Fonatie: functie, taak en ziekten

Een van de belangrijkste communicatiemiddelen voor mensen is spraak. Dit is alleen mogelijk via fonatie. Dienovereenkomstig wordt het laatste begrepen als die articulatie van de mens die geluiden en woorden vormt om zichzelf uit te drukken. De mens gebruikt zijn handen, zijn gezicht, zijn houding of de zijne mond Voor communicatie. Voor de coördinatie van de niettemin nogal complexe interactie van de klankformatie heeft hij meerdere jaren nodig.

Wat is fonatie?

Een van de belangrijkste communicatiemiddelen voor mensen is spraak. Dit is alleen mogelijk via fonatie. Noodzakelijk voor geluidsvorming is primair ademhaling, aangezien de adem die nodig is voor spraak door de longen wordt getransporteerd. Geluidsvorming vindt voornamelijk plaats tijdens het uitademen, hoewel niet alle geluiden die op deze manier worden geproduceerd ook daadwerkelijk het doel van de gesproken taal dienen. Daarnaast zijn de tanden, het gehemelte, de lippen en de tong​ De klankvorming wordt geleidelijk aangeleerd en stabiliseert zich vervolgens in een aangeleerd bewegingspatroon, dat zich op zijn beurt aanpast aan het spierstelsel. Als dit door verschillende omstandigheden wordt belemmerd, kan de geluidsvorming vervormd raken en articulatiestoornissen veroorzaken, met bijvoorbeeld lispelen, sissen of fluiten tot gevolg. Om geluiden te binden, gebruiken mensen het spraakapparaat samen met hun spraaktools. Deze zijn onder te verdelen in drie categorieën. Enerzijds heeft hij de organen van het spraakapparaat nodig, die zich onder de strottehoofd en zijn verantwoordelijk voor ventilatie strottehoofd en stembanden, die het geluid producerende deel vormen, en tenslotte de organen die zich boven het strottenhoofd bevinden. De nodige luchtstroom voor geluidsproductie wordt geleverd door de diafragma, longen, luchtpijp en ademhalingsspieren. Dit wordt uitgevoerd door de keelholte, mond- en neusholten en gestuurd door de beweging van de tong, die de individuele geluiden modificeert en vormt. Gecoördineerde bewegingen van de spraaktools zorgen ervoor dat klanken en woorden worden gevormd. Om dit te doen, starten drie processen in het lichaam: Een fonatiestroom wordt geïnitieerd vanuit de longen, de stembanden worden overwonnen en de spraaktools worden uiteindelijk in de juiste en noodzakelijke positie gebracht. De fonatiestroom is op zijn beurt de uitzetting van de longen door de borst spieren, diafragma en ribben, waardoor een luchtstroom ontstaat die resulteert in onder- of overdruk. Het is alleen in de strottehoofd dat er een beslissing wordt genomen over het al dan niet maken van een geluid.

Functie en taak

Geluidsvorming begint bij het kind rond het einde van het eerste levensjaar. De eerste basiservaringen worden opgedaan en het kind ontwikkelt het besef dat hoorbare geluidsproducties kunnen verwijzen naar zijn eigen geluiden. Het geluid wordt gebruikt om objecten aan te duiden of om de gewenste persoon te bellen. De verwijzing naar iets, het eerste geluid is meestal een korte A of "Da". Al snel zal het kind het belevingsbereik vergroten en daarmee het vermogen om geluiden te combineren en om te zetten naar het gewenste object. Dit is waar de leren van de eigenlijke taal begint, zelfs als er aanvankelijk nog veel letters ontbreken in de fonetische vorming in het gebabbel van het kind. Geleidelijk kan dit dan worden getraind en verbeterd. De studie van fonatie is een belangrijk onderdeel van de wetenschap. De studie van klanken wordt fonetiek genoemd en is het wetenschappelijk onderzoek naar het menselijk klankvormend potentieel, onafhankelijk van taal en het aspect van klanksubstantie. Geluiden worden bestudeerd als akoestisch-fysiologische gebeurtenissen. De studie van fonemen wordt fonologie genoemd. Deze wetenschappelijke studie behandelt het linguïstische gebruik van klanken, inclusief de manier waarop de fonemen in verschillende talen worden gebruikt, omdat verschillende talen soms totaal verschillende klanken gebruiken. Zo komt het vaak voor dat de leren van een nieuwe taal veroorzaakt moeilijkheden, ook omdat de onbekende klanken in het begin slechts met grote moeite kunnen worden gevormd. Om de vorming van klanken te kunnen aanleren is basiskennis van de articulatorische fonetiek noodzakelijk. Een docent kan bepaalde geluiden beter hoorbaar of transparant maken. Zowel de manier van articuleren, bijvoorbeeld de vorming van klinkers of medeklinkers, als de plaats van articulatie spelen een rol. Dit laatste omvat bijvoorbeeld de onder- en bovenzijde lip, het gehemelte, de snijtanden of de punt van de tongSpraak komt voor als een continue opeenvolging van individuele geluiden die elkaar beïnvloeden in articulatiebewegingen.

Ziekten en klachten

Problemen met individuele fonatie zijn articulatiestoornissen die afwijken van de uitspraakstandaard. Ze worden in de geneeskunde dyslalia genoemd. Onder deze omstandigheden is het individu niet in staat bepaalde geluiden te vormen of te vervormen, wat resulteert in een lisp. Deze moeilijkheden doen zich vaak voor in jeugd​ De oorzaken zijn divers, kunnen aangeboren afwijkingen van de tong, gehemelte, lippen of kaak zijn. Het kunnen ook gehoorstoornissen zijn die de perceptie van de eigen uitspraak verhinderen. In de meeste gevallen is er echter geen organische oorzaak voor de gebrekkige klankvorming, maar de articulatiestoornis is gebaseerd op slechte gewoonten, verkeerde spraakmodellen of klanken en klanksequenties die uit gewoonte verkeerd worden uitgesproken. In veel gevallen is het alleen een gebrek aan oefening dat het falen van klank- en spraakvorming veroorzaakt. Dergelijke moeilijkheden kunnen in een vroeg stadium worden herkend, door een kinderarts of logopedist worden gediagnosticeerd en op tijd worden verholpen. Zodra de fonatie bij mensen meer wordt aangetast, ernstiger spraakstoornissen (dysartrie) komen voor, wat verschillende oorzaken kan hebben. De term omvat zowel stoornissen in spraak als in ademhaling, articulatie en vocalisatie, terwijl de hersenen de bevoegdheid om zinnen te vormen hoeft niet te worden aangetast. In de meeste gevallen doen zich dergelijke problemen voor na een beroerte, een hersenbloeding, of bij ziekten zoals Parkinson of multiple sclerose​ Als fonatie helemaal niet meer mogelijk is, wordt de term anartrie gebruikt.