Diagnose | Slokdarmkanker

Diagnose

Het belangrijkste onderzoek voor de diagnose van slokdarm kanker is de endoscopie van de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm (oesofagogastroduodenoscopie). Bij deze procedure, hetzij na verdoving de keel met een plaatselijke verdovende spray of na het toedienen van een slaapspuit wordt een slangetje door de mond en keel in de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm. Aan de buis is een camera bevestigd.

Met behulp van deze camera kan men naar de orgels kijken. Als een gebied zichtbaar is, moet een klein weefselmonster (biopsie) kunnen eruit worden gehaald. Dit wordt verzonden voor een fijn weefselonderzoek.

Bij dit onderzoek wordt het stukje weefsel bijvoorbeeld onder de microscoop onderzocht en kan de patholoog een diagnose stellen. In veel gevallen kan het uiterlijk van het opvallende gebied al tijdens het spiegelen worden gebruikt om te vermoeden dat er een kwaadaardige ziekte aanwezig is, maar een betrouwbare diagnose is altijd alleen mogelijk onder de microscoop. Vooral op het gebied van de maag en twaalfvingerige darm, zelfs een simpele zweer kan soms erg op een tumor lijken.

Endosonografie, een mix van spiegelen en ultrageluid, kan worden gebruikt voor verdere diagnose. Met behulp hiervan kan bijvoorbeeld de diepte van de zweer in het omliggende weefsel kan worden beoordeeld. Dit is vaak belangrijk om te beslissen welke behandelingsopties mogelijk zijn.

Het is ook belangrijk om te zoeken naar tumorplaques. Dit gebeurt meestal door middel van computertomografie. Mogelijke metastaselocaties van slokdarm kanker zijn voornamelijk weefselvocht knooppunten, long en lever.

Therapie

Conservatieve therapie betekent niet-invasieve therapie, dwz er is geen chirurgische ingreep. Conservatieve behandelingsopties voor slokdarm kanker omvatten vooral radiotherapie (radiotherapie) en chemotherapie of een combinatie van beide. Welk type therapie wordt gebruikt, hangt grotendeels af van het stadium van de tumor en van hoe oud de patiënt is en vooral van zijn of haar toestand volksgezondheid.

radiotherapie or chemotherapie alleen, zonder daaropvolgende of eerdere operatie, wordt vaak alleen gebruikt bij palliatieve behandeling. Palliatief betekent dat genezing niet meer mogelijk is, maar de symptomen zoveel mogelijk onder controle moeten worden gehouden chemotherapie kan worden gebruikt om te proberen verdere groei van de tumor te remmen of te vertragen. Een meer recente procedure is de zogenaamde fotodynamische therapie.

Hier krijgt de patiënt een stof toegediend die zich relatief selectief ophoopt in het tumorweefsel. Het tumorweefsel wordt vervolgens bestraald met licht van een bepaalde golflengte. Dit leidt tot een zogenaamde fototoxische reactie, een deel van de tumorcellen wordt vernietigd.

Dit wordt bijvoorbeeld in de slokdarm gebruikt om ernstige vernauwingen enigszins te verminderen en zo de doorgang van voedsel te verbeteren. Een combinatie van bestraling en chemotherapie, de zogenaamde radiochemotherapie, wordt niet alleen toegepast in een palliatieve situatie. In sommige gevallen kan het nuttig zijn om de tumor vóór de operatie te verkleinen met een combinatie van radiotherapie en chemotherapie om de operatie veelbelovender te maken.

Dit wordt neoadjuvante radiochemotherapie genoemd. Een andere conservatieve behandelingsoptie is het inbrengen van een metalen buis (stent) in de slokdarm. Deze therapie dient ook alleen om de symptomen te verlichten en niet om ze te genezen.

De stent kan de tumormassa een klein beetje naar de rand duwen en zo het slikken weer wat gemakkelijker maken. Wanneer een slokdarmkanker kan worden geopereerd, hangt af van het stadium van de kanker, de leeftijd van de patiënt en het algemeen voorwaarde. Afhankelijk van de hoogte van de tumor in het slokdarmgebied zijn verschillende operaties mogelijk.

De slokdarm loopt door de borst tot in de bovenbuik. Als de tumor zich ver beneden bevindt, hoeft alleen de buikholte te worden geopend. Vaak is echter een zogenaamde 2-cavity operatie nodig, namelijk de borst en buik moet worden geopend om de tumor te verwijderen.

Als de tumor zich op de overgang van de slokdarm naar de maag bevindt, kan een aanvullende gedeeltelijke verwijdering van de maag nodig zijn. In de meeste gevallen is een gedeeltelijke of volledige verwijdering van de slokdarm noodzakelijk. In de meeste gevallen kan dan een zogenaamde maag-uplift worden uitgevoerd.

Dit betekent, zoals de naam suggereert, dat de maag uit de buik wordt opgetrokken en tot een soort buis wordt teruggebracht. Het dient dan ter vervanging van de slokdarm. Als de maag niet kan worden gebruikt als vervanging van de slokdarm, gebruikt de chirurg een deel van de grote of dunne darm, die hij vervolgens inbrengt tussen de maag en de rest van de slokdarm.

Vaak wordt voor de operatie een combinatie van bestraling en chemotherapie, radiochemotherapie, gebruikt. Hierdoor kan de tumor kleiner worden, waardoor de kans groter wordt dat de tumor bij de operatie volledig kan worden verwijderd. Sinds enkele jaren kunnen tumoren in een zeer vroeg stadium worden verwijderd door middel van een puur endoscopische procedure, dwz gastroscopie. Bij deze procedure wordt het tumorweefsel met een elektrische lus van het slijmvlies "geschraapt". Risico's van de operatie kunnen zijn: bloeding, infectie met kiemen, allergische reactie aan de verdoving, verwondingen veroorzaakt door de chirurgische instrumenten, verwondingen aan aangrenzende organen en schade aan zenuwen.