Loran

Lorano® is een anti-allergisch middel uit de klasse van antihistaminica. Het bevat de werkzame stof loratadine, die zich bindt aan histamine receptoren, en wordt voornamelijk gebruikt voor allergische rhinitis zoals hooi koorts of pollenallergieën.

histamine

histamine is een histamine die van nature in het lichaam wordt geproduceerd. Na zijn vorming uit het aminozuur histidine, ontvouwt het zijn werking op veel plaatsen in het lichaam. In de maaghet stimuleert bijvoorbeeld de afscheiding van maagzuur op de cellen van de maagwand.

De bronchiën reageren op histamine met een samentrekking van hun spieren, terwijl de bloed schepenaan de andere kant ontspannen hun spieren en vergroten ze hun wanddoorlaatbaarheid. De hersenen reageert op histamine met verhoogde alertheid en verhoogde aandacht, aangezien histamine werkt als een zenuwzender (neurotransmitter) en brengt de verbinding tussen individuen tot stand zenuwcel loopt af (synapsen). Om deze effecten teweeg te brengen, bindt de boodschappersubstantie zich aan twee verschillende receptoren.

Dit zijn gespecialiseerde moleculen op of in cellen die bij een prikkel een verdere reactieketen activeren. De receptoren die het sterkst reageren op histamine worden H1- en H2-receptoren genoemd, daarnaast zit er ook een H3-receptor op zenuwcellen. Als histamine zich bindt aan zijn receptoren, worden er veel meer effecten geactiveerd naast de hierboven genoemde, aangezien receptoren voor histamine bijna overal in het lichaam worden aangetroffen. Histamine speelt ook een belangrijke rol bij allergische reacties. Daarom zijn histamine en zijn werkingsplaatsen doorslaggevende doelen bij de behandeling van acute allergieën.

Werkzame stof Loratadine

Het actieve ingrediënt van Lorano®, loratadine, is een antihistaminicum van de tweede generatie. antihistaminica zijn stoffen die de docking sites (receptoren) voor histamine blokkeren en zo verhinderen dat de dragerstof zijn specifieke effecten ontwikkelt. De eerste generatie van deze stoffen bindt niet alleen aan histaminereceptoren, maar ook aan aanmeerplaatsen voor andere stoffen, waardoor meer bijwerkingen ontstaan.

Eerste generatie antihistaminica kan de centrale betreden zenuwstelsel en hun effecten uitoefenen. Dit resulteert in vermoeidheid, slaperigheid en beperkte verkeersgeschiktheid. Om deze bijwerkingen onder controle te houden, zijn antihistaminica van de tweede generatie ontwikkeld. Hoewel deze ook het centrum bereiken zenuwstelsel, kunnen ze daar worden verwijderd door interne lichaamsmechanismen, zodat de bijwerkingen van de eerste generatie niet optreden.