Fysiotherapie voor facetartrose in de cervicale wervelkolom

Men spreekt van een facet artrose wanneer het zogenaamde zygapofysische gewricht tussen twee wervels in het gedeelte van de cervicale wervelkolom artrotisch verandert. Dit gewricht bestaat tussen één wervel en de wervel erboven. Het wordt gevormd uit de gewrichtsprocessen van de wervelboog.

Facet artrose kan elk deel van de wervelkolom aantasten. In de cervicale wervelkolom, symptomen zoals duizeligheid, verminderd evenwicht en visuele stoornissen kunnen bijzonder merkbaar zijn, aangezien ze belangrijk zijn schepen die de hersenen ren door deze regio. In facet artrose, degeneratieve veranderingen optreden in de kraakbeen, bot en capsule van het facetgewricht. In het algemeen wordt facetartrose gekenmerkt door een pijnlijke bewegingsbeperking, spierspanning en pijn uitstraalt naar de bovenste extremiteit wanneer de zenuwen zijn geïrriteerd.

Therapie

De conservatieve therapie is de belangrijkste focus in het geval van facetartrose. Langdurige fysiotherapeutische behandeling dient om de cervicale wervelkolom spierstabiliseren en de houding te corrigeren om verdere overbelasting van de gewrichten. De mobilisatie van de cervicale wervelkolom maakt ook deel uit van de fysiotherapie bij facetartrose.

Elektrotherapie, massage, ultrageluid therapie of warmtetoepassingen kunnen ook worden gebruikt. Vooral bij acute irritatietoestanden (geactiveerde artrose)o pijn medicatie kan nodig zijn bij gevorderde artrose. Pijn therapie door middel van directe injectie in het gewricht kan ook worden uitgevoerd bij ernstige pijn die niet conservatief onder controle kan worden gehouden.

Chiropractie of technieken uit Traditioneel Chinees Medicijn (bv acupunctuur) kan ook nuttig zijn. Het facet artrose is niet te genezen, de patiënt moet leren omgaan met zijn pijn in het dagelijks leven. De therapie moet worden gecoördineerd met de therapeut en de arts om het best mogelijke therapeutische succes op de lange termijn te bereiken.

Als de symptomen resistent zijn tegen therapie, kan een chirurgische ingreep nodig zijn. Naast de pijntherapie (injectie) hierboven genoemd, kunnen thermische sondes ook worden gebruikt. Ook kunnen verlichtings- of stabiliserende operaties worden uitgevoerd.

Oefeningen voor de behandeling van facetartrose in de cervicale wervelkolom

Fysiotherapie bij facetartrose is bevindingengericht, dat wil zeggen op maat van de patiënt. Individuele verkeerde houdingen worden gecorrigeerd en op basis van de houding en spierstatus wordt een behandelplan opgesteld. De therapie varieert afhankelijk van de oorzaak van de artrose.

Bij instabiliteit worden de spieren versterkt en coördinatie is getraind. Bij een chronisch slechte houding en spieronbalans worden te sterke spieren uitgerekt, te zwakke spieren versterkt en gewrichten worden gemobiliseerd. Handmatige gewrichtstechnieken zoals tractie (trekken) en mobilisatie kunnen de voedingsstatus van de kraakbeen zakdoek.

Weke delen technieken voor de behandeling van spanningen en pijnpunten worden ook gebruikt in fysiotherapie. Warmtetoepassing of elektrotherapie kan ook nuttig zijn in het geval van facetartrose van de cervicale wervelkolom, indien voorgeschreven. Oefeningen die over het algemeen nuttig zijn bij facetartrose zijn lichte mobilisatie en stretching.

Een fysiologische rechtopstaande houding is essentieel als uitgangspositie. Vanuit deze uitgangspositie wordt de kin nu iets teruggetrokken, alsof men een wil maken onderkin. De cervicale wervelkolom is gestrekt.

Vanuit deze positie kan de hoofd wordt naar de zijkant gekanteld zodat het oor naar de schouder beweegt. De tegenoverliggende cervicale spieren worden gestrekt. De positie wordt 20 seconden vastgehouden, daarna de hoofd wordt langzaam teruggebracht naar de middelste positie en vervolgens uitgerekt in de tegenovergestelde richting.

De roterende beweging kan ook worden geoefend. Retractie kan ook worden beoefend om het facet te verlichten gewrichten. De kin wordt weer ingetrokken vanuit dezelfde uitgangspositie.

De blik blijft recht vooruit. De cervicale wervelkolom strekt zich uit. Spanning moet worden gevoeld in de nek tot het midden van de bovenrug. De eindpositie wordt iets vastgehouden (of versterkt door druk, bijvoorbeeld in een handdoek) voordat deze weer wordt losgelaten. De oefening kan worden uitgevoerd met 12 herhalingen in 3 sets.