Basisvaccinatie | Vaccinatie tegen difterie

Basis immunisatie

Basisimmunisatie wordt meestal uitgevoerd in jeugd​ De vaccinatie wordt uitgevoerd met vier opeenvolgende doses van het vaccin. De eerste dosis van het vaccin kan worden toegediend na de voltooide 2e levensmaand.

De tweede en derde dosis van het vaccin kunnen worden toegediend na de derde en vierde levensmaand. De vierde en laatste vaccinatie wordt dan toegediend aan het einde van het eerste levensjaar, meestal tussen de 11e en 14e levensmaand. Het vaccin wordt intramusculair geïnjecteerd. De vaccinatie kan worden toegediend in de bovenarm spier (deltaspier) of in de dij spier.

verversen

Aangezien de immuunsysteem degradeert het antilichamen tegen het vaccin na verloop van tijd en geen nieuwe produceert, moet de vaccinatie regelmatig worden ververst. Dit zorgt ervoor dat de persoon is voorbereid op een mogelijke acute infectie met de difterie bacterie. De eerste booster wordt gegeven op de leeftijd van vijf tot zes jaar.

Een verdere update zou dan weer moeten plaatsvinden vanaf een leeftijd van ongeveer 17 jaar. Voor volwassenen raadt de STIKO een opfriscursus aan om de 10 jaar. Vaak is de boostervaccinatie tegen difterie wordt ook samen gegeven met tetanus en gierend hoesten (kinkhoest).

Op de vaccinatiekaart, die al in de kinderschoenen wordt afgegeven, worden alle vaccinaties gedocumenteerd met informatie over het toegediende vaccin. Vaccinaties dienen vanaf de geboorte te worden toegediend volgens de vaccinatiekalender van de STIKO (permanente vaccinatiecommissie van het Robert Koch Instituut). Dit zorgt voor een basisimmunisatie tegen alle belangrijke pathogenen.

Volgens STIKO wordt de eerste boostervaccinatie gegeven tussen de leeftijd van 5 en 6 jaar. Dit wordt gevolgd door de tweede boostervaccinatie op de leeftijd van 9-14 jaar en de laatste boostervaccinatie voor adolescenten van 15-17 jaar. Vanaf 18 jaar gaat de booster tegen difterie moet om de 10 jaar worden gegeven.

Volgens STIKO (permanente vaccinatiecommissie van het Robert Koch Instituut) wordt basisimmunisatie tegen difterie uitgevoerd in vier stappen tussen de 2e en 14e levensmaand. Daarna worden 3 herhalingsvaccinaties op de leeftijd van 9-17 jaar aanbevolen. Op volwassen leeftijd moet de difterievaccinatie elke 10 jaar worden vernieuwd door de huisarts. In totaal 4 vaccinaties tot basisvaccinatie is verkregen en 3 boostervaccinaties binnen jeugd.

De boostervaccinaties op volwassen leeftijd zijn dus variabel. In het algemeen wordt de vaccinatie als zeer goed verdragen beschouwd en vertoont deze vaak geen of slechts geringe nevenreacties. Omdat de vaccinatie het lichaamseigen stimuleert immuunsysteem, roodheid, zwelling en zelfs pijn kan af en toe voorkomen op de injectieplaats.

Sommige patiënten voelen soms spierpijn de bovenarm de dag na de vaccinatie, die met de tijd afneemt. Enkele dagen na de vaccinatie kunnen andere algemene symptomen optreden. Symptomen zoals een lichte temperatuurstijging, rillingen, vermoeidheid of zelfs gastro-intestinale klachten behoren hiertoe griep-achtige symptomen.

Deze symptomen verdwijnen ook na een paar dagen. Ernstigere bijwerkingen treden in de meeste gevallen niet op. Bijwerkingen van vaccinaties Minder dan één op de 1000 uitgevoerde vaccinaties resulteerde in een allergische huidreactie of problemen met de luchtwegen.

In zeldzame individuele gevallen een ziekte van de zenuwstelsel werd waargenomen na de vaccinatie. Symptomen zoals verlamming, verlamming, hyperexciteerbaarheid van de zenuwen en toen deed zich toenemende uitputting voor. Omdat de vaccinatie tegen difterie wordt uitgevoerd in combinatie met andere vaccins, kunnen de reacties op de verschillende combinatiemogelijkheden ook verschillend zijn.

Desalniettemin lijken de symptomen erg op elkaar en zijn ze meestal onschadelijk. Als er ongebruikelijke en ernstige symptomen optreden, moet de betrokken persoon een arts raadplegen om verdere complicaties te voorkomen. Lichamelijke inspanning moet in het beste geval worden vermeden na een vaccinatie om het lichaam een ​​korte rustpauze te gunnen.

Zoals alle vaccinaties, de vaccinatie tegen difterie kan ook leiden tot koorts​ Dit is een uiting van de immuunrespons op het difterietoxine dat onschadelijk is gemaakt. Trouwens koortskunnen ook andere vaccinatiereacties optreden.

De vaccinatiereacties na een difterievaccinatie treden op tot 72 uur na de vaccinatie en verdwijnen vanzelf weer. De koorts kan worden neergelaten met kuitkompressen, voldoende drinkwater of medicijnen zoals paracetamol of Nurofen ©. U vindt veel meer informatie onder onze onderwerpen:

  • Rood worden op de injectieplaats of
  • Spierpijn op de injectieplaats (meestal omschreven als pijnlijke spieren)
  • Koorts na vaccinatie bij volwassenen en
  • Koorts na vaccinatie bij een baby