dirigeren is terwijl hij pijn heeft. Omdat echter alleen de pijn wordt geëlimineerd, is de patiënt zich nog steeds volledig bewust van de behandeling zelf.

Dit kan onder andere ook leiden tot een onaangenaam drukgevoel, dat niet gepaard gaat met pijn, maar de patiënt toch duidelijk laat zien of de tand er al uit is of dat de tandarts nog verder moet trekken. Niettemin worden deze enigszins onaangename bijwerkingen geaccepteerd, aangezien a narcose is een te groot onnodig risico voor de patiënt bij een vrij kleine operatie. Echter, lokaal anesthetica worden niet alleen gebruikt tijdens operaties.

Door hun pijnstillende werking kan groot succes worden behaald in: pijntherapie. Ook zijn er steeds vaker gels, crèmes en sprays die in lage tot hoge doseringen een plaatselijke verdoving bevatten. Deze kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt bij hevige spierpijn, maar ook bij patiënten met oogpijn.Daarnaast krijgen veel patiënten met hevig hoesten en de daaruit voortvloeiende keelpijn een verlaagde dosering plaatselijke verdoving om de keelpijn te verlichten en zo weer beter te kunnen eten en spreken.

Of lokale anesthetica ook moeten worden gebruikt bij jeuk of voor pijnverlichting bij zonnebrand, is controversieel, daar in dit geval de lokale anesthesie het eigenlijke probleem niet behandelt. In het algemeen is het belangrijk om te zeggen dat een plaatselijke verdoving alleen de overdracht van pijn remt. Dit is natuurlijk een gewenst effect bij een operatie.

In het geval van bijvoorbeeld keelpijn moet de toepassing kritisch worden bekeken omdat eerst de oorzaak van de keelpijn moet worden opgehelderd. Men moet altijd eerst de onderliggende ziekte behandelen (in dit geval de keelpijn). Nadien kan men de patiënt ook een plaatselijke verdoving voorschrijven zodat hij niet gehinderd wordt door de pijn.

Naast de reeds genoemde toepassingsgebieden worden lokale anesthetica ook gebruikt voor: hartritmestoornissen.

  • Operaties aan armen en benen (bijv. voetblok), inclusief schouder- en heupgewricht
  • Oppervlakkige ingrepen op huid en slijmvliezen
  • Tandheelkundige behandelingen
  • Obstetrische maatregelen (bijv. "keizersnede")
  • Operaties aan de onderbuik (bijvoorbeeld aan de blaas, prostaat of de geslachtsorganen)
  • Operaties in de anale regio (bijv. verwijdering van aambeien)
  • Vasculaire chirurgie van de halsslagader